Een vinger aan de pols Tineke van der Ven Een vinger aan de pols houden. Van de gemeenten, maar ook van de provincie. Waar het gaat om beleid op het gebied van milieu en/of planologie. En waar nodig dus direkt reageren, wanneer natuur- en milieuwaarden in het geding zijn. Aandacht Baggerspecie Huis-aan-huis Ü3 at is het ruim geformuleerde doel dat de Werkgroep Milieu en Planolo gie op de Bevelanden zich voorlopig stelt. Na een opstartkursus, verzorgd door de ZMF, werd de werkgroep onlangs in Goes opgericht. De sterkte bedraagt nu nog 23 leden; er is een eigen bestuur en de groep heeft zich geschaard onder de vleugels van de KNNV-afdeling Beveland. Inwoners van Noord- en Zuid-Beveland, die in De Jacobapoldertussen Nieuwdorp en Lewedorp is één van de lokaties die het provinciebestuur op het oog heeft voor het dumpen van vervuild baggerslig. hun omgeving opmerken dat natuur- of milieu wordt aangetast, kunnen bij de werkgroep aan de bel trekken. Wie zitten er nu zoal in deze werk groep? Nou, eigenlijk Jan en Alle man. Mensen uit het onderwijs, stu denten, een enkele scholier, een poli tieman, huismannen- en vrouwen. Kortom: een dwars-doorsnede van de bevolking. Mensen die met en thousiasme en inzet aan de slag zijn gegaan om hun bijdrage te leveren aan het behoud van natuur en milieu in hun streek. Binnen de werkgroep zijn zes sub groepjes samengesteld, die hun aan dacht geven aan elk van de Bevelandse gemeenten en aan het Waterschap. Het voordeel van een dergelijke op splitsing mag duidelijk zijn. De leden van de sub-groepen wonen meestal in de desbetreffende gemeenten en zijn zodoende meer betrokken bij en be ter op de hoogte van de problemen die er spelen. En dat bevordert uiter aard een effektieve aanpak. Een na deel is er ook. Door de vorming van de sub-groepjes wordt de aanpak van een groter projekt moeilijker. Maar de twee-maandelijkse vergade ringen en de bindende aanpak van een enthousiast bestuur maken het moge lijk toch ook als één werkgroep op te treden. En tevens van eikaars bezig heden op de hoogte te blijven. Als één werkgroep optreden! Het be gin is al gemaakt. Even wat informatie vooraf: Gedeputeerde Staten hebben in mei van dit jaar de milieu-effek- trapportage (eerste fase) over de ber ging van baggerspecie het licht doen zien. In deze rapportage staan plan nen voor o.a. lokaties, hoeveelheden en verschillende manieren van opber gen van het verontreinigd baggerslib, dat vooral afkomstig is uit de Wester- schelde en het havengebied van Vlis- singen. Eén van de aangegeven lokaties ligt in de gemeente Borsele, het werkge bied van de werkgroep. Het is de Ja- cobapolder, tussen Nieuwdorp en Lewedorp. Na bestudering van de stukken en overleg met deskundigen heeft de werkgroep tegen deze plannen aktie ondernomen. Dat gebeurde door het indienen van een bezwaarschrift. Re den: aantasting van de leefomgeving van de inwoners van Nieuwdorp en Lewedorp en de aanwezigheid van al ternatieve lokaties in het Vlissingse havengebied zelf. Behalve het indienen van het be zwaarschrift heeft de werkgroep de inwoners van de twee dorpen ook geattendeerd op de plannen van het provinciebestuur. Dat werd gedaan door huis-aan-huis in Nieuwdorp en Lewedorp kant en klare bezwaar schriften te bezorgen. De reakties wa ren opmerkelijk en verheugend. De meeste inwoners wisten totaal niet wat de provincie eventueel in hun achtertuin van plan was. Vandaar dat nogal wat bezwaarschriften werden ingestuurd. Hieruit blijkt wel dat ook de over dracht van informatie een belangrijke taak is voor een milieu- en planologie werkgroep. En tevens dat op dit ge bied nog genoeg te doen is. Wie meer wil weten over de werk groep Milieu en Planologie op de Be velanden kan kontakt opnemen met S. Sommeyer (01195-722) of J. Wol- fert (01100-28658). Tineke van der Ven is lid van de werkgroep Milieu en Planologie op de Bevelanden en is ook lid van het milieuvoorlichtersnetwerk in Zeeland.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1991 | | pagina 14