Waterbeheersing
Waterkwaliteit
Verstoring en vertrapping
Foutief beheer
Henk Castelijns en Henk Mosterdijk zijn leden
van de Natuuiteschermingsvereniging „De
Steltkluut".
Op 2 juni organiseren de Zeeuwse Milieu
federatie, de Zeeuwse Waterschapsbond en
Provinciale Waterstaat Zeeland een studiedag
over het krekenbeheer. Nadere informatie:
ZMF, tel. 01100-28259.
puntkroos
veelwortig kroos
tenger fonteinkruid
krul fonteinkruid
zilte schijnspurrie
gerande schijnspurrie
zilte rus
div. kweldergrassen
rode waterereprijs
moerasvergeet mij nietje
div. vlotgrassen
div. orchideeën
bouwland
matig voedselrijke
kreek
vochtige kreekoevers
Kenmerkende planten in de Zeeuws-Vlaamse kreken /<>-efcfc^
land voor agrariërs minder aantrekke
lijk zijn, heeft men veel grasland omge
zet in akkerland. De overgebleven
graslanden worden meestal erg inten
sief beheerd. Om de opbrengst te ver
hogen wordt de grasmat sterk bemest
en middels scheur en bestrijdingsmid
delen uniform gehouden. Ophoging is
een andere methode. In het verleden
werd hiervoor behalve van puin en
grond nogal eens gebruik gemaakt
van chemisch en huishoudelijk afval
(diverse kreken in de Kanaalzone). In
het gunstigste geval werd na ophoging
opnieuw grasland ingezaaid, meestal
en ongunstig voor planten die op slik-
stranden groeien en vogels die er broe
den. Omdat men aan kreken geen
waarde toekende, werden ze nogal
eens te nutte gemaakt door ze om te
vormen tot watergangen. Soms ging
men zelfs zover dat langs delen van de
oevers beschoeiing aangebracht werd
(Graauwse Kreek). Het sprekendste
voorbeeld van wat ontwatering te
weeg kan brengen is de Polsvliet. On
danks dat er na de ruilverkaveling een
relatief groot oppervlak aan grasland
overbleef, zijn hier veel bijzondere vo
gel- qn plantesoorten verdwenen.
echter werd alles in akkerland omge
zet. Recent gebeurde dat nog nabij de
Spuikom in de Koninginnepolder, de
Axelse Kreek en de Pyramide. De hui
dige graslanden dienen behouden te
blijven en waar mogelijk uitgebreid te
worden. Instrumenten daartoe zijn
het verwerven van kreken met oever
landen door natuurbeschermingsor
ganisaties en het afsluiten van beheers
overeenkomsten in het kader van de
Relatienota.
Het handhaven van een laag winter-
peil en een hoog zomerpeil, is voor de
landbouw gunstig omdat in het voor
jaar droge grond sneller opwarmt en er
in de zomer minder kans op vochtge-
brek ontstaat. Het handhaven van een
dergelijk peil is echter tegennatuurlijk
Is de waterkwantiteit een probleem,
met de waterkwaliteit is het niet beter.
In bijna alle kreken treedt tengevolge
van uitspoeling van meststoffen,
storten van (landbouw)afval en het lo
zen van huishoudelijk afvalwater ge
regeld een sterke algenbloei op. Hier
door wordt de waterflora en -fauna
vernietigd. Dit heeft ook effekten op
de vogelstand. Kreken die te gronde
dreigen te gaan aan het lozen van huis
houdelijk afvalwater zijn bijvoorbeeld
het Canisvliet en de Nol bij het Mau-
ritsfort. Een betere waterkwaliteit is
dringend gewenst. Dit betekent be
ëindigen van lozingen van ongezui
verd afvalwater en van het storten van
(landbouw)afval in kreken. Het stor
ten van chemisch en huishoudelijk
afval, dat in het verleden nogal eens
plaats vond, heeft ongetwijfeld ook
een negatieve invloed op de waterkwa
liteit. Het opgraven en afvoeren van
dergelijk afval is pure noodzaak.
Door jagers en vissers treedt vaak ver
storing van vogels op en wordt de ve
getatie vertrapt. De jacht nabij kreken
dientdanookzoveelmogelijkbeperkt
te worden. Dat vissen niet persé met
verstoring en vertrapping hoeft samen
te gaan, kan men bij het Canisvliet
zien. Hier wordt gevist vanaf speciaal
aangelegde steigers. Op de rest van de
oever is vissen niet toegestaan. Het is
zinvol in overleg met vissers dergelijke
zoneringsafspraken ook voor andere
kreken te maken. Een andere bron van
verstoring die in de toekomst moge
lijk zal optreden is kanoën. Tot heden
is kanoën op veel plaatsen verboden.
Het handhaven van dit verbod is ge
wenst. Dit geldt ook voor afwate
ringskanalen en dergelijke, omdat
deze dezelfde functie voor dieren
hebben als wegen voor het verkeer.
Negatieve aktiviteiten die vooral in
Oostelijk Zeeuws-Vlaanderen plaats
vinden, zijn het beplanten van oevers
met populieren (Axelse Kreek en Ko-
nijneputten) en het jaarlijks maaien
van riet ten behoeve van de rietwin
ning (de Nol, Westgeul en Axelse
Kreek). Het is gewenst dat na het kap
pen van bomen niet opnieuw inge
plant wordt en het riet alleen te maaien
als dat uit het oogpunt van natuurbe
heer wenselijk is. Jaarlijks maaien
vanwege rietwinning kan hiertoe niet
gerekend worden. -4
mm