Kwaadsprekerij De ZMF is in ieder geval van mening dat ze voor de natuur niet het onderste uit de kan wil hebben. Samen met de visserijor ganisaties zijn er in het verleden belangrij ke suksessen geboekt. Er zijn nog genoeg problemen waar we gezamenlijk de schou ders onder kunnen zetten, zoals het te rugdringen van de waterverontreiniging of het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Oosterschelde. Uiteindelijk is er meer wat ons bindt, dan wat ons scheidt. Vanuit die overtuiging moet er ook over de na tuurkerngebieden overeenstemming te bereiken zijn. lijk mossel-akkers. Ze zijn mooi vlak gemaakt. In zekere zin vind je er de levensgemeenschappen zoals op een wilde mosselbank, maar niet zo mooi ontwikkeld, want ze wor den elk jaar weer leeggevist. Naast de mechanische kokkelvisse rij met schepen zijn er ook een 30- 40 handmatige kokkelvissers ak- tief. Zij rijven met een hark de kok kels bijeen, bij voorkeur als het wa ter op de platen enkele decimeters hoog staat. Dit is een meer am bachtelijke manier van vissen. Toch worden deze vissers, als het gaat om het sluiten van gebieden, over een kam geschoren met hun mechanische kollega's. Zaadval van kokkels en mossels is zeer onvoorspelbaar. Duidelijk is dat de temperatuur een rol speelt, maar daar houdt het wel zo'n beetje bij op. De speling van de natuur kan dus voor kokkelarme of mos- selzaadarme jaren zorgen. In zo'n situatie is de visserij in staat om zoveel weg te vissen dat scholek sters of eidereenden, die sterk van de schelpdieren afhankelijk zijn voor hun voedselvoorziening, in de problemen komen. Op zo'n moment moet er een keuze gemaakt wor den. Wat ons betreft behoort dan prioriteit gegeven te worden aan de belangrijke natuurfunktie van de Waddenzee en Deltawateren. Ne derland heeft zich niet voor niets gebonden aan internationale af spraken, zoals de Wetlandskonven- tie. De milieuorganisaties vinden dat de visserij zich moet beperken en in ieder geval een verantwoorde vis stand moet garanderen in de Noordzee. Verder dient er een vis serij vrij gebied te komen, waarin alle milieutypen van de Noordzee zijn verenigd. Hetzelfde geldt voor de kustwate ren. In de Voordelta, Wester- en Oosterschelde behoren zogenaamde natuurkerngebieden ingesteld wor den, waarin alle milieutypen van zo'n Deltawater verenigd zijn, zoals diepere delen, platen, slikken en schorren. In deze gebieden behoort alle visserij verboden te worden, zo dat alle natuurpotenties in dit ge bied tot ontwikkeling kunnen ko men. Daarbuiten moet de visserij intensiteit afgesteld worden op de draagkracht van het gebied. Dat betekent bijv., dat in jaren met wei nig kokkels er genoeg moet over blijven voor de scholeksters. Hoe veel scholeksters nodig hebben is bekend, hoeveel kokkels er beschik baar zijn kan afgeleid worden uit een bestandsopname in het gebied. Tot de kustwateren moeten vooral de Waddenzee, Ooster- en Wester- schelde en de Voordelta gerekend worden. Dat zijn niet de eerste de beste natuurgebieden. Ze staan aan de top in de top-tien van waterrijke gebieden in Europa. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de roep om maatregelen door de milieuorgani saties groot is. De visserijorganisaties zijn minder te spreken over de wensen van de ZMF en Waddenvereniging. "De aanhoudende kwaadsprekerij van milieu-organisaties zal betekenen dat een derde van de visserij ge doemd is om te verdwijnen", schrijft J.K. Nooitgedagt, voorzitter van de Nederlandse Vissersbond aan het provinciebestuur van Zee land. In hoeverre milieuorganisaties te betichten zijn van kwaadsprekerij, kan nu iedereen zelf beoordelen. Of de gewenste maatregelen inder daad zullen leiden tot een forse aderlating voor de visserij durven we te betwijfelen. De wens om een deel van de Noordzee visserij-vrij te maken beperkt zich tot slechts een klein gedeelte. Voor het Deltage bied geldt, dat de sleepnetvisserij slechts in vrij beperkte, kompakte delen van de Wester- en Ooster schelde en de Voordelta wordt uit gesloten. Voor de mosselkuituur in z'n geheel heeft het geen gevolg en de kokkelvisserij heeft buiten de kokkelarme jaren voldoende ruimte om een goede aanvoer te realiseren. We moeten immers niet vergeten, dat de problemen die er het afgelo pen jaar zijn gerezen tussen vogels en schelpdiervisserij, veroorzaakt worden door de slechte zaadval. Daarnaast zit er ook een voordeel voor de visserijsektor zelf aan het instellen van de natuurkerngebie den. Vissen en schelpdieren kun nen hier ongestoord opgroeien en zullen de rest van de kustwateren gaan bevolken. Mogelijk is het verzet van de visse rij sektor ingegeven door de angst voor de Waddenkonferentie, die in Esbjerg werd gehouden. Denemar ken en Duitsland kennen veel ver dergaande beperkingen voor deze vorm van visserij in het waddenge bied en de vissers zullen niet blij zijn als dat beleid komt overwaaien naar Nederland. Thijs Kramer is stafmedewerker van de Zeeuwse Milieu Fe deratie Nieuw gevormde platen in de Voordelta op de Kop van Goeree toekomstig zeereservaat?

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1991 | | pagina 5