Wim van Wijngaarden
Zelfs de meeste natuurliefhebbers en
beroepsbiologen kennen paddestoelen
voornamelijk uit de groentewinkel of uit
kinderversjes. Bij nadere kennismaking
blijkt het echter een fascinerende en
veelvormige groep planten te zijn.
Het rapport van Wim Kuijs geeft hiervan
voor Zuid-Beveland een aardig beeld.
Een professionele inventarisatie door
een ware liefhebber.
Hoed en steel
15
De paddestoelen
van Wim Kuijs
'oorzaak van het gebrek aan ken-
rus over paddestoelen (schimmels,
immen) is vooral de onopvallend-
i d en moeihjke herkenbaarheid van
de meeste soorten. Probleem is ook
d veel paddestoelen maar in een kor-
t (soms moeilijk voorspelbare) peri
ode van het jaar te vinden zijn. Som
mige soorten kunnen jaren onder
gronds, en dus onvindbaar, wachten
op goede omstandigheden om hun
bovengrondse vruchtlichaam (de pad-
de stoel) te vormen.
Dat betekent dat je voor een in-
v ntarisatie niet kunt volstaan met één
u reinbezoek pas na een serie waar-
ïr mingen, verspreid over het jaar en
c er een aantal jaren, is een vrij kom-
p -et beeld van een gebied te vormen.
Wim Kuijs heeft Zuid-Beveland on
derzocht in de periode 1982-1987.
Het park Goes-Zuid, als het ware zijn
achtertuin, bezocht hij bijvoorbeeld
Dwergaardster
Paddestoelen van groot naar klein
r;
45 maal, de Piet (langs het Veerse
Meer) 59 maal. Geen enkele maand
van het jaar is zonder waarneming.
Natuurlijk is niet heel Zuid-Beve
land zo intensief bekeken, maar de
totaallijst van 646 soorten (op een aan
tal van ca. 3300 in heel Nederland) is
indrukwekkend. Het grootste deel
van het werk heeft hij alleen verricht.
De inhoudsopgave laat zien dat alle
denkbare plaatsen zijn bezocht. Met
dit onderzoek mag Zuid-Beveland nu
tot de goed onderzochte gebieden van
Nederland worden gerekend.
Bij paddestoelen hebben de meeste
mensen het traditionele beeld van een
hoed met een steel, groeiend in een
bos. Dit zijn de „mooiste", althans de
meest opvallende, en via het fotogra
feren daarvan is Kuijs in aanraking
gekomen met de mykologie, de pad-
destoelenkunde. Het bleek niet mak
kelijk de naam van de gefotografeer
de paddestoel te weten te komen en
omdat ook weinig mensen hem kon
den helpen (de Nederlandse Mycolo-
gische Vereniging telt maar enkele
honderden leden waarvan slechts
weinig in Zeeland) moest hij het zelf
uitzoeken.
Bij uitzoeken is het niet gebleven.
Het onderzoek heeft de natuurfoto
grafie overvleugeld. Niet allen de ex-
kursies maar met name het determi
neren van de soorten nemen veel tijd
in beslag. Voor het op naam brengen is
het bovendien nodig om te leren goed
met een mikroskoop om te gaan en je
speciale prepareertechnieken eigen te
maken.