Voedsel en milieu
D<
Veeteelt in Nederland
D
deel 2: veeteelt
Karen Fortuin en Hendrika Huijsmans
Inhoud
1. Veeteelt in Nederland
2. Nee tegen BST
3. Scharrelvarkens
Jareniang heeft de overheid de landbouw gestimuleerd meer te produceren en
goedkopere produkten af te leveren. Boeren zijn allerlei hulpmiddelen gaan
gebruiken om de produktie op te voeren. Die produktieverhoging is te ver
doorgeschoten. Het milieu zit met de brokken en dat heeft zijn weerslag op de
landbouw. Het moet dus anders, maar het kan ook anders. U, als konsument, kunt
daarbij ook een rol spelen.
Te veel mest
e boer was vroeger veel afhanke
lijker van de hem omringende natuur
dan tegenwoordig. De mogelijkhe
den die hij had voor zijn bedrijfsvoe
ring, hingen sterk af van de grond
soort, de vochtigheid van de bodem
en de wisseling van de seizoenen. Elke
streek van ons land kende daarom zijn
eigen landbouw en zijn eigen produk
ten en niet te vergeten zijn eigen type
boerderij.
Op een landbouwbedrijf was er toen-
dertijd veelal sprake van een gesloten
kringloop. De mest die nodig was op
het akkerland, kwam van het eigen
vee of menselijke mest werd aange
voerd. Men hield koeien en schapen
om de mest te kunnen gebruiken om
de akkers vruchtbaar te houden. Het
vee werd gevoed door de produkten
die verbouwd werden op de boerderij
zelf.
De tijden zijn drastisch veranderd.
De overheid heeft jarenlang de boe
ren gestimuleerd meer te produceren
tegen een lage prijs, om zodoende de
bevolking een goedkoop voedselpak
ket te kunnen bieden. Door gebruik
van kunstmest en stormachtige tech
nologische ontwikkelingen werd dit
mogelijk. Landbouwers werden min
der afhankelijk van hun natuurlijke
omgeving. Het landbouwbedrijf ziet
er tegenwoordig heel anders uit dan
vroeger. Gemengde bedrijven maak
ten plaats voor intensieve veehoude
rijbedrijven. Van een gesloten
kringloop op bedrijfsnivo is helemaal
geen sprake meer. In tegendeel, er
vindt een dramatische verspilling van
grondstoffen plaats. Dit heeft grote
gevolgen voor het milieu. Niet alleen
in Nederland, maar ook in andere de
len van de wereld.
e veestapel in Nederland is
enorm (zie tabel). Ze is zelfs zo groot
dat Nederland al lang niet meer in
staat is haar eigen veestapel te voeden.
Wij zijn voor een groot deel afhanke
lijk van buitenlandse invoer van vee-
voergrondstoffen. Om alle Neder
landse koeien, varkens en andere
landbouwhuisdieren te voeden is el
ders in de wereld zo'n 5 miljoen hec
tare akkerland nodig (de totale opper
vlakte in Nederland die gebruikt
wordt voor agrarische doeleinden is
ca 2 miljoen)! Voor een belangrijk
deel komen de grondstoffen voor het
veevoer uit ontwikkelingslanden.
De landbouwprodukten uit deze lan
den zijn goedkoop door de lage lo
nen. Zij worden verbouwd op de bes
te landbouwgronden. De opbreng
sten komen meestal ten goede aan een
kleine bovenlaag van de bevolking en
niet aan de arme mensen. Deze moe
ten genoegen nemen met slechte land
bouwgronden, zodat zij niet genoeg
kunnen verbouwen voor hun eigen
konsumptie.
De grondstoffen voor het veevoer
worden met scheepsladingen naar
Nederland vervoerd. Hier doen de
landbouwdieren zich er aan te goed.
De enorme veestapel produceert ver
volgens mest. Veel meer dan we in
ons kleine landje kunnen gebruiken.
Wij zitten hier dus met een overschot
aan voedingsstoffen (in de vorm van
mest), terwijl in ontwikkelingslanden
er een tekort ontstaat. Daar wordt het
land nauwelijks bemest, er worden al
leen maar voedingsstoffen (in de
vorm van bijvoorbeeld soja of tapio
ca) aan onttrokken.
De overtollige mest (zo'n 40 miljoen
ton) wordt hier in Nederland vooral
op weilanden en maisvelden ge
dumpt. Met als gevolg dat bodem en
grondwater verzuren en verzieken.
De ammoniakdamp uit de mest levert
een grote bijdrage aan de verzuring
van het milieu; in streken met veel
bio-industrie zijn de bossen zeer ern
stig aangetast door de verzuring.
Ook zorgt overbemesting ervoor dat
meststoffen (fosfaten en nitraten) in
het grondwater terecht komen. Als
het grondwater te veel nitraten bevat
is het ongeschikt voor drinkwater. Er
zijn al waterleidingbedrijven die last
hebben van te veel nitraten. Voor veel
wilde planten is de overbemesting
ook een ramp, omdat zij alleen
groeien op schrale gronden.