Korte
berichten en
mededelingen
Thema-avonden drukbezocht
Provincie slibbert over
slibdepotonderzoek
Bodemsanering in Zeeland wil maar niet vlotten
Afvalpreventie
Natuur en visserij
Zowel de thema-avond over "af
valpreventie" als over "natuui--
bescherming en visserij", die
m.m.v. de ZMF in Goes georga
niseerd werden, trokken dit
najaar een ruime belangstel
ling:
Aansluitend op de ledenverga
dering van 29 oktober j.l.,
waarin voorzitster Sabine Ver
burg haar zorg uitsprak over
de trage uitvoering van de mi
lieubeleidsplannen voor de pro
vincie Zeeland, hield drs. Die-
leman van het Studiecentrum
voor Milieukunde van de Eras-
musuniversiteit een uitdagend
betoog over afvalpreventie aan
de bron.
Hij hield het 60-kopppige pu
bliek, dat voor een deel uit
ambtenaren van de provincie
en gemeentes bestond, voor dat
de overheid te weinig stimu
lansen aan het bedrijfsleven
biedt om de afvalproblematiek
direkt aan de bron aan te pak
ken.
Dieleman betoogde dat het
Prisma-projekt in de regio Rot
terdam aantoonde dat bedrij
ven aanzienlijke kosten kun
nen besparen als ze nauwkeu-
riger naar hun afvalstromen
kijken.
Zijn stelling was dat voor 5
miljoen gulden alle Zeeuwse
industriële bedrijven in vier
jaar tijd een afvalpreventie
plan kunnen hebben.
Een massale opkomst van
Zeeuwse vissers zorgde voor
een levendige, af en toe emotio
nele, thema-avond op 12 no
vember in "~t Beest" te Goes.
De vissers staken niet onder
stoelen of banken dat ze zich
door de natuurbescherming in
het nauw gedreven voelen. Een
uitpuilende zaal reageerde fel
op het prikkelende betoog dat
drs. Revier van de Waddenver
eniging hield. Revier stelde on
omwonden dat, in het belang
van de schaarse natuur die Ne
derland nog bezit, de visserij-
tak niet aan beperkende maat
regelen kan ontkomen. De ver
tegenwoordigers van de visserij
vonden echter de balans tussen
natuurbescherming en hun
branche tegenwoordig te ver
naar de natuur doorslaat.
ZMF-medewerker Thijs Kra
mer benadrukte vooral het ge
meenschappelijke belang dat
natuur en visserij bindt: "Een
schoon en duurzaam ekosys-
teem".
Dr. De Vlas van het Ministerie
van LNV sprak op persoonlijke
titel toen hij zei dat het hoog
tijd werd dat de overheid dui
delijkheid aan de betrokken
partijen verschaft. Hij achtte
de kans op een harmonieuze
oplossing overigens gering:
"Visserij en natuur moeten de
koek maar verdelen."
(WdW)
Een paar maanden geleden
heeft de kommissie voor de mi-
lieu-effektrapportage een ver
nietigend oordeel geveld over
het tussentijdse milieu-effek-
trapport (MER) voor de ber
ging van baggerspecie in de
provincie Zeeland. Het MER
wordt opgesteld om de milieu
gevolgen vast te stellen van
het verwijderen, het verwerken
en opslaan van baggerspecie in
een depot op een plaats in of in
de buurt van de Westerschelde.
De kritiek spitst zich toe op de
gebrekkige en inkonsekwente
toepassing van de selektiemet-
ode voor mogelijke lokaties en
bergingsmethoden, het te snel
laten vallen van in aanmer
king komende lokaties, de on
dergeschikte rol die de milieu-
aspekten spelen hij de afwe
ging en de te sterke nadruk op
de financiële aspekten.
De provincie is danook ge
vraagd met een notitie te ko
men waarin een goede onder
bouwing wordt gegeven van de
selektieprocedure voor lokaties
en bergingsmethoden waarbij
de milieu-aspekten voldoende
aan bod komen.
