Ontbrekend beleid Gebrek aan kennis Het kan echt anders Wat moet er gebeuren? Symposium ekologisch groenbeheer Lidwien Willemse is aktief in de milieu werkgroep Zeeland van de ZMF. Peter Seip is aktief in de ZMF-werkgroep milieubeleid Walcheren en is in dienst bij de ZMF voor de organisatie van het symposium ekolo gisch groenbeheer. se gemeenten gaf aan van plan te zijn minder te gaan spuiten en/of schade lijke middelen voortaan te laten staan. Konkrete plannen bleken er echter niet te zijn. Momenteel is het nog steeds zo dat er weinig konkrete plan nen zijn. In de praktijk wordt er nog net zoveel gespoten in Zeeland als geheel en nog steeds worden zeer schadelijke middelen gebruikt. Het bestrijdingsmiddelengebruik in de Zeeuwse gemeenten wordt nog steeds sterk bepaald door de ideeën van het hoofd van de plantsoenendienst. Slechts één gemeente in Zeeland, Val- kenisse, heeft een beleidsvisie voor het gebruik van bestrijdingsmiddelen op papier gezet dat door het gemeen tebestuur onderschreven is. Volgens de heer Krijger, spreekbuis van de kontaktgroep groenbeheer waarin de hoofden van de plantsoe nendiensten in Zeeland elkaar ont moeten, zijn de gemeenten in Zeeland het er in principe wel over eens dat er minder en andere bestrijdingsmidde len gebruikt moeten worden. 'Rozen- perkjes die veel chemisch onderhoud vergen worden niet meer zonder meer geplant. Er worden ook in verschil lende gemeenten proeven gedaan met alternatieven voor onderhoud en beplanting. Men houdt zich op de hoogte van proeven die in Nederland worden uitgevoerd.' Een groot pro bleem is volgens Krijger dat veelal de juiste kennis ontbreekt. Ook is er gebrek aan goede voorlichting voor het personeel van de plantsoenen dienst. 'Vooral het oudere personeel is min of meer opgevoed met bestrij dingsmiddelen.' .straat zonder f Sett stxaat zenden ptmlies tussen de tegels is geen Schone, maax een Despotengiftige stxaat. Dat het anders kan illustreren de Nederlandse gemeenten waar hele maal geen bestrijdingsmiddelen meer gebruikt worden in het openbaar groen. Goede voorbeelden zijn Lei derdorp en Zwolle, allebei gemeenten die net als de Zeeuwse gemeenten te maken hebben met voedselrijke klei grond waar onkruid goed op gedijt. In Zwolle waar men te maken heeft met klei, veen en zand wordt sinds 1976 niet meer gespoten in het openbaargroen. Ongewenste onkrui den worden verwijderd door schoffelen, plantvakken en paden worden bedekt met houthaksel. Er worden zoveel mogelijk inheemse beplantingen gebruikt en onder bomen komt een onderbeplanting zodat meer dere lagen groen ontstaan. Door een speciaal maaibeheer worden bloemrij ke bermen gestimuleerd en te rijke kleigrond wordt met zand verschraald, Op vergelijkbare wijze behaalt ook de gemeente Leiderdorp goede resulta ten. In de overige gemeenten wordt een beleidsplan gemist. Voor de inwo ners blijft het allemaal zeer onduide lijk, zo zonder beleid. Wellicht wor den de plantsoenendiensten ieder voorjaar weer belaagd door vele tele foontjes als de gebruikelijke spuitron- de wordt gedaan. Wel is er in de gemeente Goes onlangs een groenstruktuurplan de inspraak ingegaan voor de kern Goes. Hierin staat opgenomen dat er bij ont werp en beheer van openbaar groen zoveel mogelijk gebruik gemaakt moet worden van ekologische princi pes. Verder zijn de plannen gericht op zo weinig mogelijk gebruik van che mische bestrijdingsmiddelen. Er wordt echter nog gezocht naar alter natieven. Uit het voorgaande blijkt dat er in de Zeeuwse gemeenten nog heel wat ver beterd kan worden in het gemeentelijk groenbeheer. In de eerste plaats is het belangrijk dat er door het gemeentebe stuur beleid gemaakt wordt om tot een terugdringing van het bestrijdingsmid delengebruik te komen. Het beheer van het gemeentelijk groen zou niet alleen door het hoofd van de plantsoe nendienst bepaald mogen worden. Informeer eens in uw gemeente of er een dergelijk plan aan zit te komen. Als inwoner heeft u het recht om te weten hoe de gemeente het openbaar groen beheerd. Gemeenten zouden op dit punt meer voorlichting moeten geven. Voorlichting is ook noodzake lijk om bij de Zeeuwse bevolking meer aandacht en waardering te krij gen voor een meer natuurlijk plant soen met inheemse planten en wellicht meer spontaan opkomende kruiden. Hoewel het beheer van de plant soenen in eerste instantie een taak van de gemeenten is kan de provincie Zeeland een stimulerende rol spelen door experimenten financieel te ondersteunen en een richtlijn op te stellen met een lijst van de minst schadelijke bestrijdingsmiddelen voor situaties waarin men toch denkt te moeten spuiten. Een dergelijke richt lijn bestaat al lang in de provincie Zuid-Holland. In ieder geval zal er binnen de Zeeuwse gemeenten meer kennis opgebouwd moeten worden over het werkelijk ekologisch beheren van het groen in de gemeenten. Het uitvoe rend personeel mag hierbij zeker niet vergeten worden. De Zeeuwse Milieufederatie hoopt hieraan een steentje bij te dra gen door het medeorganiseren van een symposium ekologisch groenbe heer voor gemeentenbesturen en - ambtenaren en bij de ZMF aangeslo ten organisaties en leden. Meer over het symposium in onze berichtenru- briek. Hopelijk zien we in de toekomst ook gifvrije gemeenten in Zeeland met aantrekkelijk, natuurlijk groen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 4