Over mossels, kokkels
en vogels
D.
Natuurgebieden
Thijs Kramer
Mosselboeren die eidereenden belagen
en scholeksters die als gevolg van de
kokkelvisserij de Oosterschelde
ontvluchten. Er lijkt een barst gekomen
in het gezamenlijk optrekken van de
natuurbescherming en de
schelpdiersektor. Gezamenlijk wisten
ze de Oosterschelde open te houden.
Kunnen ze ook in de toekomst in goede
harmonie door het leven?
Strukturele oplossing
'e visserij op kokkels en mossels
vindt uitsluitend plaats in de zoute ge
tijdewateren. Het beperkt zich zo
doende tot de Waddenzee en de
Zeeuwse zoute wateren. In Zeeland
is de sektor vooral in de Oosterschel-
de aktief, omdat de Westerschelde te
vuil is en de Voordelta nog in ontwik
keling.
Er gaat veel geld om in de schelpdier
branche. De vraag naar mosselen is
groot. Enkele jaren geleden is er een
enorme groei opgetreden in de vraag
naar kokkels, vooral in Spanje en Ita
lië. Elke mossel en kokkel meer die
boven water wordt gehaald is winst.
Dit heeft tot gevolg dat schelpdiervis
sers en vogels in toenemende mate el-
kaars konkurrent worden. Zeker als
er weinig mossels en kokkels te vin
den zijn.
Dit jaar is er zeer intensief op kokkels
gevist, terwijl er maar een beperkte
hoeveelheid aanwezig was. De broed-
val van de mossel in de Waddenzee is
zeer slecht. De eidereenden, die naast
mossels overwegend kokkels eten
waren in de Waddenzee evenals de
vissers van het weinige mosselbroed
afhankelijk. De scholeksters in de
Oosterschelde liepen tegen een zelfde
probleem op. Kokkels vormen voor
veel scholeksters het hoofdbestand
deel van het voedsel. Nadat veel kok
kels waren weggevist, hebben zich
forse verschuivingen voorgedaan bin
nen het scholeksterbestand in de
Oosterschelde. Slechte voedselom-
standigheden leiden tot een slechte
konditie van de vogels. Het is zeer de
vraag of deze scholeksters een fikse
vorstperiode wel zullen overleven.
Zowel de Waddenzee als de Ooster
schelde zijn erkende natuurgebieden
van internationaal belang. Het beleid
voor deze gebieden is gericht op het
behoud van die natuurwaarden. Maar
ook al kennen de Oosterschelde en
Waddenzee de grootst mogelijke be
scherming, het is de natuurbescher
ming niet gelukt de kokkelvisserij be
perkingen op te leggen.
Voor de Oosterschelde is een nieuwe
situatie ontstaan nu ook het gedeelte
dat in bezit is van de Staat -bijna alle
platen en slikken- onder de werking
51
van de Natuurbeschermingswet is ge
bracht. In deze wet is opgenomen dat
de kokkelvisserij een jaarlijkse ont
heffing nodig heeft en dat aan die ont
heffing beperkingen kunnen worden
opgelegd als de natuurfunktie dit ver
eist. In hoeverre dit een sluitende re
gelgeving is, zal moeten worden afge
wacht. Ongetwijfeld zal de kokkel-
sektor hiertegen in beroep gaan als de
situatie zich voordoet. Van de uitslag
zijn we niet zeker.
Al met al rijst de vraag of de proble
matiek niet struktureler moet worden
aangepakt. Het verleden heeft geleerd
dat kokkelvisserij, mosselkultures en
vogels goed naast elkaar kunnen be
staan in de Oosterschelde. De groei
van de schelpdiersektor heeft er ech
ter toegeleid dat er in jaren van
schelpdier-schaarste problemen op
treden. Van vogels kan niet verwacht
worden dat ze naar elders uitwijken.
Ook daar zijn al scholeksters die de
beste plekjes bezet houden. De gren
zen die de natuur stelt aan de visserij
lijken te zijn genaderd, of zelfs over
schreden. De schelpdiersektor zelf
behoort onderwerp van diskussie te
worden. Een herstrukturering, waar
bij de vloot terug gebracht wordt tot
een niveau waarbij ook in jaren van
schelpenschaarste konflikten tot een
minimum worden beperkt, is een mo
gelijkheid. Ook kan gedacht worden
aan quotering, waarbij slechts een
deel van het schelpenbestand mag
worden opgevist, zodat er voldoende
voor de vogels overblijft.
Dat dit geen onzalige gedachten zijn,
blijkt uit het feit dat ook uit kringen
van het bedrijfsleven zelf dit soort ge
luiden worden opgevangen. Ook in
die kringen worden vraagtekens ge
plaatst bij de visserij-inspanning van
de laatste jaren. Het lukraak vissen
heeft niet alleen voor de vogels nega
tieve konsekwenties. Ook de visserij-
sektor is er niet bij gebaat.
Visserij en natuur kunnen goed naast
elkaar bestaan als de visserij verstan
dig met het schelpdierenbestand om
springt. Uiteindelijk is dat in het be
lang van de natuur en de visserijsektor
zelf. Een verstandige visser is en blijft
een bondgenoot van de natuurbe
schermer.