Voordelta verdient voortijdige bescherming M Marcel Rekers Droge en natte ekosystemen Voor de Zeeuwse en Zuidhollandse eilanden ontwikkelt zich een prachtig gebied: de Voordelta. De drooggevalen platen en ondiepe wateren bieden een ongekende rijkdom aan planten, vogels en waterdieren. Dit nieuwe natuurgebied wordt bedreigd. Het Delta Overleg vindt dat op korte termijn maatregelen vereist zijn om de Voordelta te beschermen. Visserij, rekreatie en waterbeheer let de stormvloedkering is de laatste hand gelegd aan de Deltawer ken. De al dan niet volledige afsluiting van de zeearmen had enorme gevol gen voor de natuur. In eerste instantie verdween 50 tot 60% van het opper vlak intergetijdegebied en daarmee ging de funktie van de estuaria als kraamkamer voor trekvogels en foe- rageergebied voor trekvogels voor een groot deel verloren. In de getijlo ze zoete (Haringvliet, Hollands Diep, Krammer Volkerak, Zoommeer), zoute (Grevelingen) of brakke meren (Veerse Meer) die als gevolg ontston den, is de natuur nog steeds bezig een nieuw evenwicht te vinden. Echter het verlies van levensgemeenschap pen die typisch zijn voor omstandig heden onder getijdeinvloed wegen zeer zwaar. Het laatste decennium wordt daaren tegen duidelijk dat juist het gebied aan de zeezijde van de dammen sterk aan natuurwaarden heeft gewonnen. Kracht en richting van de zeestromen voor de Zeeuwse en Zuidhollandse kust zijn sterk veranderd ten gevolge van de Deltawerken. Zand dat zich vrij ver uit de kust op 5 tot 10 meter diepte in de vooroever bevond, wordt nu geleidelijk naar land verplaatst. In de enkele kilometers brede zone langs de kust wordt de zee ondieper, verder zeewaarts juist dieper. Over de gehele breedte gezien wordt het kustprofiel dus steiler. De algemene verondieping die plaats vindt, werkt het sterkst door in het verlenb 4e van de eilandkoppen. Daar is de afgeloj. m jaren zoveel zand afge zet, dat er sprake >s van droogvallende platen. Zoals de echte Nederlandse Wadden te beschouwen zijn als een voorzetting van de kust van Noord- Holland, zo ontstaan in het verlengde van Slufter, Goeree, Schouwen en in de mondingen van Grevelingen en Oosterschelde afzonderlijke wad dengebiedjes. De Voordelta biedt kansen voor twee typen ekosystemen: droge en natte. De "droge" omvatten stranden en duinen. Hier en daar ziet men al vor ming van duintjes. In het water, de platen, slikken en schorren is er spra- ke van voedselrijkdom en grote pro- duktie van plantaardige en dierlijke organismen die aan het begin van de voedselketen staan. Deze algen, wie ren en mikro-organismen vormen het voedsel voor talrijke bodemdieren als kokkel, strandgaper, zeeduizend poot, nonnetje en mossel. Deze vijf soorten maken samen liefst 60% uit van het gewicht aan levende organis men dat in de Voordelta geprodu ceerd wordt. Geen wonder dat dit enorme hoeveelheden vogels aan trekt. De Dienst Getijdewateren heeft in de winter tot 25.000 zwarte zee-eenden geteld en 15.000 toppe reenden. Tevens zijn in het gebied be langrijke fourageergebieden te vinden voor viseters als grote stern, fuut en aalscholver. Het gehele Voordeltage bied, maar met name het water nabij stranden en zandbanken, is van be lang als fourageergebied voor de dwergstern en visdief. Nu al moet de Voordelta voor een aantal van boven genoemde soorten als internationaal wetland bestempeld worden. Voor vissoorten als tong, schar, schol, haring en sprot heeft de Voor delta een belangrijke "kraamkamer- funktie". Het is voor de ontwikkeling van de Voordelta als natuurgebied gunstig dat mensenlijke aktiviteiten beperkt zijn. De belangrijkste aktiviteiten op dit moment zijn visserij, rekreatie en waterbeheer.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 9