Vogelvrij 1988 wordt het jaar waarin in Zeeland de toepassing van Windenergie werkelijk op gang komt. Onder meer ot minder publieke aandacht is een flinke serie projekten in voorbereiding. Enkele ervan zullen nog dit voorjaar gerealiseerd worden. „Onze" Vereniging Zeeuwind zal vanaf april drie molens laten draaien. Zeeuwse projekten Niet overal Windenergie in stroomversnelling geen voedsel zoeken omdat het water hoog bleef. Velen hebben toen het loodje gelegd, met name scholekster, tureluur en bergeend. De intensieve kokkelvisserij vormt een andere oorzaak. De kok kels zijn de voornaamste voedselbron voor met name de scholekster. Het kokkelbestand op de Roggenplaat daarentegen ligt 90% onder het nor male nivo, volgens mededelingen van Rob Lansbeck van het DIHO. Het is dan ook niet vreemd dat de konditie van de scholeksters in de monding van de Oosterschelde verre van normaal is. „Dat is eveneens het geval met de scholeksters die zich ophouden in de buurt van de Philipsdam. De slechte konditie van de scholeksters in dit deel van de Oosterschelde kan ook veroor zaakt worden door de nieuwe situatie die is ontstaan na de afsluiting van de Philipsdam. Het water wordt hier, voorafbij harde wind, zo hoog opge stuwd dat de vogels minder tijd heb ben om bij laag water te fourageren", aldus Peter Meininger. Wat ongetwijfeld ook van invloed is op de vogelaantallen is dat bepaalde delen van de Oosterschelde, die vroe ger moeilijk bereikbaar waren voor de mensen, door de aanleg van dammen gemakkelijk te betreden zijn. Vooral de Oesterdam heeft het vergemakke lijkt om de kom van de Oosterschelde in te trekken. Pierespitters maken hier ongestoord met tientallen tegelijk ge bruik van. De vele hektaren slik die zij bezetten, zijn daardoor vogelvrij ge worden. Al met al is de vermindering van de vogelaantallen in de Ooster schelde een verontrustende ontwik keling. De toekomstige afname van platen en slikken door zandhonger van de geulen in de Oosterschelde doet hieraan ook geen goed. Integen deel. Het minste wat gedaan kan wor den is dan ook om de vogels die nu nog in de Oosterschelde verblijven alle rust te gunnen. Anders zal één van de doel stellingen van het Oosterscheldebe- leid, om de vogelfunktie te handha ven, niet gerealiseerd worden. E r is nerveuze spanning merkbaar onder alle lieden die proberen het ge bruik van windenergie in Nederland van de grond te helpen. Na tien, vijf tien jaar praten, rekenen en ontwer pen moet het er nu echt van komen. Er is een officiële regeringsdoelstelling om binnen een jaar of vijf 150 MW windvermogen te bouwen en binnen 15 jaar 1000 MW. Er zijn overheids subsidies voor fabrikanten en exploi tanten om hen over de drempel te helpen naar rendabele serieproduktie en toepassing en er zijn allerlei verken nende planologische studies uitge voerd. Als het lukt, zullen er binnen afzienbare termijn in de westelijke helft van Nederland enkele duizenden moderne molens staan te draaien. Zulke aantallen zijn ook nodig om een substantiële bijdrage te leveren aan vervanging of voorkoming van milieu- vijandige kolen- of kernenergie. Als het mislukt, zullen in ieder geval een aantal Nederlandse fabrikanten het loodje leggen en zal het lang duren voordat windenergie opnieuw de sta tus van „vrijwel rendabele techniek" heeft bereikt en toepassing op ruime schaal. Hontenisse, Sloe (enkele projekten), Bath, Schore-Hansweert, Oostburg, Kreekrak en Neeltje Jans zijn plekken in Zeeland waarvoor konkrete projek ten in voorbereiding zijn genomen. Samen 50 a 100 molens oftewel ruim 10 MW. Die zullen niet allemaal even snel gerealiseerd worden, maar (naar mijn schatting) toch wel de helft ervan in 1988. Windmolens zijn een schone en daar- q om toe te juichen energiebron. Maar 1 ze zijn wel zichtbaar in het landschap® en kunnen geluidhinder en misschien v gevaar voor vogels opleveren. De op- 2 vattingen over geschikte plaatsen voor windmolens lopen daardoor in s milieukringen simpel gezegd uiteen H van „overal" tot „ergens" of zelfs „ner- gens" (nog afgezien van de gemak- zuchtige variant „ergens anders"). Nu de plaatsing van molens opl allerlei lokaties voor de deur staar, P komt ook in Zeeland een diskussieB hierover op gang. De ZMF is al enkele B

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 16