Natuur Schelpdieren motorvermogen is verdubbeld. De gemiddelde grootte van de Neder landse vaartuigen is de hoogste van Europa. De 600 kotters in Neder land hebben gezamenlijk meer PK's, dan de 13.300 bootjes in Por tugal! Het merendeel van deze kotters vist met de boomkor op tong en schol. Een beperkt deel vist op rondvis (kabeljauw, wijting) of op garnalen. Daarnaast zijn er 13 gro te vriestrawlers, die vooral op ha ring en makreel vissen. Verder telt de Nederlandse vloot nog ongeveer 150 vaartuigen die op schelpdieren vissen (kokkels, mossels en oes ters). De visser oogst, wat de natuur in de zee of kustwateren produceert. Dat is heel lang goed gegaan, maar de kapaciteit van onze vissersvloot is zo groot geworden, dat het vroeg of laat eens fout moest gaan. De Noordzee is de meest intensief be viste zee van de wereld. Dat heeft grote gevolgen voor de visstand, zo dat al jaren geleden een regeling moest worden getroffen, om te voorkomen dat de Noordzee hele maal werd leeggevist. Maar niet al leen de visstand lijdt onder de vis serijinspanning. De hele Noordzee bodem wordt elk jaar door de boom korvisserij gemiddeld één keer, Boomkorvisserij: Kettingen, vlak voor de netten, bedoeld om bodemvissen op te schrikken, brengen ook het overige bodemleven veel schade toe In de ondiepere delen vindt schelp diervisserij en -kweek plaats, even als sleepnetvisserij op garnalen en rondvis. Het is onduidelijk welke gevolgen de sleepnetvisserij heeft op het bo demleven. Het is zeker niet zo dat Hebben de zeehonden straks het visrijk alleen? maar sommige delen zelfs 2-3 keer door de zware vistuigen omge ploegd. De bodemdieren worden daarbij gedood of beschadigd. Som mige bodemdieren worden mee op gevist of worden een gemakkelijke prooi voor vissen. Ook in de kustwateren is de visse rijinspanning zo groot, dat dit ge volgen heeft voor de natuur. Ook hier geldt, dat de onderwaterbodem regelmatig wordt omgeploegd door de boomkorvissers. Dit gebeurt vooral in de diepere delen voor de kust. het vissen met een sleepnet te ver gelijken is met het ploegen over de bodem van de boomkor. Het net rolt meer over de bodem. Wel is er van een zekere beschadiging van het bodemleven sprake. Verder wordt er op grote schaal mechanisch gevist op kokkels en mosselzaad. De bodem wordt hier bij fors omgewoeld. In jaren met een rijke zaadval vist de visserij maar een beperkt deel van weg, zonder dat dat voor het bestand de sastreuze gevolgen heeft. Er blijft ook genoeg over voor vogels. Wel kunnen vraagtekens geplaatst wor den bij de manier waarop de kok kelvisserij de bodem omwoelt. Soms zijn de sporen van de kokkel visserij uit het najaar in april nog op de platen herkenbaar. Er wordt over het algemeen gevist tot een diepte van 5 cm, maar soms worden ook sporen van 20 cm aangetroffen. De kokkelkvissers gaan daarbij ook regelmatig hun boekje te buiten, vissen te kort onder de kust, in ter reinen van het Zeeuws Landschap rond St. Philipsland of in de Wes- terschelde, of op mosselpercelen. Ook wordt er een voorzichtige link gelegd tussen het verdwijnen van een grote oppervlakte zeegras uit de Oosterschelde met de kokkelvis serij. De schelpdiervisserij heeft wel tot gevolg dat natuurlijke kokkel- en mosselbanken verdwijnen uit de kustwateren. Met name mossel- banken vormen na verloop van een tiental jaren een hele levensge meenschap. De harde schelpen zijn een ideale hechtingsplaats voor wieren. Ze zijn begroeid met ane monen en er leven allerlei kleinere dieren tussen de mossels, zoals ali kruiken en vlokreeften. Mosselzaad wordt van de wilde banken opgevist om het vervolgens uit te zaaien op zogenaamde mos selpercelen. Deze liggen voorname lijk in de Oosterschelde en de Wad denzee. Mosselpercelen zijn eigen-

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1991 | | pagina 4