N
Voorlichting
Krijgen ze eindelijk rust
Cor Berrevoets en Thijs Kramer
Voor Zeeland is een ganzenopvangplan
gemaakt Het plan kreeg de steun van zowel
boeren-, jagers-, als natuurbeschermings
organisaties.
Dit opmerkelijke initiatief voorziet in
opvanggebieden in de verschillende
regio's van Zeeland, waar ganzen
veel schade veroorzaken. Onze provincie
loopt hiermee voorop. De landelijke
ganzennota van minister Braks heeft
van alle kanten ernstige kritiek te
duchten. Het is zeer de vraag of de nota
ooit tot beleid verheven zal worden.
Ganzenbeleid
makkelijker is om antwoord te geven
als er een milieuverontreiniging is
geconstateerd en de mensen zich dan
afvragen of ze daar nu ziek van zijn.
Maar als de mensen gezondheids
klachten hebben en die aan een be
paalde vorm van milieuverontreini
ging wijten, ligt de zaak veel moei
lijker". Volgens Jans is dat ook één van
de grote problemen waarmee de
milieu-artsen te kampen hebbenHet
maken van inschattingen van moge
lijke gezondheidsrisiko's voor de
bevolking. „Alleen bij bodemveront
reiniging is het enigszins mogelijk een
risikoanalyse op te stellen. Voor het
binnenhuismilieu daarentegen is het
veel moeilijker. Je zult altijd met veel
aannames moeten werken, de schade
lijke stoffen zijn niet altijd bekend en
evenmin de duur van de blootstel
ling".
Volgens Jans moet voor een goede
advisering toch eerst een registratie
van de gezondheids- ziektetoestand
van de bevolking komen. Dan is het
ook makkelijker om bijvoorbeeld een
koncentratie van specifieke klachten
in een gebied te lokaliseren en daar iets
aan te doen. Maar hier is nog veel werk
aan de winkel meent de milieu-arts,
omdat er problemen over de onder
zoeksmethode zijn en er ook nog geen
goede strukturering van de klachten-
ventaris is.
De voorlichting en advisering ziet Jans
als de belangrijkste taak van een
milieu-arts. Hij sluit daarbij niet uit dat
het uitgebrachte advies niet door ie
dereen zo op prijs gesteld wordt. Je
hebt als arts een vertrouwensrelatie
met de bevolking en die mag je onder
geen beding schenden. Aan de andere
kant staat er vaak een overheid te trap
pelen om liefst pasklare antwoorden
te krijgen. En daartussen zitten ook
nog onze kollegae, de huisartsen, die
verder willen. Maar voor ons staat toch
voorop dat het advies eerlijk, neutraal
en vooral onafhankelijk is. Volgens
mij moet het milieubeleid van de
overheid ook niet op de risiko's voor
de volksgezondheid gebaseerd zijn.
Een overheid moet alle kanten van een
eventuele vestiging van een fabriek
afwegen. Bij een beslissing moet het
gehele ekologische systeem als uit
gangspunt genomen worden, de
volksgezondheid is hiervan slechts een
aspekt. De mens is nu eenmaal niet de
zwakste schakel in het milieu. Dus de
redenering die politici vaak hand
haven. „Zolang de mens geen schade
lijdt, is het ook niet schadelijk voor het
milieu" gaat niet op.
De milieu-arts wil wel enige rela
tivering geven over zijn werk in de
provincie. ,Je moet geen wonderen
verwachten. Een milieu-arts is een uit
breiding van de dienstverlenende mo
gelijkheden die de gezondheidsdienst
tebieden heeft. Maar één arts voor drie
DGD's is eigenlijk te weinig. Je mo
gelijkheden zijn dan toch wat beperkt.
In dat opzicht is een goede relatie met
de milieubeweging ook zo belangrijk,
omdat deze wat dichter bij de mensen
staat". Jans pleit tenslotten zeer na
drukkelijk voor een groter aantal mi
lieu-artsen. Hij meent dat de studie
een vaste plaats in het akademisch
gebeuren moet innemen. „Maar daar
voor is nog veel geld nodig. Ik hoop dat
de overheid dit wil financieren. Milieu
artsen zijn in relatie tot de Derde We
reld wel als een luxe te beschouwen, als
je ziet dat daar nu nog steeds te weinig
artsen zijn om de kinderziekten te be
strijden. Maar de milieu-arts in Neder
land is een luxe waar we helaas niet
meer buiten kunnen". A
Ganzen in Zeeland
ederland is het belangrijkste
overwinteringsgebied voor ganzen in
Europa. Het Deltagebied neemt daar
bij een belangrijke plaats in. Het gaat
in onze provincie om 5 ganzesoorten,
te weten de rotgans, brandgans, kol-
gans, rietgans en grauwe gans. De
soorten die het talrijkst voorkomen,
de kolgans en de rotgans, eten vooral
gras en wintertarwe. Bij deze gewassen
is er nogal eens sprake van schade.
In Zeeland is in 1986 voor bijna
5 50.000 gulden aan ganzenschade uit
gekeerd. Voornamelijk in koude pe
riodes en in het late voorjaar treedt
schade op. 80% van de schade wordt
veroorzaakt door de rotgans. De ac
ceptatie van de schade door de boeren
is de laatste jaren duidelijk minder ge
worden en de uitgekeerde schade is
behoorlijk gestegen. Dit heeft op een
aantal plaatsen geleid tot eksperimen-
ten. Op Sint-Philipsland en in de Wil-
helminapolders ten noorden van
Goes werden tegen een vergoeding
overjarige graszaadpercelen aangewe
zen als gebieden waar rotganzen onge
stoord mogen fourageren. Met de
lokale jagers werd afgesproken dat
deze de ganzen op de omliggende
schadegevoelige percelen verjagen en
op de aangewezen percelen met rust
laten. Ook in de Yerseke Moer werd
een regeling getroffen, waarbij het
Zeeuwse Landschap haar beheer in
het centrale weidegebied mede richt
op de opvang van kol- en rotganzen.
Met name vanuit de landbouworga
nisaties is aangedrongen op een gan
zenbeleid voor heel Zeeland. Natuur
bescherming, landbouw en jagers bij
een in een ganzenoverleg, konden in
grote lijnen instemmen met een op-