Zeehonden Integraal Beleidsplan Voordelta komt te laat Wandelgangen Intensivering van de visserij op garna len en kokkels betekent beschadiging van bodem en bodemdieren en het wegvangen van een belangrijke voed selbron. Wat rekreatie betreft zijn surfen en sportvissen de belangrijkste bronnen van verstoring. Bij beide aktiviteiten worden droogvallende zandplaten gebruikt. Voor surfers is het heel aan trekkelijk even bij te komen van de inspanningen op een onbewoond en zonnig eilandje. Voor sportvissers en de pleziervaart vormen de platen een uitgelezen plaats om de boot droog te laten vallen en eventueel wat op te kalefateren. Het vissen gebeurt het liefst in de luwte van de platen. Deze waterrekreanten hebben dezelfde voorkeur als zeehonden en vormen daardoor een bedreiging voor ze. In de loop van deze eeuw nam de po pulatie Delta-zeehonden af van meer dan duizend tot nul in de zestiger ja ren. Overmatige bejaging en water vervuiling hadden het dier doen uit sterven. Sinds de jaren tachtig zit het dier weer in de lift. Vanuit de Wadden en van de Engelse kusten trekken elke winter een aantal exemplaren richting Deltagebied. De ornithologen van de Dienst Getijdewateren namen 10 tot 20 exemplaren waar op de droogge vallen platen in de Voordelta. Wel spoelden er zomers van tijd tot tijd verlaten "huilers" (zeehondejongen) aan. Echter met het begin van de eer ste rekreatie-aktiviteiten worden de zeehonden niet meer waargenomen. Onderzoek van het RIN aan vier in de Oosterschelde uitgezette zeehon den heeft uitgewezen dat verstoring zeer veel plaatsvindt en dat wegtrek van de zeehonden uit het gebied het gevolg is. Waterstaatswerken en rekreatieve ak tiviteiten beslaan tegenwoordig de hele Nederlandse kust. In de "droge" Voordelta moeten delen met grote potenties hiervan gevrijwaard blijven. De strandvlakten scheppen hier en daar namelijk ideale voorwaarden voor primaire duingroeivorming of het ontstaan van slufters. Dat zijn duinmeren onder invloed van het ge tij, zoals het Zwin. Deze systemen zijn biologische schatkamers en ze zeldzaam zijn geworden. De natuurbeschermingsorganisaties in het Deltagebied, verzameld in het Delta Overleg, vinden dat de Voor delta beschermd moet worden. Dat was voor het overleg de aanleiding om begin juli een brief te schrijven aan de drie ministers die betrokken zijn bij de Voordelta. Op dit moment is er een beleidsplan in de maak voor de Voordelta, dat in eerste instantie de natuurlijke ont wikkelingen veilig wil stellen, en pas dan gaat kijken hoe menselijk aktivi teiten daar in te passen zijn. Op zich voor natuur en haar beschermers een gunstig uitgangspunt. Punt van grote zorg is echter de explosieve groei van waterrekreatie in de Voordelta. Zoals we ook al gezien hebben in de kom van de Oosterschelde bij de Oester- dam, is het gevaar aanwezig dat een bepaalde ruimte in gebruik wordt ge nomen door, in dit geval, rekreatie. Tegen de tijd dat het beleid voor het betreffende gebied van kracht wordt, loopt het achter bij de bestaande toe stand of heeft men die spontaan uit de hand gelopen situatie als maatge vend in het beleid opgenomen. De Ge- treffende aktiviteit zal zich hoe dan ook proberen te handhaven op de net gewonnen plekken. Een dergelijke gang van zaken willen we in de Voor delta voorkomen. Vóór het Integraal Beleidsplan Voordelta volgend jaar gereed komt, en gezien de nu al opge lopen vertraging moet daaraan ge twijfeld worden, dient er een interim- beleid van kracht te zijn. In een der gelijk tijdelijk beleid, dienen naar de mening van de natuurbeschermings organisaties aangegeven te worden welke zandplaten nu voor natuurlijke ontwikkelingen gereserveerd en van rekreanten gevrijwaard dienen te worden. Of waar een betredingsrege- ling de toegang voor een bepaald deel van het seizoen verbiedt. De brief aan de ministers Maij-Weg- gen, Braks en Alders heeft niet het door ons gewenste effekt, zo hebben we in de wandelgangen al mogen ver nemen. De door ons aangehaalde ver storingsfeiten worden niet ernstig ge noeg geacht om nu al maatregelen te nemen. De komende jaren zullen met betrek king tot de Voordelta heel interessant worden. De rekreatiesektor zal zich hopelijk snel genoeg realiseren dat een gezonde natuur zeer zeker in hun belang is. En dat een ongelimiteerde groei en promotie al snel tot schade aan landschap, natuur en milieu leidt. Een zonering van natuur en rekreatie in een zo vroeg mogelijk stadium voorkomt frustraties van de natuur lijke ontwikkelingen en de rekreatie in de Voordelta. Marcel Rekers is koördinator van het Delta Over leg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 10