De Passageule D Een nieuw natuurgebied in West Zeeuws- Vlaanderen Thijs Kramer De schorren en slikken van de Oosterschelde, de Manteling en de Kop van Schouwen, de Yerseke en Kapelse Moer, de Braakman en het Groot Eiland: gebieden die de kern vormen van het Natuurbeleidsplan voor Zeeland. Namen die velen bekend in de oren klinken. Dat is niet het geval met de Passageule. Dit gebied is in het Natuurbeleidsplan opgenomen als ekologische verbinding tussen het Zwin en de Braakman in West Zeeuws-Vlaanderen. Natuurontwikkeling van de Passageule kan een uitbreiding betekenen van het in de aanhef genoemde rijtje. natuur ontwikkeling Natte as Inrichting Boomkikker e Passageule is nu niet meer dan een afwateringskanaal in West Zeeuws-Vlaanderen. Het volgt ech ter de loop van de oude getijdegeul tussen het Zwin en de Braakman. Onderweg komt het langs verschil lende natuurgebieden en weiland- komplexen. Halverwege ligt het ge bied de Plate, een zandige opwas, bestaande uit weilanden met nog veel reliëf, deels beplant met popu lieren. Dit moet het centrum van de verbindingszone worden. Het is nu al een belangrijk natuurgebied met leuke planten, zoals verschillende soorten orchideeën. Ook voor wei devogels en ganzen is het een inte ressant gebied. Vanaf de Plate kent de verbindingszone een zuidelijke <i-|$&Oostburg Maldegem Kaart: De ligging van de Passageule in West Zeeuws-Vlaanderen aftakking richting Sint-Kruis. Hier wordt de loop van de Sint-Kruis- kreek gevolgd. Een sterk verlande kreek met een zoute tot brakke ve getatie, die landschappelijk tot de fraaiste van Zeeuws-Vlaanderen hoort. De Passageule is opgenomen in het Natuurbeleidsplan om de belangrij ke natuurgebieden het Zwin en de Braakman met elkaar te verbinden en om het krekengebied van Zeeuws-Vlaanderen, dat daar tus senin ligt, te beschermen en te ver sterken. Het afwateringskanaal tussen Cadzand-Bad en de Pyrami- de zal daarvoor als natte as ge bruikt worden. Aan weerszijden van dit kanaal worden landbouw gebieden verworven om in te rich ten als natuurgebied. Die nieuwe natuurgebieden zijn zo aangewezen dat er een natuurlijke grens ont staat met het landbouwgebied. Door bijvoorbeeld een dijk, weg of brede sloot, blijft de benvloeding over en weer tot een minimum be perkt. Een ander kriterium is dat er grote, goed beheerbare natuur gebieden moeten ontstaan. De strook natuur langs het afwate ringskanaal zal soms beperkt blij ven tot een brede, natte berm, maar op de meeste andere plaatsen zal het gebied honderd tot honder den meters breed zijn (zie kaart). Hoe gaat het ruim dertig kilometer lange natuurgebied er uitzien? Bij het opstellen van een inrichtings plan van nieuwe natuurgebieden wordt er altijd gezocht naar een voorbeeld uit het verre verleden. Hoe heeft Nederland er zonder menselijke invloed uitgezien? Dat levert in Zeeland voor binnendijkse gebieden geen goed voorbeeld op, omdat je dan op schorren, slikken en getijdegeulen uitkomt. Met dit doel voor ogen kun je rond de getij dewateren door ontpoldering nog wel wat bereiken (zie vorige Wan tij, oktober nr. 3). Maar voor het binnenland levert het geen aankno pingspunten op. Men sluit daarom vooral aan bij bestaande geografi sche strukturen, landschaps- en natuurwaarden. In de praktijk betekent het dat de in het landschap aanwezige struk turen, zoals kreken, lage weilan den, zandige opwassen en zoute kwel benut worden. Daarnaast wordt te rade gegaan bij belangrij ke natuurwaarden die al aanwezig zijn of waren. Voor de Passageule leveren twee diersoorten belangrij ke informatie op: de boomkikker en de otter. Deze dieren komen alleen maar voor in een omgeving die aan een aantal eisen voldoet. Zo moeten er voor de boomkikker moerasjes, kruidenrijke vegetaties onder struiken en vochtige, kruidenrijke weilanden zijn. De otter komt al leen voor in een omgeving met schoon, open water en met voldoen Boomkikker

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 22