Blauwe kiekendieven Inrichting van het landschap Obstakels Henk Castelijns is lid van de Natuurbe schermingsvereniging 'De Steltkluut' in Oost-Zeeuws-Vlaanderen. Vogels maken jarenlang achtereen van dezelfde slaapplaatsen gebruik. Waar schijnlijk geven ze de informatie hier over aan soortgenoten door. Bij blau we kiekendieven in Zeeuws-Vlaande- ren werd vastgesteld dat ze in het begin van de winter, als ze nog maar net in de streek zijn, van meer slaap plaatsen gebruik maken dan later in het seizoen. De meest aantrekkelijke plekken bleven de gehele winter bezet. De meer marginale werden in de loop van de winter verlaten, terwijl het totaal aantal vogels nagenoeg niet veranderde. Van blauwe kiekendieven is ook bekend dat vogels elkaar naar de slaapplaatsen volgen. Dat de informatie niet persé door gegeven hoeft te worden en vogels ook bij slaapplaatsen een sterke voor keur hebben voor een bepaald bio toop, bleek tijdens de invasie van kraanvogels in Zeeuws-Vlaanderen in november 1982. Toen gingen de in West- en Midden Zeeuws-Vlaanderen fouragerende kraanvogels slapen op de Hooge Platen. Tijdens de vorige invasie in november 1963(1) zochten ze exakt dezelfde plaats op. Vogels kunnen niet zomaar overal sla pen. Daarom is het van het grootste belang dat de bestaande gebieden die als slaapplaatsen dienen, in stand gehouden worden. En dat, waar dat mogelijk is, bij de inrichting van het landschap rekening gehouden wordt e~JK ■m Blauwe kiekendief met het slaapgedrag van vogels. Dit geldt ook voor het uitvoeren van bepaalde beheerswerkzaamheden zoals het maaien van riet. In Zeeuws- Vlaanderen bleek dat spreeuwen, waterpiepers en blauwe kiekendieven 's winters hun slaapplaatsen in rietvel den verlieten, omdat het riet gemaaid werd. Een voorwaarde voor slaapplaat sen is absolute rust. Verstoring is vooral ongewenst in de winter, wan neer vogels extra zuinig met hun ener gie om moeten springen. Immers in die periode is de energiebehoefte het hoogst, terwijl de mogelijkheden om te fourageren door de korte daglengte maar beperkt zijn. Eigenlijk zou ook de jacht in de buurt van slaapplaatsen verboden moeten worden. Nochtans is deze jachtmethode bij jagers erg in trek. Wat is er makkelijker dan houtduiven bij hun slaapplaats op te wachten! Dat jacht niet alleen verstorend werkt voor vogels waarop gejaagd wordt, bleek afgelopen winter. In het natuurgebied Saeftinghe, in de buurt van de grootste slaapplaats van blau we kiekendieven van Noordwest- Europa, verschenen in de avond twee jagers om eenden op de avondtrek te bejagen. Het resultaat laat zich raden... Vogels vliegen volgens vaste aan vliegroutes naar en van de slaapplaat sen. Het is dan ook belangrijk, dat deze obstakelvrij zijn. Zo zag ik laatst hoe kokmeeuwen die linten van water in het landschap als trekbaan gebrui ken, tijdens storm zwaar gehinderd werden door een op hun route gelegen brug. Telkens wanneer een groepje over deze brug wilde vliegen, werd het een stukje terug geblazen. Ook windmolens kunnen een obstakel zijn. Daarom moeten afwe gingen over de bouw hiervan zorgvul dig gemaakt worden. Kennis over vliegroutes is daarvoor wezenlijk. Wat dat betreft is de inventarisatie naar vliegroutes van bepaalde soorten die door Rijkswaterstaat uitgevoerd werd, een stap in de goede richting. Toch is in het Zeeuwse over slaapplaatsen met de bijbehorende vliegroutes relatief weinig bekend. Het is nuttig dit hiaat in de kennis op te vullen. Hier ligt een taak voor de diverse in de regio aktie- ve vogelwerkgroepen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1989 | | pagina 16