Samenwerkingsverband Toekomstvisie NME in Zeeland Regionale natuur- en milieuedukatieve centra Tenslotte Bomenleskist Wantij is al meer dan zes jaar bron van informatie Het Zeeuws Biologisch Museum in Oostkappelle is lid van de Werkgroep van Schoolbiologen. Het ondersteunt scholen, bezoekerscentra en jeugd- en jongerenwerk door middel van les brieven, werkkisten, uitleententoon stellingen. Ook verleent het mede werking aan na- en bijscholing van onderwijsgevenden. De aktiviteiten van het Zeeuws Land schap, Natuurmonumenten en de Stichting Landschapsverzorging mo gen hier ook niet onvermeld blijven. De voorlichting van deze organisaties is vooral gekoppeld aan specifieke terreinen, maar zij werken ook samen met bovengenoemde organisaties bij nascholing en kursuswerk voor re gionale organisaties. Ook op het ge bied van natuurgerichte rekreatie zijn samenwerkingsprojekten gaande. De bovengenoemde instellingen zijn van mening dat samenwerking en af stemming op het gebied van NME in Zeeland belangrijk is. De ZMF, het Konsulentschap NME en het Zeeuws Biologisch Museum hebben het voor touw genomen en een samenwer kingsverband opgericht. De samen werking houdt in dat aktiviteiten on derling afgestemd worden, dat de or ganisaties op de hoogte zijn van el- kaars plannen voor de toekomst en dat zij eventueel samen projekten op zetten. Hierbij is de intentie gebruik te maken van die dingen waar elke organisatie sterk in is, zodat de we derzijdse ondersteuning optimaal is. Het is niet de bedoeling dat ze gaan fuseren. De drie afzonderlijke organi saties blijven autonoom. Zij hebben alle drie hun specifieke taken en ver antwoordelijkheden en een eigen be stuur dat beslissingen neemt. Eén van de eerste dingen die het sa menwerkingsverband heeft gedaan is het maken van een visie op hoe vol gens haar de struktuur van de NME in Zeeland er in de toekomst uit zou moeten zien. Het heeft deze visie uit gewerkt in de brochure "Samenwer king en struktuur in de NME"(::'). Belangrijke rol zien de drie organisa ties weggelegd voor regionale en lo kale natuur- en milieuorganisaties. Immers edukatie moet dicht bij de mensen gegeven worden. Regionale organisaties zijn goed op de hoogte van de plaatselijke situatie en hebben een direkt kontakt met gemeente ambtenaren, plaatselijke politiek en Zeeuwse bevolking. Zij zijn onmis baar bij het bereiken van een mentali- teits- en gedragsverandering bij een breed publiek en de lokale overheid. Deze regionale organisaties draaien nu geheel op vrijwilligers, die een on misbare rol in de natuur- en milieue- dukatie spelen. Dat zal in de toekomst ook wel zo blijven. Zonder de aktieve en kreatieve inbreng van de talloze vrijwilligers op alle nivo's zal NME niet funktioneren. Maar dit betekent niet dat al het werk -zoals dat mo menteel het geval is op regionaal nivo- alleen door vrijwilligers kan worden gedaan. De omvang en de inhoud van het werk, alsmede de onmisbare kon- tinuïteit vereisen een professionele kern. De drie organisaties denken dat een natuur- en milieuedukatief centrum in elke regio in Zeeland een goede ba sis is van waaruit NME gegeven kan worden. Bij een dergelijk centrum zou minimaal één edukatief mede werker beroepshalve werkzaam moe ten zijn. Hij/zij onderhoudt kontak ten met zowel de regionale als de pro vinciale natuur- en milieuorganisa ties. De vorm en inhoud van zo'n centrum moet afgestemd worden op de speci fieke regionale omstandigheden. De aanwezige vrijwiligersorganisaties spelen dan ook een grote rol in de opzet ervan. In diverse regio's in Zeeland zijn al initiatieven gestart om te komen tot een dergelijk centrum. Het verst gevorderd zijn de plannen in de regio Walcheren, waar met name de ZMF- milieubeleidsgroep Walcheren de drijvende kracht is en op Schouwen Duiveland, waar de Natuur- en Vo gelwacht initiatiefnemer is. In Oost en West-Zeeuws Vlaanderen zijn de eerste gesprekken ook al gevoerd. Het is de vraag hoe groot de natuur- en milieuedukatieve sektor moet groeien. Ongebreidelde toename van natuur- en milieuedukatieve werkers is geen goede zaak. Het doel van NME moet niet uit het oog verloren worden. Het doel is dat iedereen in Zeeland (elke burger, elke organisa tie, elk bedrijf) in afwegingsprocessen de belangen van natuur en milieu meenemen. Zo moet binnen de land bouw en het bedrijfsleven een mi lieuafweging net zo belangrijk wor den als de ekonomische. Hiervoor is het nodig dat NME wordt inge bouwd in bestaande strukturen van edukatie en voorlichting. Binnen het onderwijs dient NME net zo belang rijk te zijn als rekenen en nederlands. Maar ook in kursuswerk voor de landbouw en het beödrijfsleven zal aandacht moeten zijn voor NME. Met andere woordenNME moet een facet worden van de aktiviteiten van diverse maatschappelijke sektoren. Om dit te aktiveren en te ondersteu nen is een goede, evenwichtige NME- struktuur nodig. De kennis, vaardig heden en materialen die vereist zijn om aktiviteiten van voldoende nivo te verrichten vereisen een samenhan gend pakket maatregelen. Een sekto- rale NME-voorziening is dus op zijn plaats. Bovenstaande geeft aan dat de partikuliere natuur- en milieuorgani saties hiervoor een goed aankno pingspunt vormen. P) De brochure "Samenwerking en struktuur in de natuur- en milieuedukatie" is op te vragen bij het Konsulentschap NME, Singelstraat 7 in Goes. (Prijs 5,— excl. porto) - .-*•«» HU» «isSÜL Hu-

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 6