De actie Ook bedrijven en instellingen kunnen meedoen CO2 en het broeikaseffect In het kader van de UNCED-campagne organiseert het Zeeuws Platform Duurzame Ontwikkeling een actie voor het terugdringen van het autogebruik voor het dagelijks woon-werkverkeer. Wie meedoet aan de actie probeert tussen 1 mei en 1 oktober zo vaak met de fiets naar het werk (ook vrijwilligerswerk) te gaan dat in totaal minstens 500 km per fiets worden afgelegd. Wie op korte afstand van zijn of haar werk woont moet waarschijn lijk dagelijks op de fiets om die 500 km te halen. Wie ver van het werk woont kan, als het weer bijvoorbeeld niet meewerkt, zo nu en dan de fiets thuislaten. Onderstaande tabel geeft hiervan een overzicht. Hoe vaak op de fiets? afstand woon- werkplaats in km aantal maal per fiets 5 7,5 10 15 20 50 33 25 17 13 (Tussen 1 mei en 1 oktober blijven er ongeveer 75 werkdagen over voor mensen met een 5 daagse werkweek) U wordt als deelnemers gevraagd uw fietsprestaties bij te houden op het deelnemersformulier. Aan het eind van het seizoen stuurt u het ingev ulde formulier met de berekende totaalscore naar het actie-secretariaat (Ook als u de 500 km niet haalt). Wij verwerken zo snel mogelijk resultaten en maken die bekend via de Zeeuwse media. Als u na 1 mei gaat deelnemen wordt het aantal kilometers dat u moet fietsen met 100 km per maand verminderd. Onder de deelnemers worden een aantal aardige prijzen verloot. Ook de prijswinnaars worden zo spoedig mogelijk na het ontvan gen van de deelname formulieren bekend gemaakt. Een toenemend aantal bedrijven en instellingen probeert een bij drage te leveren aan een goed milieu. In de afgelopen paar jaar zijn er ook op het terrein van het woon-werkverkeer talloze plannen ontwikkeld en acties opgezet. Fietsweken, kilometerreductieplannen en carpoolprojecten zijn hiervan voorbeelden. De 500 km fietsactie is in te passen in dergelijke plannen. Deelname van bedrijf of instelling kan de actie extra aantrekke lijk maken. Denk bijvoorbeeld aan het ophangen van de deelnemerslijst met vermelding van maandelijkse tussenstanden en dergelijke. Echte 'fietskilometervreters' kunnen eens extra in het zonnetje gezet worden. Aan leuke ideeën en acties op bedrijfsniveau kunnen we in kader de publi citeit rondom de actie ook wat extra aandacht geven. Geïnteresseerde bedrijven en instellingen wordt verzocht contact op te nemen met het actiesecretariaat. De versterking van het broei kaseffect is wellicht het grootste milieuprobleem van deze tijd. Klimaatsveranderingen en de rijzing van de zeespiegel worden ermee in verband gebracht. De gevolgen zijn nauwelijks te over zien. De belangrijkste maatregelen om het broeikaseffect in te dammen richten zich op het terugdringen van de uitstoot van CO2 (kool- dioxyde) en het behoud van het tropisch regenwoud. CO2 komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen (olie, kolen en gas) en ontbossing. Dit gas draagt voor meer dan 60 bij aan het broeikaseffect en is daar mee verreweg het belangrijkste 'broeikasgas'. CO2 is een normaal en noodzake lijk bestanddeel van de atmosfeer. Planten nemen met behulp van zonlicht CO2 uit de lucht op en zetten het om in plantenweefsel. Zo ontstaan ook voedselgewassen en hout. Door de sterke stijging van het gebruik van olie, kolen en gas in met name de rijke industrielan den is de hoeveelheid CO2 die in de atmosfeer komt groter dan de planten en bomen op kunnen nemen. Het CO2 gehalte in de atmosfeer neemt daardoor steeds toe en het broeikaseffect wordt sterker. Dit proces wordt nog versterkt door het op grote schaal kappen van tropische regenwouden in een aantal ont wikkelingslanden. Om het broeikaseffect in de hand te houden zijn vergaande maatre gelen nodig. De uitstoot van CO2 moet drastisch verminderen. Als doelstelling geld een beperking van de uitstoot met 60 tot 85% in het jaar 2030. Milieuorganisaties dringen aan op een halvering vóór het jaar 2000. Om deze doelstellingen te kun nen halen zal ons energiegebruik drastisch omlaag moeten. Tijdens de UNCED-conferentie zullen alle bij de VN aangesloten landen hierover afspraken maken en vastleggen in het 'Klimaat verdrag'.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 14