c
Albert Groenendijk en Hans Bannink
De kans op een milieuramp in het
kwetsbaarste deel van de Oosterschelde
is sinds 1986 toegenomen.
Onlangs zijn er extra maatregelen
genomen om de verkeersveiligheid
op de scheepvaartroutes te verbeteren.
Het vervoer van gevaarlijke stoffen
blijft echter een te groot risico.
Gevolgen voor plant en dier
Vervoer gevaarlijke stoffen
over de Oosterschelde
inds de afsluiting van het Tho-
lense gat in 1986 ligt het absolute
zwaartepunt van de beroepsvaart over
de Oosterschelde op het trajekt
Krammersluis-Kanaal door Zuid-Be
veland. Als gevolg hiervan zal de ver
keersintensiteit op de vaarroute via
het Brabantse Vaarwater en de Witte
Tonnen Vlije naar verwachting in
1990 zijn vervijfvoudigd ten opzichte
van de situatie van vóór 1986. In totaal
zal hier in 1990 ruim 3,2 miljoen ton
milieugevaarlijke stoffen passeren.
Ongelukkig genoeg hebben juist
op deze vaarroute de afgelopen 10 jaar
veruit de meeste geregistreerde
scheepsongevallen plaatsgevonden.
Bovendien is het extra riskant omdat
nu net daar de meest waardevolle na
tuurgebieden en visserijpercelen lig
gen.
Om te voorkomen dat het aantal
ongevallen, evenals de verkeersinten
siteit, vervijfvoudigt, heeft Rijkswater
staat eind 1988 de scheepvaartbege
leiding op deze route sterk verbeterd
en uitgebreid. In een rapport uit sep
tember 1988 spreektmende verwach
ting uit dat deze maatregelen het aan
tal ongevallen met 50% terugdringt
tot 3,7 per jaar. Dat is voor deze route
echter het drievoudige ten opzichte
van de periode 1978-1986. Het wordt
er dus allesbehalve veiliger op.
Verder heeft men een berekende
schatting gemaakt dat gemiddeld één
maal per 7 jaar milieugevaarlijke stof
fen (minimale hoeveelheid 30 ton) ten
gevolge van een scheepsongeval in de
Oosterschelde terecht kunnen ko
men. Het is nog maar de vraag hoe be
trouwbaar deze schatting is. Gezien
een aantal onzekere gegevens bij de
berekeningen is het hoogstens een
ruwe benadering van de werkelijke
kans op een ongeval. Zo is het bij
voorbeeld op dit moment moeilijk te
voorspellen of de maatregelen van de
scheepvaartbegeleiding de hoeveel
heid ongevallen inderdaad, zoals ver
wacht, met 50% terugdringt. Als deze
schatting te optimistisch blijkt te zijn,
is de kans dat milieugevaarlijke stof
fen in de Oosterschelde terecht ko
men vanzelfsprekend nog groter.
Olie is verreweg de bekendste van de
milieugevaarlijke stoffen, ook het aan
deel van olieprodukten in de totale
hoeveelheid over de Oosterschelde
vervoerde gevaarlijke stoffen is groot,
namelijk zo'n 90%.
Iedereen herinnert zich natuurlijk
de afschuwelijke beelden van de ern
stige olievervuiling die eind 1987 de
olievervuillng
Zeeuwse kust teisterden. En het
scheepsongeval bij de Grevelingen-
dam, waarbij zo'n 100 ton zware stook
olie in de Oosterschelde terecht
kwam, is ook nog maar amper een jaar
geleden.
Het zijn vooral de watervogels die
het kind van de rekening zijn. Maar
ook andere, kleinere levensvormen
zoals (micro)algen, dierlijk plankton,
De vaarroutes
«CHOUWIN.
ColijniplMt
S venisse
1Tholense Gat
2. Krammersluizen
3. Witten Tonnen Vlije
4. Brabants Vaarwater
5. Engels Vaarwater