4 !m 1F lende planologiewerkgroepen behandeld. In 1989 werd ook op Tholen een planologiewerkgroep op gericht door de "Natuurvereniging Tholen". De planologiewerkgroepen hebben ook een belang rijke funktie in het begeleiden en koördineren van landinrichtingsprojekten. Deltawateren Ook dit jaar vroeg de Oosterschelde veel aan dacht. Na de aanwijzing tot beschermd natuur monument door het Ministerie van Landbouw en Visserij kwam in het voorjaar een inspraakproce dure op gang, waarin veel bezwaren naar voren werden gebracht door de rekreatiesektorDoor de ZMF is de aanwijzing positief ondersteund. Wel is bezwaar aangetekend tegen het feit dat de (binnendijkse) relatienotagebieden (karrevelden, inlagen), die met de Oosterschelde één geheel vormen, buiten de aanwijzing zijn gelaten. Bovendien is de ZMF van mening dat in de plannen niet voldoende garanties aanwezig zijn, dat de natuurwaarden behouden en versterkt kunnen worden, ondanks de toenemende rekreatiedruk Door de ZMF is sterk aangedrongen op een goede handhaving van de betredingsregeling. In de inspraakprocedure kwamen veel bezwaren naar voren tegen het afsluiten van de Oliegeul, volgens de ZMF een noodzakelijke maatregel om de opbouw van een zeehondenpopulatie in de Ooster schelde te laten slagen. De problematiek rond de kokkelvisserij op de Oosterschelde is ook nog niet opgelost. Door het grote aantal vergunningen bestaat de moge lijkheid dat in bepaalde situaties de Ooster schelde wordt leeggevist, waardoor de voed selvoorziening voor een groot aantal steltlopers in gevaar komt. Minister Braks kwam met een nieuw beleid t.a.v. de handkokkelvissersNaar onze mening is bij de uitgifte van vergunningen te laat ingegrepen. Nu stelt de minister voor de vergunningen terug te brengen van 350 naar 90. Daarbij is meer gekeken naar de juridische aspekten dan naar de wen selijkheid geredeneerd vanuit een natuurvrien delijk Oosterscheldebeleid. De ZMF is het met het produktschap eens dat het aantal vergunnin gen verder terug moet gebracht worden. Mede namens de ZMF werd door het Deltaoverleg bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gepleit voor het mogelijk maken van een onge stoorde natuurlijke ontwikkeling van de Voordel ta. Het Ministerie reageerde hier in eerste instantie positief op. Bij Gedeputeerde Staten is aangedrongen op maatregelen, mede om de rekreatieve ontwikkelingen in goede banen te leiden. Door Rijkswaterstaat wordt nu gewerkt aan de opstelling van een beleidsplan voor dit gebied Tegen de plannen van het Waterschap voor de zoetwatervoorziening op Tholen en St. Philips- land is een bezwaarschrift ingediend. Naar de mening van de ZMF worden, door de aanvoer van het zoete water van elders, de daar nog veel voorkomende en waardevolle brakwatermilieu's bedreigd in hun voortbestaan. Er zal een verar ming van de aanwezige levensgemeenschappen optreden. Daarnaast bestaan er twijfels over de kwaliteit van het aan te voeren water. Bij de opening van de waterzuiveringsinstallatie nummer Eén te Breskens werd de ZMF uitgenodigd een woordje te spreken. Aangedrongen werd op verdere defosfatering en denitrifikatie Tegen de verlenging van de jacht vanaf het water op de Westerschelde en in het Verdronken Land van Saeftinghe werd geprotesteerd bij het Ministerie van Landbouw, Natuurbehoud en Vis serij. We werden daarin gesteund door het beleidsplan Westerschelde dat uitgaat van beheersjacht. Voor de Westerschelde leek het erop dat eindelijk na een diskussie van meer dan 15 jaar deze plezierjacht beëindigd zou worden. Maar door persoonlijke tussenkomst van staats- sekretaris van Amilsvoort lijkt er toch weer roet in het eten gestrooid te worden. Over de verlenging van de jacht in Saeftinghe bestaat nog steeds onduidelijkheid. In ieder geval is er de afgelopen winter niet gejaagd. Dat heeft meteen voor een verandering in het gedrag van de ganzen geleid, die nu meer dan de voorgaande jaren in Saeftinghe blijven. Bij Rijkswaterstaat werd bezwaar gemaakt tegen het ontgronden