Konkurrentie Meerdere oorzaken „Op basis van een eerste analyse lan het DIHO blijkt dat de scholek sters uit het Krammer-Volkerak voor al worden teruggezien in het noord oostelijk deel van de Oosterschelde", J/ertelt Peter Meininger. Ze zijn dus paar een klein eindje opgeschoven. In mindere mate vinden we ze terug Bergeenden en zilvermeeuw waar. In de Westerschelde tenslotte, een vergelijkbaar gebied, is géén spra ke van een opvallende toe- of afname van de aantallen vogels. Eindkonklusie is dan ook dat de oorzaak van de achterblijvende vogel aantallen in de Oosterschelde in het gebied zelf gezocht moët worden. Tijdensdevangstwordthetgewichten de leeftijd van de vogels tegelijkertijd even vastgesteld. Wat blijkt nu? Peter Meininger„Uit ringterugmel- dingen blijkt dat de scholekster regel matig in de loop van de winter in Frankrijk opduiken. Door onze gege vens komen we er achter dat het hier vooral om jonge vogels gaat. Dat is een teken dat er in de Oosterschelde een flinke konkurrentie gaande is onder de scholeksters in de voedselgebieden. Het zijn meestal de jonge vogels die in zo'n konkurrentieslag het onderspit delven en wegtrekken. Dat er nu al vroeg in het winterseizoen zowel jonge als oudere scholeksters in Frankrijk opduiken, kan betekenen dat de onder linge konkurrentie flink is toegenomen. De situatie voor de vogels in de Oosterschelde is dus ken nelijk verslechterd. Er hoeft maar wei nig te gebeuren of vogels verlaten de Oosterschelde". in de kom van de Oosterschelde. Te rugmeldingen van scholeksters met kleurringen uit het Krammer-Volke rak komen vreemd genoeg niet uit de monding van de Oosterschelde, de W esterschelde of van buiten de Delta. Duidelijk is dat, ook al zijn de vogels vanuit het Krammer-Volkerak naar de Oosterschelde getrokken, dit niet tot een toename van het aantal vogels heeft geleid. Het tegendeel is eerder Behalve dat slikken permanent onder water staan of verdrogen speelt zich in de Oosterschelde nog meer af, waar door de vogelaantallen afnemen. Uit vogelonderzoek door middel van kleurringen blijkt dat een schokkende ontwikkeling gaande is onder de scholeksters. Om kleurringen aan te brengen worden de scholeksters gevangen. Peter Meininger durft nog niet exakt aan te geven waardoor de vogelaan tallen in de Oosterschelde achterblij ven. Er zijn volgens hem meerdere oorzaken aan te wijzen. Vast staat dat door het manipule ren met de stormvloedkering de sterf te tijdens de laatste strenge winters extra hoog is geweest. De vogels kon den toen tijdens de extreme koude

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 15