Morele verplichting Milieubeleidsplan 11 De tijdens de jaarvergadering aanwe zige politici legden zo hun eigen ak senten bij het spreken over de rekrea- tie. De heer Bek repte over een "mo rele verplichting tegenover het toeris me" om te zorgen voor een betere spreiding. De heer Eysens kende de rekreatie een "vliegwielfunktie" toe, die haar uitstraling heeft op bedrijfs investeringen waardoor gematigde groei verzekerd is. Het was Holt- kamp die in dit verband het begrip duurzaamheid ten tonele bracht. Hij sprak over "natuurlijke omstandighe den die de basiselementen voor de aantrekkelijkheid van Zeeland vor men, en de toenemende konfliktsi- tuatie tussen landschap en rekreatie". Zijn voorstel luidde: las een adem pauze in om vast te stellen welke fi nanciële, ekonomische en milieu-ge- volgen de rekreatie tot nu toe heeft gehad. Zo'n voorstel is een goede aan beveling om in de herziene versie van de nota op te nemen. Want zonder wijzigingen op dit punt blijven er nogal wat bedenkingen en open ein den aan de door GS ingezette koers. In de nota wordt enkel gewag ge maakt van het provinciaal milieube leidsplan (PMP), maar verder wordt afgezien van konkrete maatregelen. Daarom legde de ZMF aan de politici in het forum de vraag voor of ook zij niet menen dat een uitgewerkt PMP voorwaarde en toetssteen moet zijn voor het opstellen van een nota als Zeeland aan Zet. Bek onderschreef die opvatting niet. Hij stelde dat je milieubeleid pas kunt maken, wanneer er geld en een men taliteitsverandering is. Eysens meen de dat je de nota altijd nog kunt aan passen aan de prioriteiten die het pro vinciale milieubeleidsplan stelt. De heer Holtkamp was dezelfde mening toegedaan. Wij betreuren het dat Zeeland aan Zet niet vooraf tegen het licht van het PMP wordt gehouden. Het mag klip en klaar zijn, dat natuur en milieu het uitgangspunt dienen te zijn voor ont wikkeling en niet andersom. Dit zal de ZMF dan ook duidelijk maken in haar reaktie op de nota Zeeland aan Zet. De noodzaak van een omslag in het beleid ten behoeve van een duurzame ontwikkeling met een doorwerking naar alle sektoren, ontbreekt nog al te zeer in de GS-nota. Is Zeeland aan zet, of wordt Zeeland mat gezet? Zoals de vlag er nu voor staat, vrezen we jammer genoeg het laatste.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 11