-Wetland
w.
Ramsar
Thijs Kramer
Wetlands, oftewel waterrijke gebieden
worden wereldwijd bedreigd. Om de
aantasting een halt toe te roepen werd
in 1971 de "Ramsar-Conventie"
opgesteld. Nederland bekrachtigde het
verdrag in 1980 en verklaarde zich
bereid "een halt toe te roepen aan de
toenemende aantasting van
watergebieden, nu en in de toekomst".
Tien jaar na de ondertekening kan er
een balans worden opgemaakt. Van de
103 internationaal belangrijke wetlands
in Nederland zijn er nog maar 11
aangemeld en van een aktief
wetlandbeleid is geen sprake.
etlands zijn overal in de wereld
in laaggelegen streken te vinden. Dik
wijls zijn het gebieden van beperkte
omvang, maar van groot belang voor
een uitgestrekt omringend gebied.
Wetlands spelen bijvoorbeeld door
hun zelfreinigendvermogen een be
langrijke rol bij de zuivering van ver
ontreinigd water.
Een ander kenmerk van een wetland
hangt hier nauw mee samen, namelijk
de veelal hoge biologische produktie:
de voedselrijkdom is enorm. Aan de
ze voedselrijkdom ontlenen wetlands
die in open verbinding staan met de
zee hun betekenis als "kinderkamer"
voor vis. Tweederde van de vis die in
de wereld wordt gevangen, groeit op
in dergelijke intergetijdegebieden.
Ook vogels worden aangetrokken
door de overvloed van voedsel. Wet
lands kennen van nature een grote vo
gelrijkdom. Dit laatste aspekt speelt
een centrale rol in het wetlandbeleid.
Aantastingen van wetlands vinden
over de hele wereld plaats, op grote
schaal en over enorme oppervlakten.
Over het algemeen worden de water
rijke, moerasachtige gebieden nog
steeds beschouwd als hinderlijk of
nutteloos. Veel gebieden zijn ontgon
nen voor landbouw-, rekreatie- of in
dustriedoeleinden. De aantasting van
de wetlands is vergelijkbaar met die
van het tropisch regenwoud voor wat
betreft het mondiale karakter en de
ernst van de problematiek.
De wens om de aantasting van de wa
terrijke gebieden een halt toe te roe
pen, leidde in 1971 tot het opstellen
van de Ramsar-Conventie. Deze
overeenkomst, genoemd naar de
plaats in Iran waar hij is geformc -
leerd, heet voluit "Overeenkomst in
zake watergebieden van internationa
le betekenis, in het bijzonder als ver
blijfplaats voor watervogels". In het
verdrag worden wetlands omschre
ven als: "moerassen, vennen, veen- of
watergebieden, of deze nu natuurlijk
zijn of kunstmatig, blijvend of tijde
lijk, met stilstaand of stromend water,
zoet, brak of zout en evenzeer gebie
den met zeewater waarvan de diepte
bij eb niet meer is dan 6 meter".
Voor de bescherming van de overge
bleven wetlands bestond de behoefte
het belang van het gebied te kunnen
aangeven. Hiervoor werd de zoge
naamde 1%-norm geïntroduceerd.
De basisgedachte hierachter is dat een
gebied een internationale betekenis
heeft als er regelmatig ten minste 1%
van de langstrekkende populatie van
een vogelsoort verblijft. Veel water
vogels volgen tijdens de trek een min
of meer vaste route. Door het opstel
len van dit kriterium komen kwetsba
re soorten en gebieden duidelijk naar
voren en wordt het internationale be
lang van bepaalde gebieden geaksen-
tueerd.