t.b.v. de zandwinning rond de Hooge Platen in de Westerschelde. Ons standpunt is dat er slechts om nautische redenen ontgrond mag worden, zodat de dynamiek van het estuariene milieu zoveel mogelijk behouden blijft. Landinrichting De vertegenwoordiging van de ZMF in landin richtingskommissies werd uitgebreid van 6 naar 9. Dit jaar werden de volgende personen voor gedragen als adviserende leden en als zodanig benoemd in de landinrichtingskommissie: - administratieve ruilverkaveling IJzendijke: Geertje van der Krogt; - administratieve ruilverkaveling St.Annaland: Piet van der Reest; - administratieve ruilverkaveling St.Maartens dijk: Gerard Westerweel Het belang van landinrichting voor natuur en landschap in Zeeland neemt niet alleen toe door de toename van projekten, maar ook door de ver anderingen die op landelijk niveau worden aangebracht. Minister Braks onderstreepte nog eens in een brief aan de Centrale Landinrich- tings Commissie (CLC) dat natuur- en landschaps- belangen meer dan tot nu toe het geval was behoren mee te tellen. In het Natuurbeleidsplan wordt duidelijk gemaakt dat landinrichting van groot belang is voor de realisatie van de ekologische hoofdstruktuurDe CLC heeft in een brief aan minister Braks daarmee ingestemd en vindt dat ook in de lopende projekten het NBP al moet worden meegenomen. Voor Zeeland betekent deze belangrijke beleidsontwikkeling dat vooral in de ruilverkaveling op Walcheren meer natuur ontwikkeling thuishoort, maar ook dat in de administratieve ruilverkavelingen meer aandacht aan natuur en landschap behoort te worden besteed. Met het oog op de behandeling van de aanvragen voor landinrichting in de Braakman is door de ZMF een herinrichting voor het noordelijk deel van de Braakman aangevraagd. Deze aanvraag werd door de CLC niet gehonoreerd, maar wel is al 50 ha extra voor natuurontwikkeling gereserveerd voor dit gebied. In het kader van de inspraakmogelijkheden bij het voor-ontwerp werden bijeenkomsten bezocht en schriftelijke reakties gegeven op de plannen voor de administratieve ruilverkavelingen Schoondijke en Zuidzande-Breskens Het landinrichtingsoverleg van de ZMF komt in beginsel 4 x per jaar bijeen. Ook in 1989 was dat het geval. Het overleg is samengesteld uit vertegenwoordigers van de verschillende ruil- verkavelingsprojekten (zowel vrijwillige als professionele betrokkenen). Aangezien het aantal in procedure genomen projekten toeneemt, wordt ook de werkgroep elk jaar wat groter. In het overleg wordt vooral ingegaan op landelijke en provinciale ontwik kelingen. Daarnaast worden relevante ervaringen en knelpunten uit de diverse projekten behan deld. 4. SLOT Een zeer belangrijke voorwaarde om alle genoemde aktiviteiten van de grond te tillen, is een grote inzet van de medewerkers op het buro. Daar konden we ook in 1989 weer op rekenen. Vaak was de inzet van hen tomeloos, maar dan nog bleven veel zaken die om een vervolg vroegen, onaange roerd. De oorzaak daarvan ligt in de scheefgroei tussen de toename van allerlei nijpende natuur- en milieuzaken en het aanbod van menskracht om daar mee aan de slag te gaan. Die onevenwich tigheid konden ook dit jaar de vele vrijwil ligers in en buiten onze vereniging in weerwil van hun bijzondere inspanningen niet ongedaan maken. Al die bijdragen stellen we ten zeerste op prijs, alleen al om niet nog meer behar- tenswaardige zaken te moeten laten liggen. Of het beleidsplan een passend antwoord heeft geboden, blijkt een retorische vraag. Nieuwe ontwikkelingen zorgen soms voor aanpassing van nog maar net uitgezette strategieën. De recente natuur- en milieuhausse is zo'n ontwikkeling. Ze legt extra druk op de ZMF. Beleidsvoerders en subsidiënten zullen uiteindelijk de financiële voorwaarden moeten scheppen om die druk van de ketel te halen. 9 februari 1990, bestuur en buro Zeeuwse Milieufederatie. Duurzaam beleid verdraagt geen afwenteling van problemen op komende generaties.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1990 | | pagina 28