Heeft tropisch hardhout nog toekomst? I Indufor en het toekomstig eigenbelang Ontbossing Peter van den Berg In juni van dit jaar werd in Brazilië de topconferentie van de Verenigde Naties gehouden over milieu en duurzame ontwikkeling: de UNCED. In deze jaargang van Wantij wil de ZMF het UNCED-thema verduidelijken door bedrijvigheden van enkele Zeeuwse ondernemingen op hun duurzaamheid te beoordelen. Omdat de aktiviteiten van grondstof tot eindprodukt bekeken worden, gaat de aandacht ook uit naar de Derde Wereld. Na de aluminium- en kunstmestproduktie komen in dit artikel de produktie en de verwerking van tropisch hardhout aan de orde. Indufor Vlissingen droogt en verhandelt tropisch hardhout. Positief is dat Indufor op haar bedrijfsterrein gebruik maakt van windmolens. Dat de grootschalige ontbossing in de Derde Wereld schadelijke gevolgen heeft en bijdraagt aan het broeikaseffekt op aarde, is algemeen bekend. Maar dat deze roofbouw ook veel te maken heeft met de armoede van de plaatselijk bevolking en met de schuldenlast van Derde Wereldlanden, is minder bekend. Daarom ook aandacht voor de visie van de Derde Wereld zelf. Visie Natuurbescherming ndufor Dry Kilns B.V. maakt deel uit van de Belgische onderne ming Indufor. Het bedrijf heeft ook vestigingen in Engeland, Frankrijk en Duitsland. Indufor is gespeciali seerd in het verhandelen van hard hout uit Zuidoost-Azië. In Vlis- singen worden de balken of bundels hardhout gedroogd en daarna hoofdzakelijk aan timmerfabrieken geleverd. Voor het droogproces heb ben de vijftien werknemers de be schikking over aardgas gestookte droogkamers. In een droogkamer wordt 250 m3 hout in ca. zes weken gedroogd bij een temperatuur van 70 «>C. Zo hout drogen vraagt veel energie. Er is nog een reden waar om deze methode niet duurzaam is. Ondanks de droogkamers komt het hout toch nog enigszins vochtig in de handel. Tijd om langdurig in de open lucht te drogen is er niet. Het gevolg is dat de planken en balken krimpen en krom trekken. Dit ver kort de duurzaamheid aanzienlijk. De benodigde energie wordt overi gens niet opgewekt met de 15 wind molens die Indufor in Vlissingen exploiteert. De door de windmolens voortgebrachte energie wordt te ruggeleverd aan het elektriciteits net. Even afgezien van de handel in het tropisch hardhout, verdient In dufor toch alle lof voor dit initiatief. Het dient zeker als voorbeeld voor de Zeeuwse industrie. Jaarlijks verdwijnen ca. 30 miljoen hektares tropisch regenwoud. De precieze omvang van de ontbossing is niet bekend. Het hoge tempo waarin de kaalslag plaatsvindt is verontrustend: per minuut een op pervlakte van 96 voetbalvelden. Een zesde deel hiervan komt voor rekening van de kommerciële hout kap. Dit lijkt niet veel, maar omdat deze houtkap voor 70% plaatsvindt in ongerept regenwoud zijn de ge volgen voor het milieu en de in heemse volkeren zeer ernstig. Het hoge tempo van ontbossen en de trage totstandkoming van maatre gelen die een duurzaam bosbeheer bevorderen, zijn een groot pro bleem. In het huidige tempo zijn de meeste tropische bossen over enke- Ie decennia verdwenen. Er is spra ke van een race tegen de klok. Lan den die in de jaren "80 belangrijke houteksporteurs waren, zoals Libe ria, Nigeria, Ghana en Thailand, moeten nu zelf hout invoeren! De verwachting is dat van de 33 lan den die thans tropisch hout ekspor- teren, er aan het einde van deze eeuw nog maar 11 over zijn. Een ander probleem is dat we een onvolledig beeld hebben van de werkelijkheid. De definitie van ont bossing wisselt sterk. Voor sommi gen betekent ontbossing het volle dig kappen van de bomen, voor an deren is het iedere handeling die de ekologie van het ongerepte bos ver stoort. Door alle aktiviteiten die het oerwoud verstoren op een hoop te gooien, en ze allemaal te zien als ontbossing, wordt de diskussie troebel. De kruistocht die de Wes terse landen emotioneel en luid ruchtig tegen de ontbossing begon nen zijn, gaat door deze verwarring met veel beoordelingsfouten ge paard. De vroegere Indonesische vice-pre sident Adam Malik heeft de visie van de Derde Wereld op de milieu problemen als volgt samengevat: "Hoeveel land moeten we reserve ren voor de hongerigen van deze wereld? En hoeveel voor het be houd van de genetische bronnen voor de wereld van morgen? In het verleden hebben we geen eerlijk aandeel in de rijkdommen gehad, noch hebben we eerlijke hulp ge kregen, behalve goedkoop advies en nog goedkopere kritiek bij pogingen onze gemeenschappelijke natuurlij ke erfenis te behouden. Tenzij der gelijke verantwoordelijkheden eer lijk worden verdeeld, zullen onze goede bedoelingen alleen maar lei den tot wereldwijde vernietiging van het milieu." Hoe kan de Derde Wereld zo doel matig mogelijk de bossen benutten? Welke rol speelt de ontbossing de teloorgang van het milieu? Kappen voor de eksport, ontbossen voor de landbouw, hakken om brandhout te krijgen: allemaal manieren om bo men te gebruiken. Maar het zijn vaak toepassingen voor de korte termijn. Duurzame en meer winst gevende mogelijkheden worden ge blokkeerd. Zelfs alternatieven voor toekomstige nationale ontwikke ling komen niet van de grond. De ontwikkelingslanden kunnen het zich nu eenmaal niet veroorloven enorme bosgebieden maagdelijk te houden. Maar de Derde Wereld kan het zich nog minder veroorloven de ekonomische en maatschappelijke voordelen, die een goed beheer van bossen oplevert, te verspillen. Wan beheer leidt tot woestijnen die hout, brandstof noch gewassen pro duceren. De Westerse natuurbescherming, regeringen en de laatste tijd ook in- dustrieëlen, willen dat de tropische

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 8