ie toekomst van de landbouw in Zeeland
H
een boeiende avond
Karen Fortuin
„Een proefboerderij in Zeeland kan
een belangrijke rol vervullen bij het
informeren van boeren en het aanzetten
tot een milieuvriendelijkere
bedrijfsvoering". Dat is één van de
konklusies van de thema-avond over de
toekomst van de landbouw, georganiseerd
door de ZMF. De avond was bestemd voor
geïnteresseerden uit natuur- en
milieu-organisaties. Dolf Logeman,
beleidsmedewerkers van de Stichting
Natuur en Milieu, hield een inleiding.
Bedrijfseconomische resultaten van twee landbouw systemen over 1984-1986.
gangbaar
opbrengsten akkerbouw/veehouderij6380
arbeidskosten 2240
werk door derden1130
machines, werktuigen, materialen 1280
totaal kosten8330
netto-overschot -1950
arbeidsopbrengst 290
oppervlakte kultuurgrond17,0
6010
2230
840
1320
7660
-1650
580
17,0
Produktiebeperking
Diskussie
Inhaalmanoeuvre
ZMF
aktiviteiten
lalf acht in de Prins van Oranje:
een zaal vol lege stoelen die verwach
tingsvol gericht staan naar de spreker.
Om kwart vooracht geven we hetop. Er
zit dan een handjevol mensen in de
zaal. Is dit tekenend voor de interesse
die er vanuit de natuurbescherming is
voor de landbouw Terwijl de ontwik
kelingen in de landbouw juist van be
lang zijn voor de natuurbescherming.
Het werd een boeiende avond met na
de pauze een diskussie waaraan
iedereen intensief meedeed.
Dolf Logeman begint zijn verhaal
meteen schets van de ontwikkelingen
in de nederlandse landbouw. De
landbouw is de laatste jaren enorm
geïntensiveerd. Deze intensivering
heeft gevolgen voor natuur, milieu en
landschap. Daarnaast wordt de land
bouw gekonfronteerd met diverse
overschotten.
Op het moment is het grote knelpunt
binnen het landbouwbeleid de graan
overschotten. Tegelijk met deze over
schotten moeten volgens Logeman de
problemen voor natuur en milieu aan
gepakt worden. Hoe zou dat moeten
gebeuren
Logeman is ervoorstander van dat
er afspraken komen over produktie-
beperkingen per land en per bedrijf. In
Nederland is vooral van belang dat de
landbouw extensiever wordt. Ook ge-
ïntegreede landbouw en biologische
landbouw kunnen oplossingen bie
den. In de geïntegreerde landbouw
wordt de bedrijfsvoering zo aangepast
dat het kunstmest- en bestrijdingsmid-
delengebruik minimaal is (zie Wantij
1988, nr. 3).
In Nagele en in de veenkoloniën
staan proefboerderijen voor geïnte
greerde landbouw. Op de proefboer
derij in Nagelewordtweliswaarminder
geproduceerd, maar het netto saldo is
hoger dan dat van een naburig gang
baar bedrijf. Dit komt doordat er op de
proefboerderij veel minder uitgegeven
wordt aan kunstmest en bestrijdings
middelen.
I n de diskussie wordt verder ingegaan
op geïntegreerde landbouw. De aan
wezigen zijn geïnteresseerd in de
vraag „Als geïntegreerde landbouw
zo rendabel is, waarom wordt het dan
nu niet overal toegepast?" Dit ligt
vooral aan de geringe voorlichting. Op
Nagele zijn de middelen om voorlich
ting te geven beperkt en in de geves
tigde landbouwvoorlichting is weinig
aandacht voor geïntegreerde land
bouw. Bovendien kan de praktijkerva
ring van één proefboerderij niet zo
maar overgezet worden naar bedrijven
in andere gebieden. De grond en wa
terhuishouding bijvoorbeeld verschil
len per gebied. Een proefboerderij in
Zeeland zou meeroverde mogelijkhe
den hierterplaatsekunnen zeggen. De
zaal dringt er dan ook op aan, na te
gaan of een dergelijke boerderij in Zee
land niette realiseren valt. Wat de haal
baarheid voor onze provincie is, wist
Logeman helaas niet, maar het lijkt
geen slecht idee om een proefboer
derij in Zeeland op te zetten.
Later in de diskussie wordt duide
lijk dat het voordeel van geïntegreerde
landbouw vooral op milieuhygiënisch
gebied ligt. Landschapselementen
worden niet automatisch ingebouwd
in de bedrijfsvoering van de geïnte
greerde landbouw. Het is aan de na
tuurbescherming deze ontwikkeling
en nauwgezette volgen.
Landbouw is bezig met een inhaal
manoeuvre. Een aantal jaren geleden
heeft de industrie een impuls gehad
milieuvriendelijker te produceren.
Daar is nu het besef gekomen dat veel
maatregelen niet voldoende zijn, om
dat ze slechts dienen voor de topjes
van de ijsberg. Dit besef is er bij de
landbouw nog niet. Zoals iemand uit
de zaal opmerkte, „het gaat niet alleen
om het weg werken van overschotten,
het milieu is eerder gebaat bij een
andere landbouwmethode".