Antifou'1 Westerschelde Koolwaterstoffen Anti-fouling GREEfJ Elf In het kader van de UNCED zal een forse prijsstijging van tin, eventueel in de vorm van een grondstoffenheffing, een oplos sing kunnen zijn. De Derde Wereldlanden krijgen dan een goede prijs. De konsumen- ten zullen geprikkeld worden geen tinhou dende produkten te kopen of er zuinig mee om te springen. Bedrijven moeten door konsument en overheid gedwongen worden duurzaam verantwoorde produk ten te gaan produceren. Toch zullen ontwikkelingslanden als Boli via, tegen letterlijk elke prijs, tin blijven produceren om de werkgelegenheid in de mijnbouw veilig te stellen. Tin exporteren is een pure noodzaak om deviezen te ver dienen voor rente op en aflossing van hun torenhoge schuldenlast. rende misdaad en miserabele woonomstandigheden. Het regen woud leed onder de tin-rush. Gi gantische hoeveelheden verontrei nigde modder, die vrijkomen bij de verwerking van het tinerts, worden in de Rio Candeisas gestort. Daar komt dan ook geen leven meer in voor. De milieuramp die zich hier voltrekt, werd zelfs te gek voor de Braziliaanse autoriteiten. Maar hun pogingen om de mijn te slui ten, totdat passende milieuvoorzie ningen waren getroffen, liepen op niets uit. Daarbij komt nog dat "illegale" mijnwerkers van Bom Futuro grote hoeveelheden tin via Bolivia het land uitsmokkelen. Hierdoor dalen de lage prijzen op de wereldmarkt nog verder. Over naar Nederland: Atochem loosde tot voor kort circa 20.000 kg tinafval per jaar op de Westerschel de. De gevolgen voor het milieu ble ven niet uit. Oesters en slakken toonden duidelijke vergroeiingen, die in verband gebracht konden worden met organotins. Atochem stond voor het blok. Investeren in afvalzuivering en beperking van lo zingen was onontkoombaar. Mede of misschien wel juist door de enor me inzet van het personeel loost Atochem momenteel nog circa 200 kg/jaar op de Westerschelde. Dit is een enorme verbetering. De uitstoot van vooral koolwater stoffen naar de lucht vraagt drin gend om sanering. Atochem is het hier mee eens. De uitstoot van kool waterstoffen nam de laatste drie jaar toe van 150 naar 400 ton/jaar! Atochem is voornemens de koolwa terstoffen met minimaal 60 procent te verminderen. Met de nadruk op minimaal, hopen we. Atochem ver wacht voor alle stoffen binnen en kele jaren aan de Nederlandse Emissierichtlijnen te kunnen vol doen. Atochem Nederland De organotins van Atochem worden o.a. gebruikt voor Antifoulings. Aangroeiwerende verven worden gebruikt om te voorkomen dat al gen, wieren en zeepokken zich aan de onderkant van de boot hechten. Het zijn eigenlijk bestrijdingsmid delen. Zo'n tien jaar geleden werd bekend hoe extreem giftig een aan tal van deze stoffen is. Vooral de tinhoudende antifoulings (tributyl- tin) zijn zeer schadelijk. Tributyltin veroorzaakt reeds bij de zeer lage koncentratie van éénmiljoenste gram per liter water afwijkingen en sterfte bij waterorganismen zoals weekdieren, garnalen en vissen. Dit heeft er toe geleid.dat het sinds enkele jaren verboden is, naar een richtlijn van de Europese Gemeen schap, organotinhoudende antifou lings te gebruiken op boten korter dan 25 meter. Maar grotere sche pen mogen deze produkten nog steeds gebruiken. Gezien het toene mende scheepvaartverkeer zal dit niet zonder gevolgen blijven voor onze wateren. Antifoulings worden in de watersport gebruikt als middel om aangroei van algen op scheepsrompen te weren. Voor de gebruikers van antifouling zijn er voorlopig nog geen produk ten in de handel die niet schadelijk zijn. Alternatieven die minder schadelijk zijn, staan in het vouw blad vermeld. Atochem, eens één van de grootste vervuilers van het Westerschelde- estuarium, is haar leven aan het beteren. Maar er zit nog weinig schot in een minder schadelijk pro- duktenpakket. Atochem is daar voor afhankelijk van de research in het moederbedrijf Elf. Produkten op waterbasis komen er wel aan, maar de organotins blijven er voor alsnog in. Voor Atochem is het van het grootste belang de schadelijkste produkten te vervangen door min der schadelijke, voordat de Neder landse overheid of de EG haar daartoe dwingt. Druk op het moe derbedrijf is één middel. Peter van den Berg is medewerker van de Zeeuwse Milieu federatie. 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 21