Nieuwe uitgaven België: afvalwater en beleid" Milieuvriendelijke werkgelegenheidsprojecten Herstel Schelde-estuarium Help, de Kamsalamander verzuipt! Natuur, wat doen wij ermee? Met het beleid om in België de milieugevaarlijke stoffen in het af valwater terug te dringen, is het treurig gesteld. Zwaar verontrei nigde afvalwaterstromen blijken nog in heel België voor te ko men. Het afvalwateronderzoek door Reinwater geeft aan dat er sinds het uitkomen van haar rapporten over Maas en Schelde in 1988 en 1989 nauwelijks verbetering is gekomen. Het Belgische waterkwaliteitsbeleid is sinds 1980 ondergebracht bij de drie ge westen: Vlaanderen, Wallonië en Brussel. De toestand in Brussel is zeer slecht en gebaseerd op een totaal verouderde wetgeving. In Brussel wordt de wet niet toegepast, er worden geen vergunningen verleend en geen kontroles uitge voerd. Milieuinformatie is niet openbaar. In Wallonië staan de zaken er iets beter voor: een modernere wet geving, waarvan de uitwerking echter onvolledig is. Er is achters tand in het verlenen van vergunningen en het houden van toe zicht. Milieumaatregelen zijn afhankelijk van de opbrengst van milieuheffingen, waarvan de tarieven erg laag zijn. Sanering blijft daardoor lang uit. Ook hier is de openbaarheid van milieu gegevens slecht. Vlaanderen voldoet redelijk aan internationale eisen, maar er zijn nog veel sterk verouderde.vergunningen. De tarieven van de milieuheffingen, waarvan de opbrengst voor waterzuivering is, zijn laag. Openbaarheid is geregeld, maar blijft in de praktijk vaak achterwege. De slotsom is dat België onmogelijk aan de internationale ver plichtingen kan voldoen. De afspraken voor de periode na 1995 vallen helemaal buiten de Belgische werkelijkheid. (HB) "België: afvalwater en beleid", uitgave Stichting Reinwater, mei 1992; tel. 020- 671 9322 Het milieubeleid zorgt voor nieuwe werkgelegenheid die bijdraagt aan natuur- en milieubehoud. Daarnaast zijn er projekten die niet met het "normale" milieubeleid van de grond komen, maar met gelden van werkgelegenheidsmaatsregelen. Over de moge lijkheden van dergelijke lokale projekten handelt een brochure van het Landelijk Milieu Overleg. Er wordt een aantal geslaagde milieuvriendelijke werkgelegenheidsprojekten beschreven, zoals een reparatiewerkplaats in Hilversum, milieuwachten in Gronin gen, een milieu- en energieteam van WAO'ers in Heerhugowaard en een solidariteitswerkplaats in Tilburg. Naast faktoren die tot sukses hebben geleid, komen ook obstakels aan de orde. Het blijkt dat systematisch zoeken naar een goede aanpak binnen en buiten het gemeentelijk apparaat de effektiviteit van projekten kan vér groten. Ook daar worden een paar voorbeelden van gegeven. De brochure biedt een praktisch houvast voor initiatiefnemers van milieuvriendelijke werkgelegenheidsprojekten. (TvM) "Milieuvriendelijke werkgelegenheidsprojekten", 99 blz., te bestellen door over making van 18,-- op gironr. 196562 tnv. Landelijk Milieu Overleg, te Utrecht. De brochure is beknopt, goed leesbaar en overvloedig gevisuali seerd met foto's, schema's en kaartjes. (TvM) "Perspectief voor het Schelde-estuarium", 20 blz., gratis uitgave, verkrijgbaar bij Dienst Getijdewateren te Middelburg. Rapportnummer: DGW-92.034. Jonge Kamsalamander haalt door kieuwen onder water adem In deze folder van de Stichting Landschapsverzorging Zeeland is niet alleen te lezen hoe de Kamsalamander leeft en in welke om geving die voorkomt, maar vooral wat er gedaan kan worden om het voortbestaan van deze bedreigde soort veilig te stellen. Daar bij ligt het aksent op een kleinschalige aanpak: iedereen die vol doende ruimte beschikbaar heeft kan iets doen. De Stichting pro beert waar mogelijk partikulieren in dergelijke initiatieven bij te staan met adviezen en soms ook met financiële steun. Vooral de gebieden waar bekend is dat er (nog) Kamsalamanders voorko men, krijgen daarbij de aandacht. In de folder staat als voorbeeld een schets voor een grote tuin die speciaal voor de Kamsalaman der is ingericht. (WdW) "Help, de Kamsalamander verzuipt", folder verkrijgbaar bij de Stichting Land schapsverzorging Zeeland, Postbus 286,4460 AR Goes, tel. 01100- 30396. Het karakter van de Schelde en de kwaliteit van water en bodem van deze rivier zijn door de mens flink aangetast. Dat is uit on derzoek gebleken. Het Nederlandse ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Belgische departement van Leefmilieu en In- frastruktuur hebben een globaal overzicht gemaakt van die on derzoeksresultaten. Daarnaast hebben zij maatregelen uitge werkt, die tot ekologisch herstel van het Schelde-estuarium kun nen leiden. De aandacht gaat vooral uit naar de verspreiding en de gevolgen van verontreinigingen en naar de schadelijke effek- ten van inpolderen en baggeren. Ekologisch herstel wordt gezocht in het teruggeven van land aan de zee, een nieuwe baggerstrate- gie en het bevorderen van de natuurlijke sedimentatie. De eerste natuurbeschermers richtten zich in de vorige eeuw op behoud of herstel van het agrarisch kuituurlandschap. Nog steeds is een samengaan van natuur en kuituur een belangrijk doel van de natuurbescherming. De laatste jaren richt de natuur bescherming zich meer op het herstellen van de oernatuur: wad den, moerassen en natuurlijke bossen. In de brochure "Natuur, wat doen wij ermee?" worden de historie en verschillende visies op natuurbescherming geschetst. Frans Vera is de grote voorvechter van de pure natuur. Hij wil land bouw en natuur scheiden en vraagt zich af of dure beheersmaat regelen om het kultuurlandschap in stand te houden, nog zijn op te brengen. Valt het vanuit de natuurbescherming te verdedigen dat veel geld gaat naar het handhaven van een kuituurtoestand, die bepaalde soorten planten en dieren kunstmatig bevoordeelt? De paradoxale situatie doet zich voor dat men zich richt op de kultuurvolgers en de kultuurvlieders als afgeschreven be schouwt. Juist de kultuurvlieders zijn de dupe van het grondge bruik en verdienen de aandacht. Grappige is dat daarna een bij drage van Meiman volgt, die een lans breekt voor natuurbeheer door boeren. In het Natuurbeleidsplan wordt geen duidelijke keu ze gemaakt voor een bepaalde soort natuurontwikkeling. Aan de provincies wordt overgelaten om het plan verder uit te werken. Daardoor worden natuurbeschermers met de vraag gekonfron- teerd: Welke natuur? Deze brochure kan als bondig achtergrond- dokument dienen. (TK) Cahiers Bio-Wetenschappen en Maatschapij, 15e jaargang, no. 3, maart 1992,Post bus 19301,3501DH Utrecht; tel. 030-315915.

Tijdschriftenbank Zeeland

Wantij | 1992 | | pagina 26