Zeeland
Matuu
t
De kaart van het NBP bevat welis
waar 265.000 ha landbouwgrond bin
nen de kerngebieden (van de 600.000
ha die vanuit natuur en landschap als
waardevol kan worden aangemerkt),
maar daarvan zal slechts een deel als
zodanig worden aangewezen, name
lijk 172.000 ha in het kader van de
relatienota. De rest is wel ingekleurd,
maar de instrumenten ontbreken om
dit ook te realiseren. Het is nog heel
onduidelijk hoe de 50.000 ha natuur
ontwikkelingszone moet worden gere
aliseerd. Wel is duidelijk dat de reali
seringstermijn erg lang is, namelijk 28
jaar. Dit lijkt voornamelijk ingegeven
om financiële redenen en vanwege de
inschatting van de ontwikkelingen op
de grondmarkt.
Om de ekologische hoofdstruktuur
duurzaam te realiseren is een goede
ruimtelijke en milieukwaliteit van
belang. Voor de ruimtelijke kwaliteit
is het verwerven van de natuurgebie
den de eerste vereiste, maar ook hier
geldt dat het tempo van verwerving
veel te traag is. Daarnaast is de inzet
van de natuurbeschermingswet erg
belangrijk. Dit laatste geldt vooral
voor de grote wateren, omdat daar
behalve in de oeverzones van verwer
ving in het algemeen geen sprake kan
zijn.
Voor een duurzaamheid van de
natuur is ook een drastische aanscher
ping van het milieubeleid nodig. Dit
ontbreekt in het NBP. Het NBP is vol
strekt volgend t.a.v. andere beleidssek-
toren. Er worden geen eisen gesteld
aan landbouw, rekreatie, wegenaanleg
e.d., terwijl hier toch een belangrijke
oorzaak ligt voor de huidige natuur-
malaise. De grondbehoefte van de
ekologische hoofdstruktuur wordt bij
voorbeeld geheel afhankelijk gesteld
van de behoefte in de landbouw en
niet andersom. Terwijl de ekologische
hoofdstruktuur dat laatste nodig heeft
om te kunnen funktioneren. Zolang de
natuur- en landschapsbelangen afhan
kelijk blijven van ontwikkelingen in
andere sektoren, wordt het nooit wat.
Een blik op de kaart van de ekologi
sche hoofdstruktuur leert, dat de vol
gende Zeeuwse gebieden als kernge
bied staan aangegeven: alle Deltawa
teren, de duinen en enkele binnendijk-
se gebieden zoals Dijkwater, de Mai-
re, Yerseke Moer, Zwaakse Weel,
Braakman, Groot Eiland en de grens
strook tussen Heikant en St. Jansteen.
Tussen de Braakman, het Groot Eiland
en Saeftinghe staat een pijl op de kaart
als zijnde een te ontwikkelen of te ver
sterken verbindingszone. Bij Retran-
chement en St. Jansteen wijst eenzelf
de pijl de grens over. Natuuront
wikkelingsgebieden vinden we rond
de Ooster- en Westerschelde, de
Braakman en de Zwaakse Weel en in
de binnenduinrandzone.
In een reaktie op het NBP heeft de
ZMF bepleit ook de Zwinstreek op te
nemen als kerngebied met natuuront
wikkelingsmogelijkheden en een ver
bindingszone aan te geven naar de
Braakman. Landinrichting lijkt een
voornaam instrument om het natuur
beleid te realiseren. Gezien het feit dat
in Zeeland voornamelijk administra
tieve ruilverkavelingen worden uitge
voerd is het voor de realisatie van de
ekologische hoofdstruktuur van
belang dat ook in deze ruilverkavelin
gen meer ruimte wordt gereserveerd
voor natuur en natuurontwikkeling.
Dit behoort ook konsekwenties te heb
ben voor de samenstelling van de
landinrichtingskommissies. Daarbij
kan gedacht worden aan een grotere
inbreng van natuurbeschermingszijde
door middel van een volwaardig lid
maatschap van de kommissie in plaats
van een adviserende stem. Misschien
moeten er zelfs speciale landinrich-
tingsprojekten worden gestart voor de
realisatie van natuurontwikkeling
langs de randen van de Scheldes.
Beleidsvoer'
neoien m
Kort
Ministerie
van Landbouw
en Visserij