Plan Tureluur
is meer dan meer tureluurs
De ZMF en de natuur
Thijs Kramer
Als je de landbouwvoormannen moet
geloven heeft de ZMF een doodzonde
begaan. Kostbare landbouwgrond
teruggeven aan de natuur van de
Oosterschelde, hoe durven ze. Maar het
Plan Tureluur is heel wat meer dan
ontpolderen alleen. Eigenlijk staat
ontpolderen een beetje in de marge van
de vele natuurontwikkelings'mogelijk-
heden rond de Oosterschelde, die in het
plan zijn geïnventariseerd.
B
Aanleiding
^an ft/rel
Natuurbeleidsplan
11
75
£2
'uiten de landbouw heeft het Plan
Tureluur veel instemming gekregen,
als we afgaan op de reakties van leden,
bestuurders en politici. Dat blijkt ook
uit de reakties van drie top-bestuur-
ders in Zeeland, Greet de Vries-
Hommes (als GS-lid voorzitter van
de Stuurgroep Oosterschelde), An
ton van Weelderen (direkteur Land
bouw, Natuur en Openluchtrekrea-
tie, de hoogste ambtenaar van het mi
nisterie van Landbouw, Natuurbe
heer en Visserij in de provincie) en
Henk Saeijs (Hoofdingenieur-direk-
teur van Rijkswaterstaat, direktie
Zeeland). Naar aanleiding van de pre
sentatie van Plan Tureluur legden we
hun enkele vragen voor.
Maar voor we ingaan op de reakties,
eerst nog even terugkeren naar de es
sentie van Plan Tureluur, het hoe en
In Nederland gaan we er prat op, dat
we voor het behoud van het Ooster-
scheldemilieu 8 miljard gulden over
hadden. Dat bedrag maakt op bezoe
kers uit de hele wereld indruk. Maar
de Oosterschelde leert tevens dat na
tuurbehoud in hoge mate afhankelijk
is van de op het eerste oog minder
belangrijke beslissingen op lokaal ni
veau.
Vogels zijn een goede graadmeter, de
aantallen laten zien hoe het er met een
gebied voor staat. We moeten konsta
teren dat sinds 1987 alle kenmerkende
vogelsoorten in de Oosterschelde
(zoals scholeksters, bergeenden, en
natuurlijk tureluurs), duidelijk in
aantal zijn afgenomen gedurende het
hele jaar. Kenmerkende broedvogels
(meeuwen, sterns en plevieren) zijn
even duidelijk in aantal gedaald. Voor
een deel weggezogen door de tijdelij
ke broedterreinen in het Markiezaat
en Krammer Volkerak, maar ook
door het verdwijnen van geschikte
broedbiotopen in de randzone van de
Oosterschelde, de inlagen en karre-
velden. Oorzaak: achterwege blijven
van onderhoud aan eilandjes, het ver
dwijnen van biotoop door verblijfsre-
kreatie, betreding van voorheen rusti
ge delen van de Oosterschelde vanaf
de kompartimenteringsdammen ter
wijl maatregelen om dit tegen te gaan
uitbleven enz. Nog zeer vers in het
geheugen ligt de manier waarop de
kokkelvisserij deze winter in de Oos
terschelde heeft huisgehouden. De ef-
fekten op de vogelstand waren duide
lijk merkbaar. Grote verplaatsingen
van vogels van overbeviste naar ande
re delen van de Oosterschelde. En
wederom een forse sterfte onder de
steltlopers tijdens de korte hevige
vorstperiode in dit voorjaar.
NATUURONTWIKKELINGSPLAN
VOOR DE OOSTERSCHELDE
van de Raad van State, uit angst voor
de dreigementen van de sportvissers.
Scholeksters en zeehonden hebben
geen stemrecht, laat staan dat ze met
stenen kunnen gooien.
Het natuurbeleidsplan (NBP), dat
door de regering is vastgesteld, wil de
toekomst van de natuur in Nederland
veilig stellen. Om dat te bereiken
streeft het NBP een ekologische
hoofdstruktuur na, die bestaat uit
grote natuurgebieden, onderling ver
bonden met ekologische verbindings
zones. Naast het veiligstellen van de
natuurgebieden is natuurontwikke
ling een belangrijk instrument om dit
te bereiken.
Relatief ingrijpende maatregelen ten
gunste van de natuur blijven achter
wege omdat gemeentebesturen aan
andere belangen een zwaarder ge
wicht toekennen. Een sprekend voor
beeld is de Schelphoekhaven aan de
zuidkust van Schouwen. Het ge
meentebestuur van Westerschouwen
laat hier het opruimen van een trailer
helling en passantenhaven achterwe
ge, ondanks een duidelijke uitspraak
De Zeeuwse Delta als geheel, en de
Oosterschelde in het bijzonder, ne
men een voorname plaats in, in die
ekologische hoofdstruktuur. En dat
is niet verwonderlijk gezien het inter
nationale belang van de Deltawate
ren. De Oosterschelde vormt als ge
heel een kerngebied van de ekologi
sche hoofdstruktuur en in de randzo-
nes worden mogelijkheden voorzien
voor natuurontwikkeling.