I Een vaste of een varende oeververbinding Nul-plus alternatief Lex Boersma Een vaste verbinding over de Westerschelde - kortweg WOV genoemd - is in natuurbeschermingskringen een omstreden projekt De diskussie lijkt echter nog slechts te gaan over de centen en het beste tracé. Over oplossingen zonder WOV wordt niet gerept. Toch zijn die er ook. De bestaande situatie verbeteren (het zgn. nul-plus alternatief) blijkt globaal gelijkwaardig aan een WOV, met uitzondering van de gevolgen voor natuur en landschap. Die zijn bij een WOV ernstiger. Uitwerking Een oeverloze diskussie In 1991 zal de westelijke rondweg om Antwerpen gereedkomen met als belangrijk onderdeel de Liefkens hoektunnel. In datzelfde jaar zal ook de aansluiting op de A58 (Vlissingen- Bergen op Zoom) zijn voltooid (fig. 1), waarmee een autosnelweg-verbinding tussen Zeeuws-Vlaanderen en Bra bant ontstaat. Er ontstaan dan een aan tal redenen om het veer Kruiningen- Perkpolder op te heffen of sterk te be perken. Meer dan de helft van het verkeer dat van dit veer gebruik maakt, gaat naar Noord-Brabant en de Randstad of komt daar vandaan. De Liefkenshoek tunnel is voor dat verkeer een min stens gelijkwaardig alternatief. Voor het autoverkeer tussen de Kanaalzo ne en Zuid-Beveland is het veer Vlis- singen-Breskens een redelijk alterna- kenshoektunnel weliswaar 30 tot 40 km langer, maar de reistijd blijft onge veer gelijk. Tenslotte heeft het Krui- ningse veer voor langzaam verkeer vrijwel geen betekenis. Maldegem Liefkenshoektunnel maakt opheffen veer Kruiningen-Perkpolder reëel tief (ca. 10 km langer). Verder is voor De voordelen van een sterke be- het (in omvang beperkte) verkeer tus- perking dan wel opheffing van dit veer sen oostelijk Zeeuws-Vlaanderen en zijn enorm. Allereerst kunnen de gro- Zuid-Beveland de route via de Lief- te dubbeldeks veerboten worden in gezet op het veer Vlissingen-Bres- kens. Dat beschikt dan over drie van deze boten, waarmee de vervoerska- paciteit voor lange tijd voldoende is en bestuurders niet langer zullen worden teleurgesteld door een volle boot. Een tweede voordeel is de sterke vermin dering van de exploitatiekosten. Het tolvrij maken van de Liefkenshoek tunnel, een verbetering van de toelei- dende wegen en een aantal maatre gelen voor het veer Vlissingen-Bres- kens maken het nul-plus alternatief kompleet. Voor de verbetering van de verbin dingen in Oost-Zeeuws-Vlaanderen bestaan twee alternatieven (fig. 1) 1)een verlengde N61 (Ter Hole- Liefkenshoektunnel) 2) de S25 (Axel-Hulst) autoweg ma ken en de N60 (Hulst-Belgische grens) aanpassen. Bij het eerste alternatief zijn twee tra- cé's denkbaar, waarbij tracé IA en in mindere mate 1B natuur en landschap aantasten, door met name doorsnij dingen van kreekresten en dijken. De investeringen zijn in beide gevallen aanzienlijk minstens 60 miljoen gul den. Tracé 2 heeft ten opzichte van tracé 1 een 5 a 7 km langere route. Een pro bleem levert daarbij de weg van Hulst naar België, die het natuur- en water wingebied bij St. Jansteen doorsnijdt. Alternatieven zijn beperkt. Wat betreft het veer Vlissingen- Breskens moet worden gedacht aan de volgende maatregelen. - Invoering van nachtboten. Gezien de kosten (250 duizend gulden op jaar basis) een blamage voor de Zeeuwse politiek dat dit niet allang gebeurd is. -Toeleidende wegen (versneld) om bouwen tot tweebaans autowegen. Dit verhoogt de verkeersveiligheid (geen landbouwverkeeren be perkt de reis- en wachttijden. - Verbetering van scheepsbegeleiding en navigatie-apparatuur. De veilig heidvan de overvaart wordthierdoor vergroot en de uitval door weersom standigheden sterk beperkt.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 3