Slufter Neeitje Jans Een inbraakgat in de duinen „In het traditionele zeeweringen- beheer staan we dat proces niet meer toeHet is zelfs een geldende norm om het ongebreidelde verstuiven tegen te gaan met als argument dat anders de zeewering in gevaar komt", vertelt John. Studies wijzen uit dat duinen niet weg waaien. Het stuiven is in zichzelf beperkt. Mits er geen overmatige in grepen van de mens zijn. Zoals vroe ger, toen iedereen konijnen fokte in de duinen, of er hout kapte, plagde en er vee hield. Dat de duinen vroeger ver stoven is zodoende niet verwonderlijk. In een natuurlijke situatie wint de ve getatie het en blijft het verstuiven be perkt tot de zeereep. De duinen moe ten dan wel breed genoeg zijn. Op Schouwen is dat duidelijk het geval. Daar speelt het veiligheidsaspekt niet, want de duinen zijn breed genoeg. Hier hoeft het verstuiven niet tegen gegaan te worden. Het duin en de zee horen bij elkaar. Vooral in een deltagebied, waarvan de monding voornamelijk zandig is en op natuurlijke wijze duinvorming op treedt. Daar horen ook slufters bij, inbraakgaten in de duinen. Die leve ren brede kontaktzones op met volop mogelijkheden voor de natuur. In strandvlakten achter een niet geslo ten zeereep en in inbraakgaten kun nen verschillen optreden in zoutge halte, reliëf, vochthuishouding en slib- gehalte van de bodem. Veel planten en typische broedvogels als plevieren en sterns voelen zich hier thuis. Zoals b.v. in de Verdronken Zwarte Polder, bij het Verklikkerduin of de Kwade Hoek op Goeree te zien is. Bij een strakke kustlijn heeft de zee geen kans meer zo'n doorbraak- geul te forceren. Op de meeste plaat sen is daar door de smalle duinregel ook geen mogelijkheid voor. Maar op de kop van Schouwen is er geen reden waarom de natuur niet vrij spel krijgt. Beyersbergen stelt zelfs voor de natuur een handje te helpen. Er kan ter hoogte van het Meeuwenduin een in braakgat gegraven worden, de wind en stroming doen verder de rest. Het ach terland loop t geen gevaar en de natuur is er bij gebaat. Er zijn in Zeeland nog meer moge lijkheden om dit milieutype te ontwik kelen. Op het werkeiland Neeltjejans ligt een brede zandstrook aan de zee kant van de dam. Het ziet er naar uit dat dit zand ook blijft liggen. Met een eenvoudige ingreep kan hier een nieuwe slufter worden aangelegd. Ook in de voormalige haven Schelphoek in de Oosterschelde zijn er mogelijkheden. In het westelijk deel ligt een voormalig zanddepot. Dit kan getransformeerd worden tot losse duintjes. Het getij kan het gebied op naturlijke wijze afwerken en de kwetsbare vogelsoorten als sterns en plevieren hebben er weer een broed gebied bij. De verschillende projekten liggen besteksklaar en John Beyersbergen is ervan overtuigd dat ze niet al te lang meer in de kast blijven liggen. Na alle recente ingrepen in de Delta is het de beurt aan de natuur om het werk te doen, hooguit in het begin even ge holpen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 14