Samenwerking Bovendien zou de overheid de bestaande meststoffen- en bestrij dingsmiddelenwetgeving moeten aanscherpen". Ook Wouter van der Weijden ziet perspektief in aanpassing van de mestwetgeving„Zodanig dat de lekken worden gedicht, negatieve prikkels worden weggenomen en po sitieve worden versterkt. De mestwet geving is nog zo lek als een mandje. In de varkenshouderij worden positieve stappen door de boer vaak door de regels afgestraft en negatieve stappen beloond". Hij denkt ook aan finan ciële prikkels„De EG zou import heffingen kunnen leggen op veevoer- grondstoffen en milieuheffingen op veevoer en kunstmest. De opbrengst van die heffingen kan worden geb ruikt om boeren extensiveringspremies te geven". De ZAJK-werkgroep staat minder positief tegenover het pers pectief van bestaande en eventuele nieuwe regelgeving. „De EG moeteen serieuzere milieu-doelstelling heb ben. Milieubeleidbinnen de landbouw is tot nu toe veelal reparatiebeleid. Denk maar aan de mestwetgeving. De ingang „kostenbesparend op input en daarmee tegelijkertijd het milieu spa ren" verdient de voorkeur boven op gelegde regelgeving. Regelgeving werkt veelal polarise rend, terwijl het juist gaat om oplos singen die zowel in het belang van de landbouw als van het milieu zijn. De ZAJK-werkgroep hoopt dat met dit uitgangspunt een nieuwe vorm van samenwerking ontstaat tussen landbouw- en milieuorganisaties. „Zij moeten samen nadenken over haalbare oplossingen voor milieupro blemen. Hierbij zouden de milieuor ganisaties een duidelijke keuze moe ten makenniet en milieuwetgeving maken over de hoofden van de agra riërs heen, en tegelijkertijd kijken naar bedrijfsalternatieven, maar kiezen voor een van beide". Onze andere zegslieden zien zo'n keuze vooraf niet zitten, maar pleiten wel voor samenwerking. Van der WeijdenJe kunt je bijvoorbeeld gezamenlijk sterk maken voor mee onderzoek en voorlichting. Het is bij voorbeeld te gek dat er momentee' wordt bezuinigd op voorlichting ove; geïntegreerde bestrijding in de fn.it teelt. Verder kun je ook zelf voor lichting organiseren voor boeren. Eij dan bedoel ik niet allereerst alterna-l tieve landbouw, want daar staart de milieubeweging zich nog teveel blinc op, maar geïntegreerde akkerbotïf zoals die is uitgeprobeerd in Nagele Als milieumensen zich beter verdie pen in de landbouwpraktijk, valt et heel wat te bereiken. Vereijken noemt nog een andere belangrijke ingang voor milieugroe-j pen„Zij doen volgens mij te weinig aan het mobiliseren van de konsu- ment. Waarom wordt niet meer sa mengewerkt met bepaalde konsu- mentenorganisaties Een massale be wustwording van de konsument over zijn voedsel- en koopgedrag kan ber gen verzetten." Wim Haalboom be vestigt het nut hiervan uit eigen er varing „Er is behoefte aan marktont wikkeling en reklame voor milieu vriendelijke landbouwprodukten om de konsument ervoor te interesseren, met name als de produkten wat duur der zijn. In Brabant wordt gewerkt aan een plan om hiervoor een zelfstand.g marketingburo in het leven te roepen. Dat zou ook voor andere regio's aan te bevelen zijn en nog beter is het als zij zich bij elkaar aansluiten". Het geheel overziend is het niet moeilijk tal van struikelblokken te signaleren. Ma; t net zo goed is het mogelijk dat land bouw en milieu organisaties en de overheid de kansen benutten om ge zamenlijk de landbouw een duw in de goede richting te geven. i

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 10