K, Onderzoek Wies Vonck Kleine zoogdieren worden, sinds jaar en dag, beschouwd als ongedierte of schadelijk wild dat uitgeroeid moet worden met vergif, geweer of klem. Ze zouden immers overlast bezorgen molshopen, knaagschade en zelfs ziekteverspreiding. Toch neemt de aandacht voor deze diersoort toe. Het projekt Faunistiek Zoogdieren Nederland, bijvoorbeeld, wil een atlas van de Nederlandse zoogdieren samenstellen. Hiervoor is ook in Oost-Zeeuws-Vlaanderen een inventarisatie verricht, tussen 1978 en 1986. Duidelijk is dat de meeste zoogdier- soorten hun vooikomen daar nog enkel te danken hebben aan een aantal dijken met verruigde vegetatie. Soorten en hun leefomgeving 1 in Oost-Zeeuws- Vlaanderen kleine zoogdieren bestaan uit ver schillende families, geslachten en soorten. Met deze indeling kunnen verwantschappen worden aangege ven. De meest voorkomende indeling is de volgende - insektenetersbijvoorbeeld egel, mol en spitsmuis, - vleermuizen, - haasachtigenhiertoe behoren haas en konijn, - knaagdierenzoals de woelmuizen, ware muizen, ratten, hamsters en eekhoorns, - roofdierenofwel de marterachtigen (wezel, bunzing, hermelijn e.a.). Zoogdierenonderzoek kan op ver schillende manieren gebeuren. In de eerste plaats worden veel gegevens verkregen middels veld waarnemingen, verkeersslachtoffers en sporen, bijvoorbeeld pootafdruk- ken, uitwerpselen, graaf- en vraatspo ren. Hiermee kunnen voornamelijk soorten als haas, konijn, egel, mol, bunzing, hermelijn en wezels worden opgespoord. Om de verspreiding van spitsmui zen en kleine knaagdieren vast te kun nen stellen wordt uitgegaan van braakbalanalyses. Braakballen zijn de onverteerbare resten van prooien welke door een roofdier bijvoorbeeld kerkuil, ransuil of steenuil in de vorm van een bal uitgebraakt worden. Met behulp van tabellen is het dan moge lijk om te bepalen welke botstukken van welke muis afkomstig zijn. Het determineren van vleermui zen, hetgeen in Oost-Zeeuws-Vlaan deren niet is gebeurd, kan geschieden met een zogenaamde bat-detektor. Met dit apparaat kunnen de geluiden van vleermuizen, die voor de mens niet hoorbaar zijn, omgezet worden in hoorbare signalen. Hiermee kan de vleermuis op naam worden gebracht. Tenslotte worden met behulp van vallen gegevens verzameld. Hiervoor worden life-traps gebruikt. Ditzijn val len waarin de gevangen beesten in le ven blijven. Na het verzamelen en uit werken van alle gegevens leverde dat voor Oost-Zeeuws-Vlaanderen het volgende kaartbeeld op. In Oost-Zeeuws-Vlaanderen leven in totaal 27 soorten zoogdieren. Tabel 1 geeft daar een overzicht van. Uit deze tabel is behalve de versprei ding ook de algemeenheid van de soort af te lezen. Deze algemeenheid is echter verraderlijk omdat van som mige soorten slechts enkele waarne mingen en van andere soorten veel waarnemingen bekend zijn. Toch geeft de tabel wel enig inzicht. Duide lijk is dat met name de waterspits muis, de veldspitsmuis, de vos, de zwarte rat en otter betrekkelijk zeld zaam zijn, terwijl eerder genoemde soorten als konijn, haas, mol, egel, maar ook veldmuis, aardmuis en huis muis vrij talrijk zijn. De inventarisatie in Oost-Zeeuws Vlaanderen heeft naast een beeld van de verspreiding van zoogdieren ook een beeld van de biotoopkeuze (dat wil zeggenkeuze voor een leefomge ving) van de verschillende soorten op geleverd. De biotoop van soorten als mol, egel, konijn, haas, wezel en ook bunzing behoeft nauwelijks toelich ting deze soorten komen nagenoeg overal voor. Verspreidingstabel van zoogdiersoorten per waarnemingsveld, in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Bosspltsmuis Dwempitomuis Witcrcpitsmuis Veldspitsmuis Huisspitsmuis Dwtmimili Zwarte rat Waarnemingsvelden in Oost-Zeeuws-Vlaanderen volgens nummering

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 6