Zeer giftige stoffen Verbod en eieren en larven van vissen en schelpdieren zijn het slachtoffer van (de bestanddelen van) olie in het water. Bij een betrekkelijk lage koncentratie van minder dan 5 rng/1 kan in veel gevallen op korte termijn al een mas sale sterfte optreden. Van volwassen vissen is bekend dat ze soms nog wel in staat zijn om zwaar met olie verontrei nigde gebieden te ontvluchten. Door de invloed van het getij blijft een deel van de olie op de platen, slik ken en schorren achter. De gevolgen hiervan duren relatief lang omdat de resten minder snel worden afgevoerd dan in het water. Dit wordt nog ver ergerd door het graven en omwoelen van de bodem door allerlei bodemdie- ren, die de olie tot enige tientallen cen timeters de bodem inwerken. Hier door breekt de olie nog langzamer af en worden de planten en dieren langer blootgesteld aan giftige stoffen. Om dat juist deze voedselrijke intergetij- dengebieden tijdens laagwater heel belangrijk zijn voor watervogels en tij dens hoogwater voor bijvoorbeeld schol en garnaal, is het duidelijk dat een aantal plant- en diergroepen sterk te lijden zullen hebben van oliever vuiling. Dit geldt eveneens voor de commercieel belangrijke schelpdie ren. De dieren die het overleven kun nen door een smerig uiterlijk of door een vieze smaak nog lange tijd onge schikt zijn voor konsumptie. Zo is in 197 3 de mosselhandel enige maanden stil gelegd na een ongeval bij Wemel- dinge waarbij zo'n 80 ton gasolie in het water terecht kwam. Tot nu toe hebben we het alleen over de schadelijke effekten van oliepro- dukten gehad. Dit is echter nog niets vergeleken met andere stoffen die per schip de Oosterschelde oversteken. Vele andere zeer giftige verbindingen waaronder styreen, tolueen, trichloor- ethaan, epichloorhydrine en acrylo- nitril passeren ook regelmatig uiterst kwetsbare natuurgebieden en visserij percelen. De toxiciteit van deze stof fen is vele malen hoger dan die van de eerder genoemde olieprodukten en een ramp met deze stoffen zal dan ook desastreuze gevolgen hebben voor het leven in de Oosterschelde. Als bij voorbeeld het bekende houtverduur- zamingsmiddel creosoot (bevat on dermeer kankerverwekkende polycy clische aromaten) in het water van de Oosterschelde terecht komt kan er plaatselijk al een massale sterfte op treden na een betrekkelijk geringe lo zing. Om te illustreren hoe giftig sommige over de Oosterschelde ver voerde stoffen zijnde koncentratie van creosoot in water waarbij aange nomen wordt dat er geen nadelige ef fekten meer zijn op de organismen, is 0,001 mg/1. Bij een geringe lozing van 20 ton creosoot moet men nog reke ning houden met koncentraties in het Oosterscheldewater tot 0,5 mg/1. Naast de onmiddellijke sterfte door deze giftige stoffen vindt er via het voedsel een ophoping plaats in dieren. Dit heeft op den duur zeer ernstige gevolgen voor de vitaliteit en voort planting van diverse diergroepen, zo als vissen, vogels en zeehonden. Onlangs protesteerde de schippers vereniging „Schuttevaer" bij het Mini sterie van Verkeer en Waterstaat (o.a. PZC 29/12) tegen het voornemen om de Witte Tonnen Vlije voor de scheep vaart te sluiten. Rijkswaterstaat zou dit op aandrang van de milieu-organisa ties willen doen en bovendien, zo stelt „Schuttevaer", is Rijkswaterstaat dan blij tevens verlost te zijn van terugke rende en dure baggerwerkzaamhe- den aldaar. Het Vaarwater Witte Tonnen Vlije is een kortere vaarroute Kram- mersluis-Wemeldinge dan de route via het Engels Vaarwater. Het is echter een druk b evaren en vooral nauw vaar water, waardoor het risico van aanva ringen en strandingen daar zeer na drukkelijk aanwezig is, en een stuk groter moet worden geacht dan tij dens de vaart door het Engels Vaar water. Zo'n ingrijpende maatregel, die het totaal sluiten van de vaart door de Witte Tonnen Vlije is, zou voorafge gaan kunnen worden door eerst een proef te nemen met een alternatief plan, namelijk het invoeren van een verkeersscheidingstelsel. Dit behelst het instellen van een eenrichtingsver keer, zodanig dat de scheepvaart rich ting W emeldinge alleen via het Engels Vaarwater mag varen en de scheep vaart vanaf Wemeldinge - in noord- waartse richting - kan kiezen voor de route via de Witte T onnen Vlij e of het Engels Vaarwater. Daarmee wordt voor een deel tegemoet gekomen aan de wensen van „Schuttevaer", maar vooral betekent dit een belangrijke vermindering van het aanvarings risico, omdat er dan geen tegemoet komende scheepvaart in de Witte Tonnen Vlije vaart. Ondanks alle preventieve, scheep- vaartbegeleidende maatregelen die onlangs in bedrijf zijn gesteld of nog onderwerp van overweging zijn, kan alleen een strikte, beperkende wetge ving voldoende zekerheid bieden dat een ongeval met de meest milieuge vaarlijke stoffen wordt voorkomen. Zoals eerder door Hans Bannink (Wantij 5e jaargang, nr. 4) is betoogd lijkt, uit oogpunt van natuur- en mi lieuwaarden en ook terwille van de vis serij, een totaal vervoersverbod voor de gevaarlijkste toxische stoffen on afwendbaar. Verder verdient het sterk aanbeveling om het vervoer van ove rige milieugevaarlijke stoffen in ge- varenklassen in te delen met daaraan verbonden een beperking van de in houd per ladingtank bij tankschepen. Het moet wel heel gek gaan wan neer we de politieke besluitvormers niet van de gevaren kunnen overtui gen. De Oosterschelde is immers niet voor niets aangewezen als beschermd natuurgebied -r-'- Wemeldinge

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 12