D wat moeten we ermee Milieurisico's Technische maatregelen José Lemmen en Theo Prins Op dit moment gaat al het afval dat de Zeeuwse huishoudens produceren naar de vuilstort. Volgens Nijpels moet daar een einde aan komen. De provincie Zeeland heeft te horen gekregen dat er meer verbrand moet worden, wellicht in samenwerking met de provincie Noord-Brabant. Wat ook verteld is en hopelijk opgepikt wordt, is dat hergebruik en het voorkomen van afval gestimuleerd moeten worden. Worden daar al onderzoeken naar uitgevoerd in Zeeland De enige echte oplossing De gemeenten hebben ook hun taak Theo Prins is bestuurslid van de Zeeuwse Mi lieufederatie en lid van de werkgroep Milieu Midden-Zeeland. in Zeeland e stortplaatsen in Nederland en ook in Zeeland dreigen vol te raken. We kunnen niet tot in lengte van jaren door blijven gaan met het aanleggen van kunstmatige vuilheuvels. Neder land raakt volAlhoewel in Zeeland nog wel enige ruimte is heeft het Mi nisterie van VROM ook in Zeeland aangedrongen op een beperking van het storten. De provincie Zeeland heeft nu laten onderzoeken of hier geen vuilverbrandingsinstallatie kan komen. De financiële plaatjes van: verbranden in Zeeland, ofinMoerdijk, of hier voorbewerken en in Moerdijk verbranden worden naast elkaar ge legd. Burgemeester Van de Heuvel van Borsele wist het antwoord van te voren alal het Zeeuwse afval moet in Zeeland verbrand worden. Dat is goedkoper en kwaad voor het milieu kan het niet. Of dat laatste waar is zullen we eerst eens bekijken. Vuilverbrandingsinstallaties staan in een kwade reuk door hun uitstoot van zoutzuur, zware metalen, organo- chloorverbindingen en dioxines. Ze produceren daarbij ook nog het een en ander aan verbrandingsresten (vliegas, slakken en rookgasreinigingsresten) die stuk voor stuk aangemerkt moe ten worden als chemisch afval. Het storten van afval is ook niet zonder risico's getuige de verhalen over oude vuilstortplaatsen die regel matig naar boven komen. Verontrei niging van bodem, grondwater en op pervlaktewater, verspreiding van gif tige stoffen naar de omgeving, stank overlast, ongedierte en ruimtege brek; allemaal ernstige problemen. Natuurlijk valt hier het een en ander aan te doen met technische maatrege len, die dan ook zeker geëist moeten worden. Toch blijven er belangrijke nadelen kleven aan beide afvalver werkingsmethoden. Vuilverbrandingsinstallaties stoten beduidend minder schadelijke stoffen de lucht in met rookgasreiniging. In de Nederlandse installaties is dat nog een zeldzaamheid. In de meeste gevallen zijn alleen elektrofilters aanwezig, die vluchtige metalen (o.a. kwik) en het fijnere vliegstof (met daaraan gebon den de zware metalen, PAK's en or- ganochloorverbindingen) gewoon doorlaten. Het type rookgasreiniging dat men kiest bepaalt de resultaten. Uit onderzoek komt natte rookgasrei niging als meest betrouwbaar uit de bus. Bij iedere nieuwe vuilverbran dingsinstallatie zal deze techniek ge- eist moeten worden. De uitstoot -naar de lucht komt met natte rookgasreiniging onder de wettelijke normen, maar we blijven met het een en ander aan problemen zitten. Bij onvolledige verbranding ontstaan dioxines die zeer schadelijk zijn voor de gezondheid, de uitstoot van cadmium en kwik blijft aan de hoge kant en er ontstaat een hoeveel heid verbrandingsresten die als che misch afval'opgevat moet worden. Bij storten kunnen we de milieurisi co's beperken door folies aan te bren gen aan de onderzijde van de belt en maatregelen te treffen tegen de ver spreiding van schadelijke stoffen naar het oppervlaktewater. De bescher mende werking van folies wordt ech ter niet langer dan twintig tot vijftig jaar gegarandeerd en bij de naden is men ook niet helemaal zeker. Daarbij blijft het moeilijk om te kontroleren wat er precies op de vuilstort komt en het probleem van ruimtegebrek blijft ook overeind. De enige echte oplossing moet wor den gezocht in het verminderen van de hoeveelheid afval en het zoveel moge lijk inzetten van hergebruik. De Zeeuwse Milieufederatie twijfelt of daar in Zeeland wel voldoende aan dacht aan geschonken wordt Enige tijd geleden kwam de pro vincie tot de konklusie dat centrale kompostering in Zeeland financieel niet haalbaar was. Nu wordt het finan ciële plaatje opnieuw gemaakt. Vuil verbranding is veel duurder dan stor ten dus een vermindering van afval door kompostering lijkt nu een aan trekkelijke zaak. Laten we hopen dat het streven er werkelijk is om over te gaan tot kompostering van 20% van het huishoudelijk afval en dat de be weegredenen niet alleen van ekono- mische aard zijn. Het i storten en verbranden van groente-, fruit- en tuinafval is een enor me verspilling van grondstoffen. Het mag absoluut niet zover komen dat er in Zeeland straks een verbrandingsin stallatie staat met een kapaciteit, die het gevaarte rendabel kan laten draai en, maar ieder initiatief tot een ver mindering van afval remt. Uitgangs punt voor de plannen moet zijn dat vermindering en hergebruik van afval tot de mogelijkheden behoort als er maar hard genoeg aan gewerkt wordt. Terwijl in andere provincies driftig ge- experimenteerd wordt met geschei den inzameling van blik, groente-, fruit- en tuinafval, landbouwplastic, kringloopartikelen e.d. blijft het in Zeeland angstig stil. Hier en daar ont staan goede initiatieven. Zo wil de Kontaktgroep gemeentelijk groenbe- heer Zeeland, een proefprojekt star ten voor de kompostering van open baar groenafval. In Oostburg vroeg de fraktie van Dorpsbelangen en Toe risme de gemeente om het afvalstof- fenprobleem intensiever aan te pak ken. Diverse Walcherse en Zeeuws- vlaamse gemeenten hebben kom- postvatenakties gehouden. Deze ge luiden zullen veel meer moeten klin ken. De Zeeuwse Milieufederatie zit ook niet stil. De werkgroep Milieu Midden-Zeeland voert op dit moment een onderzoek uit onder alle Zeeuwse gemeenten naar het scheiden van huis houdelijk afval. Meer hierover in één van onze volgende Wantij-nummers.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 13