Energieverslinder
Vervuiling
Toepassing en belasting
Hergebruik
De effekten voor het milieu in de Derde
Wereld blijven vaak onzichtbaar voor de
konsument. In de prijs van onze alumini-
umprodukten zitten niet de milieuvervui
ling, de schuldenlast of de verhuiskosten
van een heel dorp in een Derde Wereld
land verrekend. Als Indonesië, Suriname,
Ghana of Jamaica die kosten zouden af
dwingen dan zouden onze aluminiumkozij-
nen veel duurder worden. De prijzen van
aluminiumprodukten pakken nog hoger uit
als de reële stroomkosten in die landen,
en in Zeeland, worden doorberekend aan
Pechiney. De belangstelling voor alumini
um zou stukken lager zijn.
Een duurzame ontwikkeling vraagt ook om
een verstandige konsumptie. Voor ver
schillende aluminiumprodukten, zoals ver
pakkingsmateriaal en huishoudelijke arti
kelen, bijvoorbeeld pannen, bestaan mi
lieuvriendelijke alternatieven. Lees daar
voor ook het vouwblad in Wantij.
Willen we de milieubelastende aktiviteit
van aluminiumproduktie fors terugdringen
dan zullen ook mondiaal afspraken ge
maakt moeten worden, bijvoorbeeld over
volumebeleid voor aluminium en over het
geven van steun aan het ontwikkelen van
alternatieven. Maar laten we als konsu
ment alvast zelf de eerste stap zetten! M
De multinationals bedingen zonder
uitzondering een zeer laag elektri
citeitstarief en slurpen zelf tussen
de 40 en 80 van de opgewekte
stroom op. In Ghana bijvoorbeeld
werd in de droge jaren tussen 1983
en 1985 zoveel stroom door de alu
minium-multinationals opgeëist
dat de hoofdstad en de buurlanden
slechts beperkt konden worden
voorzien. Het enige wat de multi
nationals er tegenover moesten
stellen, was het herinvesteren van
4% van hun omzet in dit Afrikaan
se land.
produktie van aluminium vergt veel energie die in de Derde
ereld wordt opgewekt met behulp van stuwdammen
Niet alleen de bauxiet- en aluinaar-
deproduktie belasten het milieu
zwaar. Ook de aluminiumproduktie
van Pechiney past slecht in een
duurzame ontwikkeling.
Het is een energievretend fabrika-
geproces. Vergelijk je het energie
gebruik per gewichtseenheid alu
minium met dat van andere mate
rialen als glas, papier en ijzer, dan
is voor aluminium vele malen meer
energie nodig. Met die energie moe
ten de smeltovens worden opge
warmd tot een temperatuur van
950 °C. Hoeveel energie een alumi-
niumfabriek nodig heeft kunnen we
ook duidelijk maken aan de hand
van het gebruik van Aldel, de ande
re aluminiumproducent, in Delfzijl.
Die gebruikt volgens de werkgroep
Eemsmond ca. 3% van het totale
Nederlandse elektriciteitsproduk-
tie.
Het lukte Pechiney in Vlissingen
aan goedkope energie te komen.
In de vestigingsvoorwaarden be
dong het bedrijf in 1971 onder an
dere een atoomenergieprijs van ca.
2 cent voor elke kilowatt-uur. In de
toekomst mag de stijging van de
brandstofkosten slechts voor 2/3
deel doorberekend worden. Elke
cent per kilowatt-uur die Pechiney
meer zou moeten betalen voor de
geleverde atoomstroom, betekent
een verlies van ca. 26 miljoen gul
den per jaar. Met dit besluit lag de
bouw van een kerncentrale vast.
Op hetzelfde moment werden door
Pechiney de onderhandelingen af
gerond over de levering van de eer
ste lading uranium aan de kerncen
trale Borssele.
Ook andere milieubelastingen
springen in het oog. Er worden heel
wat schadelijke stoffen in het mi
lieu gebracht:
Zo laten de vergunningen de vol
gende jaarlijkse emissies toe:
30.000 ton koolmonoxide (broeikas-
effekt), 4.300 ton zwaveldioxide
(zure regen), 220 ton fluor (schade
aan vee en natuur), 800 ton stof
(overlast omwonenden) en 2 ton
benzo(a)pyreen (een giftige kanker
verwekkende stof).
In de afgelopen jaren heeft Pechi
ney samen met Hoechst meer dan
twee miljoen gulden uitgegeven
aan schadeloosheidsuitkeringen
i.v.m. de door hen uitgestoten fluor.
Bij langdurige blootstelling aan la
gere koncentraties fluor ontstaan
bij mens en dier botafwijkingen en
chronische vergiftiging. Ook kan er
gewasschade optreden.
Werknemers hebben eveneens te
maken met de uitstoot van fluor,
maar ook met blootstelling aan
koolstof, teer, teergas, hitte en la
waai.
Aluminium wordt veel toegepast
omdat het zo licht is en niet snel
roest. In Europa komt 30% van het
aluminium terecht in transport
middelen als bussen, auto's, vlieg
tuigen en treinen. De bouw ge
bruikt 20%, bijvoorbeeld voor kozij
nen. Voor verpakkingen is 10% van
de aluminiumproduktie nodig. De
rest vind je ondermeer in machi
nes, apparaten en kantoorartike
len.
Vaak prijzen de aluminiumprodu-
centen hun produkten aan als
ideale vervanger voor bijvoorbeeld
staal in vervoermiddelen en voor
glas bij drankverpakking. Gemaks
halve gaat men er dan aan voorbij
dat staal ook door nog lichtere
kunststoffen vervangen zou kun
nen worden. Voor glas bestaan goe
de statiegeldregelingen en retour
systemen. Verder wordt door de
aluminiumindustrie vaak het fun
damentele uitgangspunt van afval-
en emissiepreventie over het hoofd
gezien.
Bovendien vraagt een duurzame
benadering om het bezien van de
milieuproblematiek in de hele pro-
duktieketen. Een problematiek die
bij aluminiumproduktie bijzonder
groot is.
Hergebruik van aluminium is voor
de aluminiumindustrie goed moge
lijk. Dit komt doordat het omsmel
ten van aluminiumafval slechts 5
procent van de hoeveelheid energie
vraagt die nodig is bij de hierboven
beschreven, primaire aluminium
produktie. Maar ook al wordt het
hergebruik maksimaal opgevoerd,
zolang de jaarlijkse produktie van
ruw aluminium uit bauxiet blijft
toenemen, is er feitelijk bij de fa-
brikage niet echt sprake van grond
stof- en energiebesparing.
Bovendien wordt recycling steeds
problematischer, nu allerlei nieuwe
legeringen mechanische schei
dingstechnieken steeds moeilijker
maken. Extra aandacht verdient
het verwerken van aluminium
schroot. Er blijft bij het smelten
vast afval in de vorm van zoutslak-
ken over waarin veel milieugevaar
lijke stoffen zitten.
Peter van den Berg en Tjeu van Mierlo zijn medewerkers
van de Zeeuwse Milieufederatie.