Kapers op de kust Heimans en Thijsse-prijs voor Chiel Jacobusse Zeeland vol? Dow rookt nog steeds een vuile pijp De Voordelta, het kustgebied voor de Zeeuwse en Zuid-Hol landse eilanden is volop in ontwikkeling. Door het geheel of gedeeltelijk afdammen van de zeearmen in de Delta ontstaat een ondiep wad-achtig gebied. Het is nog zeer de vraag of er ooit een zandplaat definitief de kop boven water zal steken, maar de strijd om het gebruik is al losgebarsten. In de 4e nota Ruimtelijke Ordening is van rijkszijde een beleidsplan voor de Voordelta aangekondigd, waarin een aantal zaken geregeld moeten worden. Zo zal de natuurlijke ontwikkeling van het gebied veilig worden gesteld en zal het gebruik door rekreatie en visserij worden geregeld. De natuurfunktie krijgt niet het absolute privaat in het gebied, maar de grote (potentiële) natuurwaarden zullen wel beschermd worden. De presentatie van een nota, waarin de natuurontwikkelingsmo gelijkheden van de Voordelta zijn geïnventariseerd, schoot bij de rekreatiesektor in het verkeerde keelgat. Beducht voor te grote beperkingen in dit natuurgebied, eiste de rekreatie een eigen visie. Merkwaardig genoeg stemde het bestuurlijk overleg hiermee in. Met geld van provincies en rijk werd een rekreatie-advies opgesteld. En wat te verwachten was, gebeurde. De rekreatiewensen zorgen, gesteund door de gemeentelijke vertegenwoordigers, voor de nodige diskussie en vertraging in het vaststellen van het beleidsplan. De natuur in de Voordelta kan echter geen vertraging in de bescherming gebruiken. Als er voor de zomer geen maatregelen in werking treden voor het gebied, en als de "spontane ontwikkeling" niets in de weg wordt gelegd, zal het des te moeilijker zijn om ongewenste situaties terug te dringen. In de Koningszaal van Artis werd op 10 november de nationale Heimans en Thijsse-prijs uitgereikt aan Chiel Jacobusse. Dit eerbetoon viel Chiel te beurt vanwege z'n grote verdiensten voor de veldbiologie in Zeeland. Een eer die hem niemand zal betwisten. Prof. dr. Victor Westhoff gaf een toelichting bij de keuze. Terecht werden naast de deskundigheid op velerlei terreinen ook de karaktereigenschappen van Chiel geroemd: "aktief, bescheiden en altijd behulpzaam". Weinig mensen zullen ondertussen ontsnapt zijn aan een excursie of inleiding onder de hoede van Chiel. Zijn edukatieve gaven zijn van groot belang voor de natuurbescherming in Zeeland. En dat de betrokkenheid bij de natuur ook leidt tot een duidelijke stellingname, bleek uit het dankwoord van Chiel, waarin hij zich uitsprak tegen de komst van een WOV die aanlandt in de Zak van ZuidBeveland. Het gebied dat hij van nabij heeft zien veranderen van een landschap, rijk aan natuurwaarden, in een voor de landbouw ingerichte kuituursteppe. Chiel, gefeliciteerd, ongetwijfeld namens de vele mensen die je deze onderscheiding van harte gunnen. "Zeeland is vol", vond gedeputeerde de Voogd. "Geen verdere uitbreiding van rekreatie en toerisme" was de mening van de Zeeuwse bevolking, bleek uit een PZC-enquête. In de provinciale politiek spreekt men voorzichtig over het ombuigen van het rekreatiebeleid. Maar de praktijk is nog even anders. Er staat ons nog heel wat te wachten aan uitbreidingen van kampings en zomerwoningen. Een greep uit bekende projekten: een kuuroord met zomerwoningpark bij Cadzand-Bad, Breezand bij Vrouwenpol der, de Banjaard op Noord-Beveland, de uitwerking van het VOP (Verblijfs rekreatief Ontwikkelings Plan) in Westerschou- wen, het Goese Meer en diverse projekten langs de oevers van het Veerse Meer en de Grevelingen. Verder zijn er jachthaven uitbreidingen voorzien langs de Westerschelde en Oosterschelde en Grevelingen. En niet te vergeten: een