Kernafval
Toekomstige kosten
Sluiting
Kanttekeningen
Het resultaat is dat in de periode
1988 tot en met 1992 de stroom uit
de kerncentrale Borssele 243 mil
joen gulden duurder was ten op
zichte van kolen en 21 miljoen ten
opzichte van aardgas. Maar in feite
zijn de kostenverschillen groter.
Bij de berekening van de kosten
van opslag van kernafval gaat de
SEP er van uit dat er in Nederland
4000 Megawatt aan kerncentrales
bij zal komen (de kerncentrales Do-
dewaard en Borssele zijn samen
goed voor 500 Megawatt). Door nu
uit te gaan van extra kernenergie
vermogen, moeten deze nieuwe
centrales het grootste deel van de
opslagkosten opbrengen. Op de
vraag van de Tweede Kamer hoe
hoog de kosten zijn als uitsluitend
wordt uitgegaan van kernafval van
de bestaande kerncentrales, ant
woordt de SEP: "beduidend hoger".
Nu gaat de SEP uit van 0,28 cent
per kWh. Een stijging met één cent
per kWh lijkt ons verdedigbaar.
Indien we daar rekening mee hou
den, is de konklusie:
In de periode 1988 tot en met 1992
kost de stroom uit de kerncentrale
Borssele 390 miljoen gulden meer
dan stroom uit een kolencentrale
en 170 miljoen meer dan stroom uit
een gascentrale.
De SEP is van plan tussen 1993 en
1995 een bedrag van 325 tot 400
miljoen gulden te investeren in de
kerncentrale Borssele. Dit is voor
de verbetering van de veiligheid op
dat de centrale tot het jaar 2004 in
bedrijf kan blijven. Het gaat om
vervanging van de hoofdstoom- en
hoofdvoedingswaterleidingen, aan
passingen van het koelwatersys
teem, vernieuwing van de reaktor-
beveiliging, de bouw van een reser-
ve-regelzaal, vergroting van de ka-
paciteit van de noodstroomvoorzie-
ning en maatregelen om na een on
geval overdruk af te kunnen voeren
om een waterstofexplosie te voorko
men.
Hoe is de besluitvorming hierover
verlopen?
Op 17 oktober 1991 stelde de SEP
dat genoemde investering nodig
was: sluiting zou 775 miljoen tot
één miljard gulden kosten.
Op verzoek van de PvdA zegde de
minister van Economische Zaken
Andriessen op 14 november 1991
toe de SEP om een toelichting op
deze cijfers te zullen vragen. Daar
op stuurde Andriessen op 16 maart
1992 een brief aan de Tweede Ka
mer. De PvdA-fractie van de Twee
de Kamer vroeg daarop aan de SEP
in het kader van de behandeling
van het Elektriciteitsplan om gede
tailleerde gegevens. Welnu, er kwa
men enkele details.
Sluiting keri
De berekening van de SEP komt er
op neer dat men gekeken heeft hoe
veel het zou kosten om de kerncen
trale per 1 januari 1992 te sluiten.
Dit heeft men vergeleken met open
houden van de centrale en het ver
richten van de geplande investerin
gen.
De kosten van onmiddellijke slui
ting zijn volgens de SEP opge
bouwd uit:
a. kosten vervangende centrale 400
miljoen gulden;
b. extra brandstofkosten 85 tot 300
miljoen gulden;
c. doorlopende exploitatiekosten,
tekorten op voorzieningen tot een
bedrag van 290 miljoen gulden.
Bij deze drie kostenposten kunnen
we de volgende kanttekeningen
plaatsen:
1. De SEP gaat er van uit dat er bij
de KCB nooit een ernstig ongeluk
zal gebeuren. Toch moeten we daar
rekening mee houden, getuige bij
voorbeeld het Kernongevallenbe-
strijdingsplan voor de KCB van fe
bruari 1990. Aan dit plan ligt het
door de overheid aanvaard risico
ten grondslag, dat onder andere na
een ongeval in heel Nederland de
koeien op stal moeten en de spina.-
zie doorgedraaid wordt.