Toekomst? Zeeland? Als men niettemin een nieuw groot glas- tuinbouwkomplex in Zeeland wil doorzet ten, moet zeker een milieu-effekt-rappor tage (M.E.R.) opgesteld worden. Daarin moet de gewenste milieudoelstelling voor af worden vastgelegd. Het gewasbescher- mingsbeleid (anders gezegd: het bestrij- dingsmiddelengebruik) moet daarop afge stemd zijn, zodat er geen milieubelasting door chemische middelen ontstaat. Lozing van afvalwater en het ontstaan van vast afval moet voorkomen worden door strik te regels voor hergebruik te stellen. Energiebesparende technieken en moge lijkheden voor alternatieve energieopwek king moeten in een M.E.R. evenzeer aan de orde komen. Onderzoek naar de hinder voor omwonenden door de immer verlich te kassen is noodzakelijk. Uit ervaring wijs geworden zou men de plaatsing van grote tuinbouwkomplexen in het open, landelijke, Zeeuwse gebied moe ten afwijzen. Glastuinbouw is steeds meer een industriële aktiviteit geworden en hoort derhalve thuis op een industrieter rein, met gebruik van de restwarmte van andere bedrijven. In Zeeland liggen nog grote oppervlakten industrieterrein in het Sloegebied op bedrijven te wachten. Ook is er overvloedig opgewarmd koelwater van de energiebedrijven te krijgen, waar van de waarde nu wordt verspild door lo zing in de Westerschelde. De negatieve effekten op natuur, milieu en landschap leiden er in toenemende mate toe dat kassen in kwetsbare gebieden geweerd wor den. Volgens de Vierde Nota Ruim telijke Ordening mag glastuinbouw zich enkel nog in gebieden met een zogenaamde gele koers ontwikke len. Zulke gebieden zijn voor Zee land niet aangegeven. In gebieden met een blauwe koers, de gemeente Borsele valt daarbinnen, wordt aan gekoncentreerde produktiekom- plexen van intensieve landbouw geen ruimte geboden. In gebieden met een bruine koers - de gemeente Reimerswaal valt daaronder - be hoort de grondgebonden landbouw voorop te staan; kassenbouw mag het lokale karakter nooit overstij gen. fen en ter beperking van zuive- ringskosten de substraatteelt met hergebruik van de voedingsoplos sing in kombinatie met zuivering op lokaal niveau toepassing ver dient. ("Emissiereduktie van nutrinten vanuit de glastuinbouw", juni '90) In Zeeland lopen de gemeenten Borsele, Bruinisse, Kapelle, Duive- land, Sint Philipsland en Reimers waal in de kijkerd, nu verplaatsing van glastuinbouw uit de Randstad aan de orde is. Als mogelijke drijfveren voor de ontwikkeling van een glastuin- bouwkomplex in Reimerswaal noemt het Adviesbureau Heidemij "de vergroting van de werkgelegen- Milieu-effekt-rapportage voor glastuinbouw noodzakelijk In de Struktuurnota Landbouw, Natuur en Openluchtrekreatie zal deze ruimtelijke afbakening verder worden uitgewerkt. Gezien de beleidskaders is slechts op een paar plekken in Nederland ruimte voor gekoncentreerde kas senbouw. Nieuwe ruimte is er al leen in de Haarlemmermeer, de Hoekse waard, bij Emmen, bij Ven- lo en in de kop van Noord- Holland. En als het daar al plaats vindt, kan het enkel onder strenge milieuhy giënische voorwaarden. Zo komt Rijkswaterstaat/RIZA tot de kon- klusies dat: voor glastuinbouwbedrijven ei gen zuiveringstechnieken toepas baar zijn met hergebruik van afval water; - géén afvalwaterlozing via riool waterzuiveringsinstallaties moet plaatsvinden, in verband met de ontoereikende kapaciteit van riool- waterzuiveri ngsinstallaties - uit oogpunt van maximale emis siebeperking van schadelijke stof heid en het regionaal inkomen en verder de voorbeeldwerking naar agrarisch Zeeland". Een voorname reden om in de Bathpolders (250 ha) neer te strijken is het feit dat veel pachters uit de traditionele kasgebieden in het Westland, Vleu- ten-de Meern en IJsselmonde moe ten wijken voor de oprukkende stadsuitbreidingen. Een grote be- langhebber is de AMEV, een verze- kerings- en beleggingsmaatschap pij, die eigen pachters uit de be staande glastuinbouwgebieden wil overbrengen naar Reimerswaal. Het lokale beleid heeft echter zijn barrières. De Bathpolders van Reimerswaal hebben volgens het bestaande be stemmingsplan uitsluitend een ag rarische funktie. Reimerswaal wil wijziging van een grootschalig ge bied in de bestemming "kassen bouw" bespoedigen door toepassing van de simpele art. 19-procedure uit de Wet op de Ruimtelijke Orde ning. Er wordt een oneigenlijk ge bruik van deze procedure gemaakt. Die is feitelijk alleen bedoeld om, vooruitlopend op een voorgenomen plan wijziging, daarin toch al aan te brengen veranderingen versneld te kunnen doorvoeren. Hiervan is ech ter geen sprake. In het rapport van de Grontmij (ok tober '91) met de afschuwelijke naam "Haalbaarheidsverkenning Glastuinbouw Midden-Zeeland", wordt melding gemaakt van de goe de vooruitzichten voor Zeeuwse glastuinbouw. Zoals met zoveel rapportages is hier een eenzijdig beeld, want er wordt met geen woord gerept over de nadelige in vloeden op het milieu. Het onder zoek richtte zich op de gemeente Borsele en komt met de aanbeve ling voor een lokatie gelegen tussen Heinkenszand, 's-Heerenhoek en Lewedorp, ten n.o. van het Sloege- bied in de Kraayertpolders. Hier is de bodemgesteldheid voor de bouw van kassen het gunstigst en be staat er ruime mogelijkheid tot het onttrekken van zoet grondwater. Een glastuinbouwgebied met 30 ha biedt direkte werkgelegenheid aan ca. 60 arbeidskrachten, zegt de Grontmij.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 20