Afbreekbaar?
1.Glas
Glasbak of statiegeld?
2. Staal
3. Aluminium
Energie
4. Papier en karton
5. Plastics
In één gezin alleen al worden per
jaar 430 plastic tasjes gebruikt. In
heel Zeeland is dat een hoeveelheid
van ruim 60 miljoen tasjes per jaar.
Ze worden maar een korte periode
gebruikt en komen snel in grote
hoeveelheden op de vuilstort te
recht.
Weliswaar worden sommige plas-
^■lke dag gooien we per persoon
ruim 1 kilo huisvuil weg. Eénvierde
deel van dit huisvuil bestaat uit
weggeworpen verpakkingen. Per
jaar produceren de Nederlandse
huishoudens samen meer dan een
miljard kilo verpakkingsafval. "De
milieuvriendelijkste verpakking is
géén verpakking", wordt daarom
gezegd.
Als we toch verpakken, kan dat op
verschillende manieren:
Glas wordt gemaakt uit een meng
sel van zand, soda en kalk. Daar
voegt men soms wat natriumsul-
faat, natriumnitraat, koolstof,
kleurstoffen of juist ontkleurings
middelen aan toe. De milieubezwa
ren van glas zijn de winning van
zand, die soms ten koste gaat van
ongerepte natuur en het hoge ener
giegebruik bij het smelten ervan.
De glasbak is een groot succes. In
1990 kwam volgens de inzamelaars
66% in de glasbak terecht. De glas
bak bespaart veel grondstoffen.
Overigens kan men nu uit de inge
zamelde scherven alleen gekleurd
glas maken, tenzij wit en bont glas
apart ingezameld wordt. Bij herge
bruik blijft éénmalig glas echter
een grote energievreter.
De meeste metalen verpakkingen
bestaan uit staal. Stalen blikjes
worden gemaakt van ijzererts in
een energievretend proces, waarbij
veel resten overblijven. Bij het ma
ken van staal komen zink, zwave-
loxyden en stof vrij. Hergebruik
geeft een flinke energiewinst. On-
tics biologisch afbreekbaar en on
schadelijk voor het milieu genoemd,
maar uit onderzoeken blijkt dat dit
niet het geval is!!! Ze vallen uiteen
in heel kleine deeltjes. Vogels en
vissen kunnen deze stukjes binnen
krijgen en daaraan sterven. Het is
niet alleen een afvalprobleem. Plas
tic tasjes kosten veel energie en
zijn een verspilling van grondstof
fen.
geveer de helft van de stalen blikjes
ondergaat dit lot. Een nadeel van
blik is dat het niet opnieuw gevuld
kan worden. De beste verpakking
voor drank is daarom nog steeds de
statiegeldfles.
Nog onvriendelijker voor het milieu
zijn blikjes met een aluminium
deksel of helemaal van aluminium.
Aluminium wordt niet alleen voor
blik gebruikt, maar ook voor tubes,
spuitbussen en de verpakking van
kant-en-klaar-maaltijden. Samen
met andere materialen wordt het in
drankkartons en doordrukstrips
van bijvoorbeeld kauwgom ver
werkt. Een bijzondere toepassing
van aluminium is die als opdamp-
laag van een ander materiaal, vaak
papier of kunststof: de glimmende
binnenkanten van zakken chips en
toastjes. Hoewel de opdamplaag
maar heel dun is, bemoeilijkt deze
combinatie het hergebruik.
Het maken van aluminium heeft
grote milieubezwaren:
De winning van bauxiet levert
enorme groeves in het landschap
op, de opwerking van bauxiet tot
aluinaarde vergt veel energie (in
ontwikkelingslanden vaak opge
wekt d.m.v. waterkracht uit reus
achtige stuwmeren) en er blijft een
smerige "rode modder" achter. Het
omzetten van aluinaarde in alumi
nium vreet opnieuw energie (voor
aluminiumfabriek Pechiney in Zee
land opgewekt door de kerncentra
le Borssele). Bovendien komen bij
dit proces schadelijke fluoride en
koolwaterstoffen vrij. Kortom, alu
minium is een voor natuur en mi
lieu zeer schadelijk verpakkings
middel.
Papier en karton maakt men van
cellulose, de stof waaruit hout voor
40 tot 50% bestaat. Ons papier
komt voornamelijk van naaldbos
sen in Scandinavië en Noord-Ame-
rika. Dit zijn allemaal produktie-
bossen, die voldoende herplant
worden. Aan de grondstof hout is
dus geen gebrek. Toch is de produk-
tie van papier niet brandschoon.
Men werkt met zwavelhoudende en
met chloorhoudende stoffen. In het
algemeen geldt: hoe witter, des te
meer chemicaliën zijn er gebruikt.
Gelukkig nemen minder belastende
stoffen, zoals peroxyde, de rol van
chloor steeds meer over.
Van plastic bestaan veel soorten,
die vaak met een afkorting aange
geven worden:
PE, PP en PET zijn bij produktie