Rampenplan Kerncentrale
Borssele deugt niet
u
Hans Bannink
9 let Rampenplan dat in februari
van dit jaar in de publiciteit kwam, is
gebaseerd op een uitwerking van de
nota Kernongevallenbestrijding die
in 1989 aan de Tweede Kamer werd
aangeboden, maar nooit werd be
sproken. Het Rampenplan gaat even
als deze nota uit van een (zeer ernstig)
"referentie-ongeval". Daarbij komt
3% van de in de reaktorkern aanwe
zige hoeveelheid jodium vrij. Ernsti
ger ongelukken zijn echter mogelijk.
Bij het ongeluk met de kerncentrale
te Tsjernobyl is 20% van het jodium
vrijgekomen. De Westduitse Gesell-
schaft für Reaktorsicherheit (een ui
termate kernenergievriendelijk insti
tuut) heeft in oktober '89 een studie
uitgebracht over de kerncentrale Bi
blis B. Daarin worden ongevallen be
schreven waarbij 50% van het jodium
vrijkomt. Bij Biblis kan er 2 tot 3 keer
zoveel jodium vrijkomen als in Tsjer
nobyl gebeurde en 4 tot 5 maal zoveel
van het radioaktieve cesium. Het nog
gevaarlijker strontium kan vrijkomen
in een hoeveelheid die 4 tot 10 keer
de lozing van Tsjernobyl overtreft.
Biblis is een zelfde type kerncentrale
als die in Borssele. Hij is ook ge
bouwd door Siemens/KWU, maar 4
jaar later in bedrijf genomen. Het is
duidelijk dat er geen reden is om aan
te nemen dat bij Biblis de helft en bij
Borssele slechts 3% van het jodium
vrij zou komen.
Rampengebied te klein
Op 21 februari 1990 werd het
rampenplan Borssele aangeboden aan
de Commissaris van de Koningin in
Zeeland. Het plan deugt van geen
kanten. Het gaat niet uit van het meest
ernstige ongeval en het hanteert veel te
soepele stralingsnormen. Bij een
ongeval zal het gebied dat geëvakueerd
moet worden veel groter zijn dan in het
rampenplan is aangenomen. Verder
bevat het plan onwerkelijke
maatregelen. Onterecht wordt de
indruk gewekt dat er na een ramp met
de kerncentrale Borssele voldoende
mogelijkheden zijn om de gevolgen te
beperken.
In het rampenplan Borssele wordt
uitgegaan van een te evakueren gebied
met een straal van 5 km van de kern
centrale. Dat is veel te klein.
De weersomstandigheden destijds in
Rusland waren relatief gunstig. Hier
door "verdween" het overgrote deel
van de radioaktieve stoffen die vrij
kwamen hoog in de lucht. Toch
moest na de ramp met Tsjernobyl een
gebied met een straal van 30 km rond
de centrale worden geëvakueerd.
Voor een dergelijke ramp in Borssele
zou dit neerkomen op de totale eva-
kuatie van Walcheren, van Noord- en
Zuid- Beveland, een groot deel van
Zeeuws-Vlaanderen en een stuk van
Schouwen-Duiveland. De bevolking
van de gemeente Borsele telt alleen al
19.000 inwoners. Op 15-20 km van
de kerncentrale liggen Vlissingen en
Middelburg, samen met zo'n 80.000
inwoners. Dit aantal verdubbelt zich
nog eens in de zomer door de aanwe
zige toeristen. Om deze bevolking te
evakueren zijn er maar een paar we
gen te gebruiken. In oostelijke rich
ting de A58 van Vlissingen naar Ber
gen op Zoom, de parallel lopende ou
de provinciale weg en de spoorlijn
Vlissingen-Bergen op Zoom. Bij
zuidwesten wind zijn deze vlucht
routes voor de bevolking van Wal
cheren onbruikbaar, omdat ze maxi
maal 10 km ten noorden van de kern
centrale Borssele lopen. In noordelij
ke richting zijn er twee bruggen, de
smalle Zeelandbrug en de weg over
de stormvloedkering. De bevolking.
Jaardosis t.g.v. grondbesmetting na één week:
a) 1 m Sv
b) 5 mSv
c) 0,15 Sv
d) 1,5 Sv
e) 5Sv
Naar schatting zal na een kernramp een gebied van ca 250 km lang en ca 50 km breed
voor tenminste 5 jaar onbewoonbaar en onbruikbaar zijn