D «iSTOP COVR/V Milieu-effect rapport en vergunningen Radioactief afval Hans Bannink Meer dan ooit tevoren worden Zeeuwen boos en ongerust over de kwade kanten van kernenergie, nu het radioactieve afval in hun eigen straatje wordt neergelegd. Wat is er in Borsele aan de hand en vanwaar al die 2500 bezwaarschriften °N& gesloten Overstromingsgevaar Radioactief afval in Sloegebied Dr; 'e centrale organisatie voor ra dioactief afval (COVRA) is door de regering belast met het inzamelen, verwerken en opslaan van al het Ne derlandse radioactieve afval. Ze is on derdeel van de kernenergie-lobby. Voor een nieuwe opslagplaats had de COVRA een flink stuk grond ge kocht van de PZEM naast de kern centrale Borssele en vlakbij het dorp. Daar zou het radioactieve afval uit al lerlei bronnen, zoals onderzoeksin stellingen, ziekenhuizen en kerncen trales in de komende 50-100 jaar wor den opgeborgen. De COVRA is echter voorbijgegaan aan de moge lijkheid dat de inwoners van de ge meente Borsele er niet zo vrolijk ge stemd over zouden zijn om al dat ra dioactieve afval pal naast de deur te krijgen. Zowel het gemeentebestuur als de COVRA moesten hun huiswerk overmaken. De belangstelling richt zich nu op het Sloegebied, wat verder weg van het dorp Borssele maar toch nog op korte afstand van de kerncen trale. Voor het nieuwe plan is vergunning gevraagd volgens de Kernenergiewet en de Wet verontreiniging opper vlaktewater (WVO). Ook is er een „locatiegebonden milieu-effect rap- pport" (MER) gemaakt, twee zeer om vangrijke stukken. De COVRA vraagt een oprichtingsvergunning volgens de Kernenergiewet voor het totale com plex en een vergunning voor het in werking brengen van de eerste be- drijfsfase. Via die oprichtingsvergun ning wordt daarmee al de basis gelegd voor verdere uitbreidingen. In radioactiviteit gemeten ontstaat meer dan 90% van het afval in kern centrales. Het hoog radioactieve afval is verreweg het gevaarlijkst om te hanteren en het blijft buitengewoon lang radioactief. De COVRA moet ervoor zorg en dat radioactief afval niet in het milieu terechtkomt en dit be tekent het isoleren, beheersen en con troleren van het afval. Het is de grote vraag of de COVRA daartoe de ko- kerncentrales (4000 MW). Zonder verdere uitbreiding van kernenergie rekent de COVRA op 60.000 m3 afval, dit noemen ze de eerste bedrijfsfase. In die periode zal het vaste laag en middel radioactieve afval worden samenge perst om het volume zoveel mogelijk te verkleinen. Met de volgende stap, §1fê <cr STOP P i BORSSEU BESntTTiNG^ Aktie tegen de COVRA mende 50-100 jaar in staat is. Hoe het daarna moet weet nog niemand. De COVRA rekent uiteindelijk op een hoeveelheid op te slaan verpakt radioactief afval van max. 140.000 m3. Dat ontstaat als men in Nederland op de huidige voet doorgaat met het pro duceren van dit afval plus daarbij nog eens 30 jaar lang het afval uit nieuwe zodra er méér kernenergie wordt op gewekt, wil de COVRA al dit afval gaan verbranden. Dat is nergens goed voor, want er wordt alleen mee bereikt dat de hoeveelheid afval slechts vijf pro cent kleiner wordt. Door afvalver branding veroorzaakt de COVRA luchtverontreiniging en er wordt ver ontreinigd afvalwater op de Wester- schelde geloosd. Bij normaal bedrijf zal de jaarlijkse uitworp van radioac tieve stoffen naar lucht en water 2/ maal hoger zijn dan zonder verbran ding. De blootstelling van werkne mers aan radioactieve straling levert een drie keer zo hoge dosis op als bij niet verbranden. Storingen aan de verbrandingsovens zullen het beeld nog slechter maken. Een grote overstroming kan in Zee land één keer in de 4000 jaar optreden. Het Sloegebied is buitendijks gebied, waarvan de maaiveldhoogte op 5,20 m boven N.A.P. ligt. Bij een grote overstroming met als gevolg dat de bij de COVRA opgeslagen vaten met ra-

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 3