Mag het ietsje minder zijn? Deeltjesscheiding Daarmee blijven de industriegebie den over. Zowel het Sloe als de Zeeuws-Vlaamse Kanaalzone zwem men in beschikbare grond. Zo heeft onderzoek voor het gebiedsgerichte beleid van de Kanaalzone aange toond, dat tot het jaar 2015 slechts enkele tientallen hektaren industrie gebied nodig zijn voor uitbreiding. Terwijl men beschikt over 800 ha ter rein. Bovendien zorgt een baggerde- pot in een industriegebied voor een "groene" afscheiding tussen bedrij ven en woongebieden. En daar heb ben we ook steeds meer behoefte aan. Ie slib voor scheiding in aanmerking komt. Bovendien is het verantwoord te rekenen met de goede perspektie- ven voor perfektionering van de deel tjesscheiding. Het is te hopen, dat al deze aspekten in het definitieve MER wel op hun juiste waarde worden geschat, zodat bestuurders uiteindelijk milieuve rantwoord kunnen beslissen. We wil len tenslotte geen vuil slib tot aan on ze lip. Het MER rekent ons dus voor dat voor een grootschalig depot 100 ha nodig is. Een hele lap grond dus. Van daar dat het zo belangrijk is de on werkbare reststroom vuile specie zo klein mogelijk te houden. Want hoe geringer het volume, hoe geringer het ruimtebeslag. Reiniging en deeltjes scheiding (hydro-cyclonage) kunnen daar fors aan bijdragen. De aannamen in het MER steken daar echter schril bij af. Volume-reduktie door reiniging blijft buiten beschou wing. Het zou volgens de samenstel lers slechts kunnen gaan om een paar procent volume-vermindering. Dit uitgangspunt is al te behoudend. Dè ontwikkeling van reinigingspro- cedé's is namelijk stormachtig. Steeds meer veelbelovende technieken, zoals verschillende bio-technologische me thoden, dienen zich aan. Zo hebben proeven met het verwijderen van me taal-ionen uit slib met behulp van melkzuur-producerende lacto-bacilli uitgewezen, dat veel metalen in die mate kunnen worden verwijderd, zo dat slib overblijft dat wel voldoet aan de algemene milieukwaliteit. Volgens één van de basisrapporten die ten grondslag ligt aan het MER kan hooguit 40% van de te saneren specie door de hydro-cycloon wor den geleid. Dat levert een volume-re duktie van 10% op. Deze aannamen over de doelmatig heid van deeltjesscheiding en volume- reduktie zijn deels afgeleid uit proe ven op laboratoriumschaal. Want een testinstallatie op praktijkschaal, op gezet door Herik en RIVM, laat een efficiency zien van minimaal 60%. Het uitgangspunt dient daarom te zijn, dat in beginsel 100% van de spe cie moet kunnen worden gescheiden. Per lokatie dient vervolgens te wor den geanalyseerd of werkelijk ook al- De voormalige buitenhaven van Hansweert is nu een depot voor vervuilde baggerspecie uit de Oosterscheldehavens. Een depot waar letterlijk en figuurlijk een luchtje aan zit.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1991 | | pagina 8