In de notitie van de provincie
treffen we evenwel geen nieu
we natuur- en milieuinforma
tie over de 40 plekken die zijn
onderzocht. De aandacht gaat
in de notitie vooral uit naar
aanlandings- en eilandlokaties.
Dat verontrust ons. Niet voor
niets zegt de kommissie MER,
dat rekening moet worden ge
houden met het advies van de
Technische Kommissie Bodem
bescherming. Die zegt, dat en
kel opslag op land de beste be
scherming biedt voor natuur
en milieu. Daarom behoren
landlokaties prioriteit te krij
gen en zullen extra landloka
ties in beeld moeten worden
gebracht die voor verdere be
oordeling in aanmerking ko
men. Landdepots kun je in fa
sen aanleggen en je kunt ze
kompartimenteren, zodat slib
met bepaalde vuile stoffen ge
scheiden kunt opslaan. Reini
ging blijft daardoor ook op ter
mijn mogelijk. De voorkeur
gaat uit naar lokaties in indus
triegebieden. Tenslotte zijn de
industrieën de grootste veroor
zakers van de waterbodemver
vuiling.
De mogelijke aanscherping van
de normen van vervuilde spe
cie kan vergaande konsekwen-
ties hebben voor de omvang en
inrichting van een depot. Ge
bleken is, dat klasse- twee
specie schadelijker is voor de
natuur dan steeds werd aange
nomen. Aanscherping van nor
men betekent dat op termijn
miljoenen extra kubieke me
ters klasse- twee- specie moe
ten worden geborgen. Een de
pot op land is voldoende flexi
bel om extra hoeveelheden spe
cie alsnog te kunnen bergen.
Met eiland- en aanlandingsde
pots kan zo'n onverwacht extra
aanbod niet worden opgevan
gen.
Gezien deze standpunten en
ontwikkelingen zal meer dan
voorheen de aandacht moeten
uitgaan naar het bergen op
land. Dat blijft de enige milieu
verantwoorde, tijdelijke oplos
sing.
(TVM)
Voorzitster Sabine Verburg van de ZMF, geflankeerd door koördinator Tjeu van Mierio en
sekretaris/penningmeester Piet van Eikeren
Enkele maanden later dan an
dere jaren heeft het provinciaal
bestuur van Zeeland het bo
demsaneringsprogramma 1992
vastgesteld. Als je kijkt naar
de omvang van het probleem
van verontreinigde bodems in
onze provincie, schiet het pro
gramma opnieuw schromelijk
tekort.
Het aantal projekten dat op
een of andere manier in het ka
der van sanering aandacht
krijgt of verdient is inmiddels
gestegen tot 165. Slechts acht
lokaties komen in 1992 voor
sanering in aanmerking. En
daartoe behoren er twee die al
in 1989 zouden zijn gesaneerd.
Het gaat om de voormalige
gasfabrieksterreinen in Hulst
en Middelburg. Echt vlotten
wil het dus allemaal niet, met
name omdat de financiële mid
delen ontbreken. Het is dan
ook erg navrant als je uit het
programma moet lezen, dat zo
weinig onderzoek is gedaan,
dat in 1990 minder saneringen
konden plaats vinden. En dat
terwijl VROM voor Zeeland
geld beschikbaar had. Dit geld
is jammergenoeg naar de
staatskas teruggevloeid.
Naast vuile droge bodems, ma
ken ook vervuilde waterbo
dems onderdeel uit van het
programma. Spijtig genoeg
ontbreekt het aan een duidelijk
uitvoeringsprogramma voor
waterbodemsanering. Daarom
is het onmogelijk minister Al
ders te vragen om geld voor sa
neringen. En dat terwijl hij tot
1994 28,2 miljoen in zijn beurs
heeft voor het schoonmaken
van de waterbodems. Vandaar
dat zo'n uitvoeringsprogramma
er snel moet komen.
In het programma ontbreekt
het verder aan een totaalin
zicht in de Zeeuwse bodemver
ontreiniging. Daarom is het
nog steeds niet mogelijk een vi
sie op de oplossing van het sa
neringsprobleem te ontwikke
len.
(TvM) M