ïandhaving van milieuregels, een schone politietaak
Sabine Verburg
Wordt de politie het nieuwe milieu-
geweten van de Nederlandse
samenleving Krachtige uitspraken van
milieuminister Ed Nijpels wijzen in die
richting. De minister stelde enige tijd
geleden dat „handhaving van
milieuwetten niet alleen noodzakelijk is,
maar ook het beste in handen van de
politie".
Hoe is het met de milieu-inzet van de
politie in Zeeland gesteld Een kijkje onder
de milieu-pet van de Zeeuwse
wachtmeester.
Knelpunten
milieugeweten
w
e zitten hier in Zeeland hele
maal niet zo slecht wat het milieu
betreft. De mogelijkheden zijn goed
om aan het verlangen van minister
Nijpels - meer politie-aandacht voor
milieudelikten - te voldoen". Aan het
woord is majoor J. W. Eckhardtde
milieuspecialist van de Rijkspolitie in
Zeeland. Hij zit namens de Rijks- en
Gemeentepolitie in het Provinciaal
Milieu Overleg, naast vertegenwoor
digers van de gemeenten, de water
schappen, de milieu-inspektie, het
Openbaar Ministerie en de Provincie.
Eckhardt„We kennen sinds 1977
bij de Rijkspolitie milieukoördinato-
ren of milieuverbindingsambtenaren.
van nieuwe wetten zijn ingevoerd
zonder dat er voldoende geld beschik
baar was om ze goed uit te voeren. Of
de wetten zijn voor een brede uitleg
vatbaar, bijvoorbeeld de Wet Che
mische Afvalstoffen. Zo blijkt het ver
dunnen van chemisch afval tot kon-
centraties die niet meer onder deze
wet vallen veelvuldig voor te komen,
en niet expliciet verboden te zijn. Ver-
der is niet altijd duidelijk wie er nu in de
eerste plaats belast is met de opsporing
van overtredingen. Naast de politie
hebben namelijk nog tal van ambte
naren (Rijkswaterstaat, gemeenten,
provincie) opsporingsbevoegdheid.
Eckhardt is hier niet zo blij mee. „Niets
ten kwade van die mensen, maar ook
zij zijn niet altijd echt optimaal toege
rust voor deze taak. In feite is opspo-
Dat zijn politiemensen die naast hun
gewone taken met het milieu-toezicht
belast zijn. Ze hebben daarvoor een
speciale opleiding gevolgd met de na
druk op wetskennis. We hebben er in
Zeeland nu dertien. Zij moeten dus
milieuvijandige aktiviteiten opsporen
en rapporteren. Daarnaast hebben we
een milieubijstandsteam, dat voor de
grotere en moeilijkere zaken in de ge
hele provincie beschikbaar is. In dit
team zitten twee milieukoördinato-
ren, twee technisch rechercheurs en
een staffunktionaris. In zijn geheel zie
ik hier in Zeeland een goede basis voor
de opsporing en bestrijding van mi
lieudelikten".
Eckhardt schildert een rooskleurig
beeld. Toch is het in de praktijk in
Zeeland nogal moeilijk werken voor
de politieman met de milieupet. Een
eerste probleem ligt in de milieuwet
geving zelf. De taken van de toezicht
houdende instanties zijn in de laatste
jaren onevenredig toegenomen. Tal
ring toch zeker ook een taak van de
politie. Voor het milieu is de politie
zelfs een soort „eerste-lijnszorg". Maar
helaas worden we vaak pas laat bij een
zaak betrokken".
Eckhardt doelt hier op de situatie
dat zowel het verlenen van milieuver
gunningen als de kontrole ervan gro
tendeels bij de lagere overheden is
neergelegd. Bij de provincie en de ge
meenten. Vaak ontstaat bij het op
stellen van vergunningen een ver
trouwensrelatie tussen zo'n lagere
overheid en de aanvrager, meestal een
bedrijf.
Geen gemeente of provincie wil te
boek staan als bedrijfsvijandig. Men