Hoechst benauwd voor tariefsverhoging van milieuheffing op brandstoffen
De verhoging van de milieuheffing
op energie zoals minister Alders
voorstelt, komt overeen met 15 a 20
procent van de huidige prijs van
ruwe olie. Er bestaat dus inder
daad een gerede kans dat deze ver
hoging een opstapje vormt naar een
aanzienlijk forsere prijsstijging. De
vraag is echter of de grootverbrui
kers van energie daarvoor zo be
nauwd moeten zijn.
Uit diverse berekeningen blijkt dat
de gevolgen voor de meeste van hen
zullen meevallen. In de eerste
plaats zullen veel bedrijven de
heffing gedeeltelijk kunnen vermij
den door hun energiegebruik te be
perken. Energiebesparing kost
veelal ook geld, maar minder dan
de heffing. Ten tweede zullen ande
re belastingen worden verlaagd. Al
le politieke partijen zijn immers
van mening dat de totale belasting
opbrengst niet omhoog mag. In de
derde plaats hebben de concurren
ten met dezelfde prijsstijging te
maken, tenminste als de heffing op
internationale schaal wordt inge
voerd. Een regulerende energie
heffing is allereerst bedoeld als een
prikkel voor energiebesparing, niet
als een middel om zoveel mogelijk
bedrijven de grens over te jagen of
onrendabel te maken.
Een forse stijging van de energie
prijs kan desondanks best gevolgen
hebben voor de omvang van bepaal
de energieintensieve bedrijven en
dus de werkgelegenheid in deze
sectoren. Produkten waarin veel
energie is verwerkt, zoals alumini
um en bepaalde kunststoffen, zul
len bijvoorbeeld marktterrein ver
liezen aan andere materialen en
hergebruik. Maar dat zijn verande
ringen die uit milieuoogpunt ook
hard nodig zijn. Als we alle be
staande bedrijfsaktiviteiten hand
haven, zullen de milieuproblemen
zeker niet verdwijnen.
Jan de Vries is medewerker milieu en economie van het
Landelijk Milieu Overleg.