Rinus Antonisse Thijs Kramer D Zeeuws Coördinatie Orgaan Regelmatig spreekt hij de Zeeuwse bestuur ders vermanend toe op de opiniepagina van de PZC, In de wandelgangen rond het Abdijplein noemt men hem wel eens smalend de 7e gede puteerde. Vorig jaar ontving hij uit handen van de voorzitter van de Natuur- en vogelwacht Schouwen Duiveland de Vijverbergprijs van wege zijn deskundige en gewaardeerde berichtgeving over natuur en milieuonderwer pen, Hij volgt, min of meer per ongeluk, van het begin af aan de Zeeuwse milieubeweging op de voet. Redenen te over om met Rinus Antonisse te praten over de PZC, de ZMF, en zijn verrekijker. Groene golf II inus Antonisse is, zoals hij zelf zegt, nog een journalist van het oude stempel. Hij begon 20 jaar geleden vol ambitie als leerling-journalist toen de PZC nog een eigen opleiding verzorg de. Hij heeft in de tussentijd gewerkt als voorlichter bij de WMZ, maar de dagbladjournalistiek beviel hem beter, zodat hij na 3 jaar op het oude nest terugkeerde. Op de vraag of het voor een jour nalist makkelijk werken is in Zeeland, antwoordt Antonisse, dat het een over zichtelijke provincie is. De lijntjes zijn kort. Maar een echt voorlichtingsbe leid kom je in Zeeland alleen bij Rijkswaterstaat (RWS) tegen. 'Als ze iets niet van plan zijn te zeggen dan krijg je dat ook gemotiveerd te horen. De wijze waarop ambtenaren van RWS met je omgaan is openhartig en plezierig. Als je RWS in Middelburg als een open boek beschouwt, is daar mee vergeleken de Westsingel in Goes waar Landbouw en Visserij zit een gesloten bastion'. Zonder pardon oor deelt Antonisse: 'Openheid in de berichtgeving is een bestuurlijke kwa liteit.' Eind '71 belandde Rinus Antonisse op de PZC-redaktie in Goes en maakte daar net het begin van het Zeeuws Coördinatie Orgaan voor natuur-, landschaps- en milieubescherming (ZCO) mee. Het ZCO fuseerde een kleine 5 jaar geleden met de Vereni ging Milieuhygiëne Zeeland tot de ZMF. Omdat het ZCO in Goes was gehuisvest, is hij min of meer toeval lig in de natuur-en milieuhoek terecht gekomen. De PZC vroeg hem naast de stadsredaktie tevens de natuur- en milieuonderwerpen te verzorgen. Dat is hem prima bevallen. 20 jaar milieubeweging in Zee land overziend, vindt hij dat de ZMF professioneler is geworden, zakelijker. Goed georganiseerd in veel opzichten en vrij soepel bij het inhaken op de aktualiteit. 'De ZMF is veel meer opgegaan in het officiële en informele circuit van adviesorganen, klankbord groepen en het onderhouden van kon takten met belangrijke bestuurders en dat we naar de sodemieter gaan. Ik hoop dat de nieuwe golf nieuwe zoden aan de dijk zal zetten, maar ik ben bang dat ook de tweede groene golf niet hoog genoeg zal zijn om voor een kentering te zorgen. Daarvoor is teveel de houding aanwezig van 'na ons de zondvloed'. Je wordt geen opti mist als je net als ik voor je werk van het ene milieu-incident naar het ande re snelt. Er wordt heel berustend mee omgegaan, bijna fatalistisch'. Op de vraag naar zijn betrokken heid bij natuur en landschap in Zee land antwoordt Rinus Antonisse: 'In de eerste plaats ben ik journalist en Als ik er over kan schrijven vind ik het best ambtenaren. Dat is een opvallende verandering. Daardoor heb ik de indruk dat de uitstraling ook groter is geworden'. Wat hij mist bij veel Zeeeuwen is de bevlogenheid, om zich aktief in te zetten. Wel als het om een konkreet iets gaat, de aanleg van een weg of zo. Maar het wat breder in aktie komen voor het milieu is verder weggeëbd. Volgens Rinus ligt dat deels aan de ZMF die veel aktuele ontwikkelingen snel oppikt. 'De eerste groene golf van milieuak- ties in het begin van de 70-er jaren is weggeëbd. Wat over bleef was de har de kern. In de tweede golf waar we nu in zitten is veel duidelijker zichtbaar geen natuurbeschermer. Als journalist geef ik de feiten door naar een breed publiek. Als zodanig kan ik wel genie ten van het landschap en de natuur, maar verdiepen in de natuur is er nooit van gekomen'. Bij de Vijverbergprijs werd hem een verrekijker overhandigd. 'De kijker neem ik nu regelmatig mee. Ik kreeg er van de redaktie een vogelgids bij, maar ik heb liever een vogelaar die zegt dat is dat. Soms is het wel handig om het één en ander van de natuur te weten. De direkteur van Hoechst beweerde dat er in het Sloe nu meer planten voorkomen dan vroeger. Maar dan bel ik Chiel Jacobusse en die legt me uit hoe de zaak in elkaar zit. Ach, als ik er maar over kan schrijven, vind ik het best. Er zijn altijd kenners die het me kunnen vertellen.'

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 11