Eenzijdig Chiei Jacobusse Het landschap van de Zak van Zuid-Beveland dankt veel van zijn charmes aan de massieve bomenrijen die op de kruinen van de dijken zijn aangeplant. Hier en daar een rij iepen, maar verreweg de meeste dijken zijn beplant met Canadapopulieren. Die populieren worden in steeds sneller tempo gerooid. Kilometers bomenrijen zijn in de afgelopen jaren gesneuveld, en het einde lijkt nog lang niet in zicht. Gaat het intieme landschapsbeeld van de Zak verloren Struwelen Toekomst Chiel Jacobusse is wertaaam bij de Stichting Het Zeeuwse Landschap. Kaalslag Zuid-Beveland w F óór de Tweede Wereldoorlog as het bomenbestand op de dijken veel meer gevarieerd dan nu. Iepen waren talrijker en naast populieren kwamen ook eiken, essen en verschil lende fruitbomen als dijkboom voor. n de oorlog werden de dijkbomen j nassaal geveld. De stammen werden pverlangs gespleten en verspreid in iet open veld geplaatst, om op die nanier luchtlandingen onmogelijk te naken. Direkt na de oorlog was er hen groot gebrek aan grondstoffen, pan het toch al zwaar geteisterde Domenbestand werd nog een aanzien- ijk deel -vaak tegen zeer hoge prijzen ■verkocht aan houthandelaren. Volgens ooggetuigen was er spra ke van een komplete kaalslag. Na de oorlog werden veel dijken opnieuw ingeplant, zelfs dijken waar eerder nooit bomen gestaan hadden. Een en ander hing samen met maatschappe lijke veranderingen. De ekonomische betekenis van dijken als weidegron den voor rondtrekkende schaapskud den ging geleidelijk verloren. Vooral als gevolg van de stijging van de loonkosten was deze explotatievorm op de duur verliesgevend. Houtteelt was vrijwel de enige manier om nog opbrengsten te verkrijgen van de dijken. In tegenstelling tot de situatie vóór de oorlog werd bij de herinplant vrijwel steeds dezelfde boomsoort gebruikt de Canadapopulier. Dat is een snel groeiende boom, die na 30 a 35 jaar kaprijp" is. Blijft zo'n boom langer staan, dan is er relatief weinig groei meer en bovendien vermindert de kwaliteit door aantasting van zwam men, insekten of andere parasieten. Als gevolg van de eenzijdige soor tenkeuze en de herinplant binnen een kort tijdsbestek, hebben de bomen op de meeste dijken nu de leeftijd bereikt waarop ze kaprijp zijn. Vele vertonen zelfs al verouderingsverschijnselen. Vooral na een herfststorm is dat goed te merken: sommige dijken liggen j dan bezaaid met afgebroken takken. I Ook komt het herhaaldelijk voor dat 2 tijdens een storm een boom hals over Nieuwe Kamersedijk in Heinkenszand, 1975 kop geveld moet worden, omdat er gevaar dreigt voor het verkeer of voor aangrenzende bebouwing. In veel gevallen is de eigenaar van een boom aansprakehjk voor schade die door omwaaien ontstaat. Dat geldt zeker, als tevoren duidelijk was dat er gevaar voor omwaaien bestond. Voor dijkbeheerders zit er dus weinig anders op dan kappen en herinplanten. Maar ook om een andere reden kan het rooien van dijkbomen wenselijk zijn. De verruiging van sommige bloem- dijken is op zijn minst voor een deel te wijten aan afgevallen populiereblade ren, die als het ware voor een natuur lijke bemesting zorgen. Daarnaast zijn veel bloemdijk- planten warmteminnend en ook daar voor zal de schaduwwerking van de populieren nadelig zijn. Een en ander neemt niet weg dat er op het rooien het nodige valt aan te merken. Op verschillende plaatsen zijn gelijktijdig met de populieren ook waardevolle iepe- en meidoomstuwe- len weggekapt. Daarmee verdwijnt de broedgelegenheid voor tal van vogels en verliezen schaduwplanten als maarts viooltje, nagelkruid en rob erts- kruid hun geschikte milieu. Ook het tijdstip waarop tot kappen wordt overgegaan, is vaak ongelukkig geko zen. Dit voorjaar werden tot ver in mei op diverse plaatsen bomen gerooid. Daarmee gaan onnodig broedsels van vogels als houtduif, ekster en grote lijster verloren. Verder is het bepaald geen overbodige luxe om - bijvoor beeld via kranteberichten - de bevol king van de plannen op de hoogte te stellen. Daarmee kan veel onbegrip en onnodige kritiek worden voorkomen. Voor de Zuidbevelandse dijken be staat sinds een aantal jaren een kap- en beplantingsplan, waarin gekozen wordt voor een grotere verscheiden heid in de aan te planten bomen. De eerste resultaten daarvan worden lang zamerhand zichtbaar. De laatste tijd zijn er dijken heringeplant met iepen, eiken, essen en linden, allemaal bo men met een verschillende levens duur. Hopelijk worden toekomstige generaties daarmee gevrijwaarde van van een derde kaalslagronde. -4

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1988 | | pagina 5