grootschalig attraktie puur op Neeltje Jans. Hoezo Zeeland vol? Zal het provinciebestuur dit toeristisch tij weten te keren Daar is tot nu toe weinig van te merken. G.S. stemde onlangs nog in met de komst van drie nieuwe kampings tussen Retranchement en Cadzand-Bad, terwijl dit in strijd was met de eigen streekplan-uitwerking voor de kust van West-Zeeuws-Vlaande- ren. GS stelt geld beschikbaar voor de rekreatie-sektor-visie op de Voordelta en voor "Zeeland-Waterland", een eenzijdig rekreatieve uitwerking van het konsept "Nederland-Water land", dat in de 4e nota RO ook een duidelijk natuur-aspekt heeft. Voor een afstemmingsnota natuur-rekreade was geen ambtenaar meer beschikbaar. Die hebben het nu te druk met de rekreatieplannen. Begin volgend jaar kan DOW-Terneuzen in totaal één miljard kilo styreen produceren. Een gigantische hoeveelheid van een vuil goedje, waarvoor half augustus een vergunning werd aangevraagd. Volgens die aanvraag zullen een tweetal nieuwe fabrieken worden gebouwd. Eén voor styreen en één voor ethylbenzeen, de grondstof voor styreen. Beide stoffen hebben milieugevaarlijke eigenschappen. Styreen is een riskante stof, omdat er geen veilige blootstelling voor bestaat. En ethylbenzeen staat op een zwarte lijst onder andere vanwege de schadelijke effekten die het heeft op het zenuwstelsel. Daarom is voor deze laatste stof het beleid van de overheid er op gericht de uitworp naar het milieu tot nul te reduceren. Daar voldoet de vergunningaanvraag niet aan. Het produktieproces voor styreen is een schoolvoorbeeld van hoe ernstige milieuproblemen in stand worden gehouden. Bezien we dat proces, dan wordt met benzeen (zwartelijststof) en etheen (prioritaire stof) een zwartelijststof ethylbenzeen gemaakt, waarmee styreen (prioritaire stof) wordt geprodu ceerd. Vervolgens levert het polystyreen, een plastiksoort, weer problemen op in het afvalstadium, met name bij de verbranding. Vandaar, dat de ZMF er al eerder op had aangedrongen, in het milieu-effektrapport (MER), opgesteld ten behoeve van het projekt, duidelijk te maken of er alternatieve, milieuschonere produktieprocessen bestaan. Het MER zegt er echter niets over. Ook komen er geen vernieuwbare en schone grondstoffen in beeld. Nu is enkel bekeken welke produktiemethoden en -processen met het be- en verwerken van genoemde vuile grondstoffen mogelijk zijn. Onbesproken blijft eveneens voor welke produkten polystyreen wordt gebruikt. Hooguit maatschappelijk noodzakelijke produkten zouden hiermee moeten worden geproduceerd. Het styreenproduktieproces van DOW is maar een klein stukje uit de hele produktielijn. Om milieuschone produktieprocessen ruimte te geven, zou daarom de MER aandacht moeten besteden aan de hele kringloop van grondstof tot afvalstadium. Nu dat niet gebeurd is, lijkt een omschakeling naar schone technieken voor decennia geblokkeerd. Elke individuele producent uit de kringloop kan zijn verantwoordelijkheid nu afschuiven op die van de ander. Zolang de een geen strukturele, brongerichte maatregelen treft, zal de ander het ook niet doen. De plannen van DOW verdragen zich dus niet met een duurzame ontwikkeling. Onverteerbaar is ook, dat de vergunningaanvraag verschijnt op een moment dat de bouwwerkzaamheden al hun voltooiing naderen. We worden dus opgezadeld met voldongen feiten; onze kritiek mogen we enkel nog voor de vorm laten klinken. De provincie kwam te laat tot de ontdekking, dat een MER nodig was bij de aanvraag, en DOW laat zich blijkbaar niet veel gelegen liggen aan de mogelijke implikaties van de vergunning procedure. Mensen die het milieu een warm hart toedragen zitten nu met de gebakken peren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 20