België Scheldeloop Marcel Rekers is sinds april van dit jaar koördinator van het Delta-overleg, een overlegstruktuur van natuur- en milieuor ganisaties in Zuid-Holland, Brabant en Zeeland. Hansweert In het mondingsgebied is de water kwaliteit goed voor de watersport. Er is hier voldoende ruimte tussen scheepvaartroutes. In de druk bevaren, smallere en vuilere Schelde ten oosten van Hansweert, is een dergelijke kom- binatie niet denkbaar. Door kanalisatie van de vaargeul zal daar minder bag- gerwerk nodig zijn, en er wordt zo een heel groot gebied met platen en ondiep water voor de natuur gereser veerd. Baggeren is nodig om de geulen voor de scheepvaart op diepte te hou den, echter als men baggert en stort wordt bodemleven vernietigd en de in het slib opgeslagen verontreinigingen, zoals zware metalen en mikroveront- reinigingen lossen weer op en ver spreiden zich. De extra vertroebeling van het water is bovendien veel groter dan normaal op de overgang van zoet naar zout water. Baggeren, vervuilen van water en waterbodem hebben desastreuze gevolgen voor de organis men die van Scheldewater afhankelijk zijn. De soortenrijkdom is enorm ach teruit gegaan. Schorreplanten als lamsoor en zeekraal bevatten zoveel cadmium dat ze ongeschikt voor kon- sumptie zijn. De vangsten aan garna len waren in de dertiger jaren honder den procenten hoger dan in de Ooster- schelde. Nu is dat omgekeerd. Om het tij te keren pakt het Be leidsplan dan ook flink uit met wat allemaal gebeuren moet vóór 1995. Zo moeten dan de belasting van het Scheldewater met alle vervuilende stoffen met de helft verminderd zijn. De waterbodem mag niet vuiler wor den en vervuilde baggerspecie moet gereinigd worden of gekontroleerd worden opgeslagen. De beperking van het Westerschelde- beleidsplan is reeds opgemerkt. Men draait er in het plan niet omheen: de Belgen bepalen het tempo waarin de Schelde weer schoon wordt. De mees te vervuiling komt namelijk van onze Zuiderburen. Tekenend is het volgen de voorbeeld: In Zeeland worden organische verontreinigingen vanaf 1990 niet meer direkt in de schelde geloost. Echter de Belgische bevol king poept nog voor 2/3 direkt in de rivieren. De industrie levert nog haar aandeel en het totaalbeeld is, dat van de drie Scheldelanden België voor meer dan 75% van de zuurstofbinden de stoffen in deze rivier, verantwoor delijk is. Toch heeft België één plan dat gedeeltelijk van toepassing is op het water van de Schelde: het Milieu- en Natuurplan 2000 (MINA) dat is samengesteld onder verantwoordelijk heid van de Vlaamse milieuminister Kelchtermans. Het is de Belgische variant van ons Nationaal Milieube leidsplan (NMP). De doelstellingen zijn lovenswaardig, maar de maatrege len zijn zo lek als een mandje. Ondui delijk is waar het geld vandaan moet komen om alle Belgen in 1995 op een rioolwaterzuivering aan te sluiten. Een ander punt is de verontreiniging van Scheldewater met fosfaat- en nitraat verbindingen. Stoffen die afkomstig zijn van landbouw, industrie en was middelen, en die de Schelde overma tig bemesten. Daar rept het MINA met geen woord over. Wat moeten we nog geloven? Een aantal milieuorganisaties zullen het komende jaar het nodige doen om aan te geven dat internationaal overleg een pure noodzaak is om de Schelde te redden van verstikking, overbemes ting en vergiftiging. Tot nu toe bestaat er één konkrete grensoverschrijdende aktiviteit. En deze gaat buiten alle beleidsplannen om. De aktie^roep 'Redt de Schelde' organiseert een loop van de monding van de Schelde in Nederland naar de Bron in Frankrijk. Door aktie te voeren tegen lokale ver vuilers wil men via de media overhe den en burgers van de drie Schelde landen er met de neus opdrukken dat we deze rivier alleen samen weer gezond kunnen maken. A

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 15