Jan Willem Jongepier
In bijna vier eeuwen is het denken van
de Staten van Zeeland radikaal omgedraaid.
In 1596 stelden zij een premie in
op het vangen van zeehonden, die pas
in 1949 werd afgeschaft
Toch daalde het aantal zeehonden
in de Zeeuwse wateren juist daarna
in twintig jaar van duizend tot niet veel
meer dan tien.
Maar het tij is nu gekeerdde Provinciale
Zeeland startte 17 maart j.l. samen met
rijkswaterstaat en NMF (Consulentschap
natuur-, Milieu- en Faunabeheer)
een aktie vóór de zeehond.
Trek
Doodkijken
Terug met
de zeehond
o
p 17 maart j.l. werd inMiddelburg
en studiedag gehouden met als titel
.Zeehonden in de Zeeuwse wateren".
!oel was na te gaan wat er nodig is voor
et herstel van de zeehondenstand en
Ihoe andere gebruikers van de grote
wateren daar tegenaan kijken.
Over één ding waren de aanwe
zigen het wel eenser horen meer
zeehonden in Zeeland dan er nu zijn.
Vooral de visserij sputterde nog wat
tegen, vanwege de angst voor leeg
halen van fuiken en andere konkur-
rentie van dit visetende zoogdier. Maar
ook de vissers zien wel dat de aanwe
zigheid van veel gezonde zeehonden
ook een goed (vis)milieubetekent.De
grote achteruitgang die tussen 1950
en 1970 optrad, kwam namelijk ten
dele door de sterke verontreiniging
van het water (met name PCB's). An
dere faktoren waren overbejaging (tot
1961en onrust door de Deltawerken.
Toch is een betere waterkwaliteit en
de afronding van de Deltawerken niet
genoeg om binnen een paar jaar hon
derden zeehonden in Zeeland te heb
ben. Dat b ewijst de Oosterschelde wel.
Het water is hier zuiver genoeg voor
zeehonden en toch zitten er maar en
kele. De oorzaak is, dat het aantal zee
honden alleen snel kan oplopen door
trek vanuit bijvoorbeeld de Wadden
of de Engelse kust. Er zijn nu eenmaal
te weinig zeehonden overgebleven
om het te moeten hebben van voort
planting hier. De te verwachten trek is
echter geringgemiddeld 5 exempla
ren per jaar. Zo duurt het nog tien-
sfaat
prov'a10*
tallen jaren voor het aantal zeehonden
weer een beetje op het oude nivo is.
Maar zelfs al zorgt het opvang
centrum in Pieterburen op kunstma
tige wijze voor meer beesten in Zee
land, dan nog rijzen er problemen.
Zeehonden zijn heel gevoelige dieren,
die snel verstoord raken. Waarschijn
lijk kan ook wel gewenning optreden,
maar voor een wandelaar op 300 m
afstand slaan de meeste zeehonden al
op de vlucht. Voor een motorjacht
snellen ze het water in bij een afstand
van 1500 m (gegevens van onder
zoeker Peter Reijnders). In de Oos
terschelde kan dat een probleem wor
den met plaatselijk (te) veel rekrean-
ten. Nu wreekt zich het bepaald niet
terughoudend beleid ten aanzien van
de rekreatie in de afgelopen jaren. Het
milieu is er goed, maar het ekosysteem
wordt in zijn ontwikkeling beperkt,
doordat bij de gemeenten geldelijk
gewin voorop staat. Enaanzeehonden
kan je niet verdienen.
De rekreatie kijkt daar gelukkig wat
genuanceerder tegenaan. Een verte
genwoordiger van de ANWB had het
op de studiedag over het „positieve
image" van de zeehond en zag er dus
rekreatief brood in. Milieu-gedepu
teerde mevr. G. de V ries waarschuwde
echter wel voor een „doodkijken" van
de zeehond. Veel mensen vinden het
een schattig dier, maar het omgekeer
de gaat nu eenmaal niet op. Een schei
den (zoneren) van de aktiviteiten van
mens en zeehond is dus geboden. En
als we het allemaal serieus menen met
dit dier, zullen we beperkingen moe
ten aanvaarden. De rekreatie dient
weg te blijven bij voor zeehonden ge
schikte zandplaten. En vissers zullen
wat moeten doen om het verdrinken
van zeehonden in fuiken te voorko
men.
Of en in hoeverre men daartoe
bereid is, was aan het eind van de stu
diedag nog niet duidelijk. De visserij
wil grenzen stellen aan het aantal zee
honden plus een schaderegeling heb
ben. Droogers van de ANWB wilde de
sfeer niet bederven door te stellen, dat
zeehonden en mensen nauwelijks in
eikaars vaarwater zouden komen. Zo
eenvoudig zal het in de praktijk niet
liggen, maar de knelpunten moeten
op te lossen zijn.
Gedeputeerde de Vries liet weten
dat op zich te nemen. Zij wil een b etre-
dingsregeling van de platen in de Oos
terschelde - waarover al zo lang wordt
gesproken - in ieder geval vóór het toe
ristenseizoen van 1989.
De politie te water gaf te kennen
aan het handhaven van zo'n regeling
graag mee te werken door middel van
verscherpt toezicht - als daarvoor ook
de middelen beschikbaar komen. Met
zoveel goede wil móet het lukken de
zeehond eindelijk weer levenskansen
te geven in de Zeeuwse wateren. <4
i?