Saeftinghe "ontjacht en ontpolderd" Frappante toename watervogels Henk Casteleijns Tellingen Poelen Saeftinhge jachtvrij en de Selenapolder weer een echt natuurgebied. Wie had dat enige jaren geleden voor mogelijk gehouden? Toch kunnen we al twee jaar van deze situatie genieten. Maar we zijn er nog niet. Zelfs in een gebied dat onder de Natuurbeschermingswet valt, blijken jacht- en landbouwbelangen niet zomaar te worden opgegeven. Selenapolder Opmerkelijk is dat in de beperkte jacht vergunning de watervogeljacht in de Sele napolder werd vrijgelaten. Dit wegens de vermeende schade aan de landbouw. Met het wegslaan van een deel van de zomer kade is ook dit laatste argument ten gun ste van de jacht weggeslagen. Hopelijk zal binnenkort dan ook blijken dat degenen die moeten oordelen over het bezwaar schrift, dezelfde mening zijn toegedaan. oen enkele jaren geleden de ja gers, die in Saeftinghe het jacht- recht van de overheid pachtten, een nieuwe vergunning aan moesten vragen, achtte de natuurbescher ming de tijd rijp de jacht in het ge bied ter diskussie te stellen. Met een jaar later als resultaat een veel beperkter jachtvergunning. Volgens de natuurbescherming echter nog te uitgebreid. Vandaar dat Neder landse en Belgische natuurbe- schermverenigingen een procedure bij de Raad van State aangespan nen hebben. De uitspraak wordt binnenkort verwacht. Plezierjacht in een natuurgebied hoort natuurlijk niet. Zeker niet als het gebied dient als rust- en foura- geergebied voor watervogels. Saef tinghe werd indertijd onder de Na tuurbeschermingswet geplaatst juist wegens het belang voor deze groep vogels. Nu er sinds twee jaar niet meer in het gebied wordt ge jaagd, is het opvallend hoe het be lang voor watervogels is toegeno men. Dit blijkt uit maandelijkse tel lingen van watervogels, georgani seerd op initiatief van de Dienst Getij de wateren van Rijkswaters taat. Niet alleen de aantallen zijn toege nomen, maar ook het gedrag van de vogels is gewijzigd. Ze zijn veel minder schuw. Zo kan men vanaf de zeedijk bij Paal op plaatsen waar vroeger jagers stonden te paffen, nu duizenden eenden zien. Op 7 de cember afgelopen jaar zat er zelfs één kompakte groep van 18.000 Smienten! Ook de overwinterende Grauwe Ganzen zijn minder schuw dan voorheen. Ze zoeken zelfs voedsel tot aan de voet van de zeedijk. Van af de zeedijk zijn oostelijk van Em- madorp in het schor overal poelen te zien. De poelen werden gegraven door Grauwe Ganzen op zoek naar de wortels van zeebies. Deze wor tels vormen het hoofdvoedsel; ze worden uitgegraven tot een diepte van 20 cm. Frappant is dat de Grauwe Ganzen die in Saeftinghe overwinteren vroeger in de Maris- mas in Zuid-Spanje overwinterden. Dit bleek uit de aanwezigheid van gekleurmerkte vogels. Hieruit is ook gebleken dat de in Saeftinghe overwinterende Grauwe Ganzen gemiddeld een suksesvoller broed- seizoen doormaken dan de vogels die naar Zuid-Spanje vliegen. Door het ontstaan van poelen is het aantal broedende watervogels toe genomen. In 1991 broedden er in Saeftinghe grotere aantallen Kievi ten, Krakeenden en Slobeenden dan ooit daarvoor. Niet alleen door het achterwege blijven van de jacht is het belang voor vogels toegenomen. In febru ari 1989 brak tijdens een zware storm de zomerkade van de Selena polder door. Hoewel de naam an ders doet vermoeden is de voorma lige Selenapolder gewoon een stuk Saeftinghe, dat dan ook onder de Natuurbeschermingswet valt. De polder ontstond aan het eind van de jaren zestig toen er enkele hon derden meters ver in Saeftinghe een dam aangelegd werd, met daar in gas- en waterleidingen voor Zeeuws-Vlaanderen. De strook schor tussen dam en zeedijk werd door aanleg van een zomerkade van het getij afgesloten en Selenapolder genoemd. In het begin werd het ge bied gebruikt als weiland en had het voor de natuur nog enige bete kenis als broedgebied voor steltlo pers en foerageergebied voor Kol- ganzen. In de loop der tijd takelden de natuurwaarden af door het om zetten van grasland in akker. Het gebied ligt een stuk lager dan Saeftinghe en daardoor over stroomt het, sinds de doorbraak in '89, vaker. Hierdoor is er zo'n 75 hectare slik bijgekomen. Een bio toop die door verzanding elders in Saeftinghe zwaar onder druk staat. De verzanding van Saeftinghe is een gevolg van baggerwerkzaamhe- den voor het verdiepen van de vaargeul naar Antwerpen. Hier door nemen de stroomsnelheden van het water toe en wordt er al leen nog maar grof materiaal (zand) afgezet. In de Selenapolder zijn de stroomsnelheden veel lager en kan slib worden afgezet. Sinds de doorbraak heeft het ge bied zich ontwikkeld tot een be langrijk rust- en foerageergebied voor vogels die het van het slik moeten hebben dat door de lage stroomsnelheden wordt afgezet. Verschillende doortrekkende of overwinterende steltlopers (Zwarte ruiter, Kleine Strandloper, Bosrui- ter en Bonte Strandloper) en een den (Wintertaling, Bergeend, Slo beend en Krakeend) profiteren er van. Ook broedden er het afgelopen jaar voor het eerst sinds jaren weer behoorlijk wat Kluten: 90 paar. Het is daarom te hopen dat de hui dige situatie gehandhaafd blijft. De keuze tussen mais en suikerbieten of Zwarte Ruiters en Wintertalin gen is wat de natuurbescherming betreft snel gemaakt. Alleen al we gens het voorkomen van beide soor ten zou de overheid dezelfde keuze moeten maken: Het belang voor vo gels kan worden aangegeven met een internationaal, ook door Neder land, erkend kriterium. Voor de Zwarte ruiter is dit 500 en voor de Wintertaling 2000. In het gebied werden tot 750 Zwarte Ruiters en 3800 Wintertalingen waargeno men. Henk Casteleijns is koördinator van de vogelwerkgroep van Natuurbeschermingsvereniging "de Steltkluut"

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 6