Zeeuwse kunstmestproduktie schaadt milieu Derde Wereld Direkteur Horstra van Zuid-Chemie reageert In het vorige nummer van Wantij (nr. 2,1992) stond een bijdrage van Peter van den Berg: "Zeeuwse kunstmestproduktie schaadt milieu Derde Wereld." Op dit ar tikel ontvingen we een uitvoerige reaktie van dhr. Horstra, direkteur van Zuid- Chemie te Sas van Gent. Hij was het niet eens met de inhoud van het artikel. In verband met de ruimte geven we zijn reaktie verkort weer, voorzien van het weer woord van de auteur. Dhr. Horstra:"De milieubelasting van de kunstmestindustrie in Zeeland is laag. Desalniettemin is er een sterk, niet op feiten gebaseerd, artikel gepubliceerd." PvdB: "Als de informatie die in het artikel verstrekt is, onjuist zou zijn, dan hebben diverse ministeries en de universiteit van Wageningen ons foutieve informatie verstrekt. Daar ga ik niet van uit". Dhr. Horstra: "De toenemende bevolkingsdruk leidde tot hongersnoden: in het midden van de vorige eeuw in Europa, in het midden van deze eeuw in Azië en nu in Afrika. De aanvoer van minerale voedingsmiddelen met kunstmest, heeft een halt toegebracht aan hongersnoden." PvdB: "Toenemende bevolkingsdruk is nergens de werkelijke oor zaak van hongersnoden. Over de hongersnood in Afrika heeft Er- nest Stein, de vice-president van de Wereldbank, in 1984 reeds gezegd: "Het is het resultaat van tendensen die reeds langere tijd heersen". De hongersnoden zijn dieptepunten in een algemene malaise. De hongersnood in Afrika is vooral een gevolg van het beleid van de Afrikaanse en andere regeringen. De prioriteit van deze landen is herbebossing. Ook hielden de hongersnoden in Eu ropa en Azië op toen landen politiek en ekonomisch stabiel wer den. Meststoffen hebben wel een rol gespeeld om de door roof bouw van alle mineralen ontdane akkers weer op te peppen". Zuid-Chemie in Sas van Gent, producent van kunstmest. Dhr. Horstra: "Mineralenoverschotten op o.a. Nederlandse zandgebieden worden ten onrechte toegeschreven aan kunstmestgebruik. Door import van veevoeder grondstoffen vindt een mineralenaanvoer plaats, die de behoefte van de weide gronden overschrijdt. Afvoer van dierlijk mest over de landsgrenzen is daarom no dig. De totale oppervlakte die nodig is voor het oogsten van de in ons land inge voerde veevoedergrondstoffen is wel berekend op 3 a 4 maal de totale oppervlak te landbouwgrond in Nederland. De afgevoerde mineralen uit de gebieden waar de grondstoffen voor veevoeder afkomstig zijn, moeten via kunstmest worden aange vuld om duurzaam landbouw te beoefenen en om de grond daar niet uit te merge len". PvdB: Nederland heeft in de wereld de meeste runderen, var kens en kippen per km2. Het vlees van deze dieren exporteren we naar landen waar de grondstoffen voor het veevoeder vandaan komen. Als de dieren nu niet hier, maar in die landen gefokt wor den, hoeven we de grondstoffen voor veevoeder niet naar Neder land te halen en hoeft er geen kunstmest naar bijvoorbeeld Thai land gebracht worden. In Nederland zal het milieu beter af zijn, zonder mestoverschot en verzuring. In Thailand hoeft het tro pisch regenwoud geen plaats te maken voor de verbouw van vee voedergrondstoffen". Dhr. Horstra: "Zonder kunstmest zou de wereldlandbouwproduktie op zeer korte termijn katastrofale opbrengstvermindering ondergaan, met mondiale voedselte korten als gevolg". PvdB: "In mijn artikel heb ik geschreven dat het niet mogelijk is kunstmest op een korte termijn uit te bannen. Verder wijs ik op een studie van bureau Berenschot in opdracht van het blad Jo nas. Berenschot komt tot de konklusie dat biologisch-dynamisch verbouwen van produkten in Nederland zeer goed haalbaar is. Het is zelfs voordeliger dan de traditionele methoden, mits de ge volgen van het gebruik van kunstmest en van gewasbescher mingsmiddelen in de prijs verrekend worden." Dhr. Horstra: "Het fosforzuur betrekt Zuid-Chemie niet uit Marokko. Om ekonomi- sche redenen is de produktie verschoven naar de fosfaatmijnen. De opmerking "het zeer gevaarlijke fosforzuur" is een sfeermaker. PvdB: "Dat het fosforzuur niet meer uit Marokko komt, doet niets af aan de strekking van het verhaal. Het fosforzuur komt dan van elders. Als Zuid-Chemie de produktie in Nederland gehandhaafd had, dan moesten enorme investeringen voor het milieu gedaan worden. De produktie is dus inderdaad om ekonomische redenen verschoven. Dat fosforzuur "zeer gevaarlijk" is, klopt niet. Deson danks blijft de omschrijving "gevaarlijk" van toepassing. Deze kwalifïkatie was niet als sfeermaker bedoeld". Dhr. Horstra: "Ontwikkelingslanden brengen hun grondstoffen zelf tot hogere waarde. Hiermee scheppen ze werkgelegenheid en welvaart. De aantijgingen aan het adres van de Marokkaanse fosfaatindustrie geven blijk van arrogante voorin genomenheid t.a.v. ontwikkelingslanden. De fosforzuurfabrieken zijn daar ge bouwd met moderne gaswasinstallaties. De arbeidsomstandigheden zijn er zeker niet minder dan in fosforzuurfabrieken elders. Inderdaad wordt het gips in de oce aan gepompt. De stoffen uit de oceaan gaan met het gips weer terug. De verdun ning in de oceaan met sterke stromingen is echter aanzienlijk beter dan in ondiepe zeeën in Europa. Uit dit oogpunt is verplaatsing van de fosforzuurproduktie een goede zaak voor het milieu". PvdB: "Toen ik dit las, was ik perplex! Ik beveel u een aantal boe ken aan: "De Afrikaanse Crisis" van Timberlake, "Kunnen wij de aarde beheren?" van Tinbergen en "Na ons geen Zondvloed" van Opschoor. De schrijvers van deze boeken genieten een breed ge zag".

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 15